Dirkjan 15 ~ Mark Retera

De gouden tijd van het stripverhaal is voorbij; als het tenminste om uitgaven op papier gaat. Er kwamen andere zaken voor in de plaats; de jeugd raakt niet automatisch meer verslaafd aan het lezen van albums.

En hoewel het virus ooit nog wel tot besmetting heeft geleid bij mij, lees ik pas weer regelmatig strips nu ze zo goed op een scherm blijken te passen. Ik vraag me af of mijn onverschilligheid vooraf aan deze ontdekking kwam omdat het op een gegeven moment moeilijk wordt om nog ergens van onder de indruk te raken.

Hoeveel strips heb ik deze eeuw gekocht? Die ik niet kocht om een al lang geleden begonnen reeks compleet te houden?

Zelfs met volwassen strips zoals Manara tekent, ben ik toch al in mijn puberteit vertrouwd geraakt…

Ondanks alle praat over ‘graphic novels’, en de pogingen om literaire romans te verstrippen, komen er slechts mondjesmaat strips bij die ik waardeer. En daaronder zijn opvallend veel verbale strips. Die het niet van hun tekenkracht moeten hebben, maar waarbij het om de humor gaat.

Daartoe behoren de dagstrips van Sigmund, hoewel ik daar eerder op boeklog over mopperde. Er is S1ngle, dat door dezelfde mensen wordt gemaakt. Maar nog meer waardeer ik de strip Dirkjan, van Mark Retera.

Mooi is alleen al de onvoorspelbaarheid. Want, hoewel de anti-helden Dirkjan en Bert doorgaans samen in een rijtjeshuis wonen, doen ze dat soms ook helemaal niet. Dan is een tijdperk uit de geschiedenis hun speelterrein, of dan hebben ze ineens een opvallend beroep. In Deel 15 van hun avonturen zijn ze onder meer Vikingen, en oerbeesten die nog tot striphelden moeten evolueren.

Opmerkelijk aan dit album is dat het ineens een pagina’s lang vervolgverhaal heeft, in plaats van grappen van enkel een strook. In dit verhaal verkoopt Dirkjan zijn ziel aan de duivel, om eindelijk eens succes te krijgen. En dan wil hij die natuurlijk op een gegeven moment terug. Wat dan nog een onverwachte ontknoping oplevert ook.

De strip Dirkjan heeft normaal slechts het probleem dat de humor van de consequent doorgedreven absurditeit moeilijk aan anderen is uit te leggen.

[ wordt vervolgd ]

Mark Retera, Dirkjan 15
48 pagina’s
Mandarijn, 2009

* illustratie uit het besproken boek [click voor groter]


Dirkjan 16 ~ Mark Retera

Opvallend zijn ook de bijfiguren in de afleveringen van de strip Dirkjan.

Zo treedt Superman met regelmaat op in de verhalen; en daarbij wordt voor het gemak genegeerd dat hij buitengewone krachten heeft. In plaats daarvan is het net zo’n sukkel als alle andere personages. En alleen dat gegeven al vind ik om onduidelijke redenen vreselijk grappig.

In Deel 15 wint hij helaas terloops wel de Elfstedentocht in dit boek; omdat de grap dan over een ander cliché wordt gemaakt. Verder gaan er in dat deel onverwacht heel veel grappen over Batman en zijn Batmobile.

Deel 16 telt dan weer slechts éen strook met Superman. Waarbij hij helpt om aan te tonen dat nietsnut Bert ineens en heel succesvol plastisch chirurg kan zijn.

Dirkjan en Bert gaan verder op avontuur bij de Indianen in dit boek. En Bert komt in de Middeleeuwen terecht — daar naar toe gezonden met hulp van de Teletijdmachine van Professor Barabas. Want, goed aan de strip blijft dat er zo prettig gespeeld wordt met clichés uit andere beeldverhalen.

Bert’s Middeleeuwse avontuur is dan weer een soort persiflage op Umberto Eco’s De naam van de roos. Want, hoe grappig ook, of hoe plat soms. Dirkjan begon als strip van studenten in een blad voor studenten. En helemaal wegsteken dat hij iets aan cultuur heeft opgesnoven doet Mark Retera inmiddels niet meer.

De strip wordt wel al heel lang in de Veronicagids gepubliceerd; een wat volks programmablad met een werkelijk enorme oplage.

Ik ben dan weer snob genoeg om Retera’s stijlcitaten te willen herkennen. In de wetenschap ook dat hij die er misschien alleen voor zijn eigen lol heeft ingestopt. Maar een kerkinterieur van Saenredam in de strip herkennen, zoals in de Faust-vertelling uit Deel 15, of die Eco-persiflage, maakt Dirkjan toch net een tik rijker nog.

Mark Retera, Dirkjan 16
48 pagina’s
Mandarijn, 2010

* illustratie uit het besproken boek [click voor groter]


Alles op de fiets ~ Rutger Kopland

Er moet een moment zijn geweest dat de wereld voor het eerst kennis maakte met het gedicht ‘Jonge sla’ van Rutger Kopland. En verrast was, over de ironie die toch geen ironie leek te zijn.

Ik ben daar niet bij geweest. Toen de ‘Jonge sla’ op mijn pad kwam, behoorde het al tot het gezonken cultuurgoed. Het vers kwam voor in een leerboek op school.

En weinig cultuur overleeft publicatie in een lesboek. Wat dit betreft begrijp ik de gretigheid ook niet waarmee zo veel mensen telkens in de weer zijn om canons op te stellen. Alles wat zij belangrijk achtten, maken ze voor schoolkinderen allereerst saai. En dat effect blijft vervolgens vele decennia hangen.

‘Jonge sla’ kan ik hoogstens nog waarderen, omdat er prachtige parodieën op te maken zijn 1.

Ik las Alles op de fiets, omdat ik wel bloemlezingen met het werk van Kopland heb gelezen, maar nooit een losse bundel. En als het goed is, biedt zo’n bundel meer, aan eenheid in toon. ‘Jonge sla’, waarvan ik niet wist dat het uit deze bundel stamde, is dan ineens omringd door andere gedichten, die ook naar iets lijken tasten, en daarbij telkens iets dubbels uitstralen.

Het bracht me niet nader tot Kopland’s oeuvre. Slechts die eerste regel, uit het gedicht dat de titel van de bundel verklaart, waarin weer een uitspraak wordt gedaan die zo kan worden ingetrokken, die regel zei wat. Voor een tel of twee. Maar de laatste regel van dat vers met al die schwa’s is dan weer puur lelijk.

scheiding

De drie mogelijkheden van het menselijk denken

Op de fiets gaat alles wel langzaam
maar toch nog behoorlijk hard.

Wie heel goed luister aan een stilstaand
horloge hoort een zacht tikken.

Waar blijft de tijd? Om daar over na
te denken hebben we het zwerk.

Rutger Kopland, Alles op de fiets
32 pagina’s
G.A. van Oorschot 1988, oorspronkelijk 1969
  1. click voor groter


    uit de stripreeks Dirkjan

    []


Dirkjan 14 ~ Mark Retera

Weinig kan me zo vrolijk maken dan het herlezen van een paar Dirkjan-albums. Wat dat betreft is de publicatie van de strips los, in krant of tijdschrift, maar een beperkt surrogaat.

Het bombardement aan absurditeit moet blijven doorgaan, net zolang, tot onverschilligheid niet meer vol te houden is. De ene grap maakt namelijk ontvankelijk voor de volgende; alleen lukt dat slechts in een boek. Waarna het volgende helemaal een bonus is

Zelden heb ik zo’n duidelijk voorbeeld gezien waarbij de som groter was dan de delen alleen als bij deze reeks stripboeken.

Dirkjan 14 biedt onder meer episoden over het leven van Dirkjan als journalist. Waarbij deze naarstig pogingen doet om ‘op de éen’ te komen in de krant.

Alleen gaat er vrijwel altijd iets mis als hij werkelijk een scoop heeft te pakken. Zoals al op de omslag van dit album wordt aangekondigd.

Verder bevat het album een heerlijk commentaar op de modewereld, wanneer Dirkjan & Bert zich in de haute couture wagen, als duo DJ & B — met bijpassende Victor & Rolf-bril. En hoewel zij succes oogsten, blijft de buitenwereld daar toch aangenaam onverschillig onder.

Verder is er een Das Boot-parodie, komt de nogal mislukte boycott van enkele cabaretiers tegen de Olympische Spelen in Peking langs, is er een uitstapje naar de wintersport, en gaat Dirkjan undercover om misdaden op te lossen die verder niet worden benoemd.

Alleen gaat het nooit om die thema’s. De personages blijven immers altijd dezelfde. Hun sloomslimme begrip van de wereld maakt telkens de grap.

Mark Retera, Dirkjan 14
48 pagina’s
Mandarijn, 2008

* illustratie uit het besproken boek (click voor groter)


Dirkjan 17 ~ Mark Retera

Ware uitspraken over humor zijn nu nooit eens leuk. Dat vind ik grappig. Om de paradox. Maar daardoor is het bijvoorbeeld wel een treurige taak om iets zinnigs te zeggen over de strip Dirkjan, en hoe blij ik kan worden van de melige grappen in de boekuitgaven.

Uitleggen waardoor een minieme variatie op de werkelijkheid grappig wordt, is saai.

Constateren dat Mark Retera weliswaar vaak op de actualiteit lijkt te reageren, maar daar dan toch iets universeels van weet te maken, is ook al zo’n weinig zeggende dooddoener

In album 17 gaan Dirkjan en Bert bijvoorbeeld een brand blussen in een Japanse kerncentrale. Aan die taak geholpen door een uitzendbureau. Omdat er altijd werk is, voor wie maar wil. En goed, dan is daar in 2011 te Fukushima een kernramp gebeurt. En dan zijn grappen over de gevolgen van radioactieve straling zelden goed.

Maar dan lijkt me wel zeker dat de humor over twintig jaar nog te begrijpen is, ook zonder kennis van actuele details.

Album 17 bevat onder meer een James Bond-persiflage, avonturen in de sauna, een graalverhaal, en een spoof op Jurassic Park. Opa Bokma haalt tenslotte fijne verhalen op uit zijn tijd met de grootste natuurliefhebber in Nederland; de jager wijlen prins Bernhard.

Grootste lijn aan grappen staat aangekondigd op het kaft. Dirkjan en Bert doen de TV-serie Dagboek van een herdershond. Waarbij prettig gespeeld wordt met alle clichés over bestaan van pastoors, en de benauwdheid van het dorpsleven waar alle weken hetzelfde verlopen.

Grappen over kindermisbruik zijn er niet bij. En dat kan ik geen probleem vinden. Humor zit in het spelen met vooroordelen. En als er kinderen iets wordt aangedaan bij Dirkjan gebeurt dat gewoon op school, door de onderwijzer. Omdat die een vast personage is in de reeks.

De dingen moeten wel hun plaats hebben, natuurlijk.

Mark Retera, Dirkjan 17
45 pagina’s
Mandarijn, 2011

* illustratie uit het besproken boek:
click voor groter


Dirkjan 12 ~ Mark Retera

Wie een boek openslaat, doet dat al gauw met een verwachting. Of het nu is bij een woordenboek, een kookboek, een filosofisch tractaat, of een roman.

En toch komt die verwachting vrij zelden helemaal uit. De woordenboekdefinitie is gauw eens te summier. Het meest aantrekkelijke kookboekrecept vergt ingrediënten die niet in huis zijn. De gevierde filosoof blijkt doorgaans een kletsmeier te zijn, als deze al geen wartaal bezigt. En de roman is vaak zo’n in zichzelf gekeerd narcistisch geval, waarin de auteur negeert dat er heel elementaire regels bestaan voor het vertellen van een verhaal.

Desalniettemin wordt de teleurstelling nooit zo groot om niet van alles van boeken te blijven verwachten. Voor mij dan.

Terwijl er in de harde leespraktijk dus maar éen soort boeken is dat telkens overtreft wat ik er van verwacht. De stripalbums van Dirkjan leveren altijd meer op dan gehoopt. Zelfs bij de zoveelste herleesbeurt. Ik moet altijd wel een keer of wat hardop lachen.

In Dirkjan 12 heeft vooral Bert een glansrol. Zo is hij ditmaal een gevierd chirurg — die ook veel succes bij de zustertjes heeft. Hij is farao Toet-Anch Bert die met zijn zuster trouwen moet, om het rijk niet uit elkaar te laten vallen. En hij is schilder Rembert van Rhijn.

Onder meer.

De kwaliteit van de strip zit hem in zijn onvoorspelbaarheid, zo lijkt me. Dirkjan en Bert hebben weliswaar redelijk vaste eigenschappen. Maar wat ze doen varieert van strook tot strook. Losse grappen worden afgewisseld met langere verhalen; waarin elke strook dan een grap brengt.

Hoogstens is op de strip aan te merken dat de makers hun grappen weleens in de actualiteit zoeken. In een grap die uit 2006 stamt, kan dus nog een Jan Peter voorkomen. Ook al treedt deze enkel op in een hele reeks grappen over dat er geen enkel normaal kind meer naar school gaat. Ze hebben allemaal wat. [En Jan Peter is hoogbeschaafd].

Bevat album 12 ook nog de perfecte persiflage op het gedicht ‘Jonge sla’ van wijlen Kopland; zo niet dichtersoptredens in het algemeen.

[ wordt vervolgd ]

Mark Retera, Dirkjan 12
48 pagina’s
Mandarijn, 2006

* illustratie uit het besproken boek [click voor groter]


Dirkjan 13 ~ Mark Retera

Meest geslaagd in Dirkjan 13 is een reeks mislukte grappen. Achterin. Als op de laatste pagina’s de ‘bloopers’ uit het stripalbum langskomen. Ofwel: als enkele grappen uit het boek herhaald worden, maar dan zonder clou. Omdat er vlak daarvoor nog net wat mis gaat.

Deze truc werkt vanzelfsprekend alleen bij lezers die net het hele album uit hebben. De variatie valt pas op bij wie nog weet hoe de eigenlijke grap wel ging.

En zo’n metagrap beschouw ik als dé kwaliteit van de Dirkjan-strips. De makers daarvan vinden altijd nieuwe manieren om bestaande verwachtingen te ontregelen.

Al gebeurt dat wel het vaakst door met clichés te spelen uit de hedendaagse cultuur.

De omslag van Dirkjan 13 toont de gorilla Bokito. En deze speelt mee in een lang verhaal aan het slot van het boek, dat dan eigenlijk een parodie is op filmclichés over het Amerikaanse gevangenisleven.

Opvallend is dat dit album de actuele aanleiding voor dat verhaal ook geeft, door een screen grab van de de Volkskrant-website te tonen.

Belangrijkste andere vervolgverhaal is dat van het restaurant dat Dirkjan en Bert exploiteren. Waarbij zij nu nooit eens goed kunnen doen in de ogen van de lokale eethuisbespreker — een smurf nota bene met een vocabulair. Misschien omdat zij hem ooit voor lul hebben gezet.


[* illustratie uit het besproken boek. Click voor groter ]

En Superman maakte zijn zeer welkome comeback in dit album uit 2007. Waarin hij een stelletje blijkt te zijn met de Hulk; dat meer deelt dan hun superkrachten. Maar hoe vertellen ze dat hun ouders?

Superman heeft overigens ook een baan als toiletjuffrouw in dit album. En alleen dat al maakt dat ik het jammer vind hoe Nederlands de strip Dirkjan is; en hoe veel harder zo’n grap zou aankomen in een land waar ze superhelden wel serieus nemen.

Mark Retera, Dirkjan 13
48 pagina’s
Mandarijn, 2007

Dirkjan 18 ~ Mark Retera

De waarheid dat herlezen het enige lezen is, gaat als geen ander op voor stripboeken. Die lijken hun rijkdom pas echt te geven in de zoveelste herhaling.

Dit geldt helemaal voor humoristische albums. Omdat het bij deze strips bij de eerste keer lezen allereerst om de grappen gaat — en de timing van die grappen er nog zo veel minder toe doet.

Bovendien kan die eerste lezing gauw gepaard gaan met een overdosis aan humor. In een bombardement van grap na grap vallen al gauw alleen de krachtigste humorexplosies nog op.

Al deze waarnemingen dienen vooral om te zeggen dat ik weliswaar Dirkjan 18 las, maar dat deze eerste kennismaking niet per se een representatieve indruk bracht van de inhoud.

Bij eerdere albums speelde dat probleem minder. De inhoud van die boeken kende ik vaak nog van een voorpublicatie, uit de krant — waardoor in de eerste plaats de opeenstapeling van de grappen nieuw was.

En bij de eerder geboeklogde Dirkjan-albums gold dat ik ze niet voor de eerste keer bekeek.

Dus viel me aan Dirkjan 18 bijvoorbeeld op dat er ineens vrij grove poep- en aarsgrappen in staan. Een stuk of drie vier, in een boek dat ruim honderd keer een lach probeert te scoren. En ik heb geen idee waarom me nu juist dit element zo zeer opviel.

Aan vervolgstrips biedt het achttiende album onder meer Bert’s avonturen als sjeik, met een harem op leeftijd. Bert is vervolgens rechter. En in de zaken die behandelde treedt Bram Moszkowicz nog op als advocaat — het album dateert dan ook uit 2012, voor dat deze geschrapt werd van het tableau; omdat hij de belangen van cliënten niet had gediend. Er zijn avonturen met peniskokers op een nudistencamping. En in het verhaal dat op de voorkant staat afgebeeld is Dirkjan voor de verandering Sherlock Holmes.

Eén aardige grap uit het boek bleek ook ik al eens gemaakt te hebben — al ging ik vervolgens minder ver dan Bert.


* click op illustratie voor groter
Mark Retera, Dirkjan 18
46 pagina’s
Mandarijn, 2012

Dirkjan 11 ~ Mark Retera

Beschouwingen over humor zijn zelf nooit leuk — hoe veel voorbeelden er ook gebruikt worden. Maar het is alsof de poging om even ernstig met afstand naar het onderwerp te kijken zich direct met enorme rente tegen de beschouwer keert.

Doorgaans vind ik dit een grappige paradox.

Behalve als ik weer eens wat moet opmerken over de strip Dirkjan. Die heel erg leuk is. Zo niet de leukste strip op het moment in Nederland gemaakt. Want een belangrijke kwaliteit van Mark Retera’s werk vind ik nu net dat zijn strip vaak te flauw voor woorden is. Alleen maakt zo’n slappe grap toch ook weer ontvankelijk voor de volgende grap — tot er ergens kortsluiting optreedt in de hersenen en ineens bijna heel het boek briljante humor lijkt te brengen.

Aan Dirkjan 11 vielen me vooral de succesvolle omkeringen op — terwijl de omkering nu net tot de elementairste humor denkbaar hoort.

In dit album nemen Dirkjan en Bert nemen bijvoorbeeld een dakloze clown in huis op — waar deze zich ontpopt tot de meest pietluttige en chagrijnige huisgenoot denkbaar.

En toch is het leuk om een iemand geheel in schmink te horen klagen dat er geen koffie meer zat in de koffiebus.

Eén van mijn favoriete bijfiguren in de strip is de loempiaverkoper — die in weerwil van het cliché geen vriendelijke glimlachende Aziaat is, maar ook al zo’n stuk chagrijn; en dan bovendien éen die er lol in heeft om anderen uit te schelden. In dit album gaat hij op een popfestival staan, en werkt hij tijdelijk als toekomstvoorspeller.


* click op illustratie voor groter

Enige echte vervolgstrip in dit album gaat over het zondige leven van paus Marinus I. Maar dat is typisch een verhaal dat wat verbleekt tegen de werkelijkheid over de vroege pausen. Bovendien speelt Dirkjan er nauwelijks in mee, en Bert al helemaal niet.

Mark Retera, Dirkjan 11
47 pagina’s
z.u., © 2006

Dirkjan 10 ~ Mark Retera

Terwijl Dirkjan een dagstrip is — met elke werkdag een grap van éen strook — lukt het de makers toch ook soms al die losse stroken aan elkaar te rijgen tot iets dat op een verhaal lijkt.

En, terwijl de strip helemaal niet per se om deze verhalen draait, maken die toch dat de albums weer goed van elkaar te onderscheiden zijn.

Zo bevat Dirkjan 10 enkele van de beste vervolgverhalen die de strip ooit kende. Waardoor het album ook ineens een toppunt in de reeks is — terwijl er waarschijnlijk niet eens de grappigste grappen in staan.

Mark Retera zadelt bijvoorbeeld het personage Bert op met een existentiële crisis. Hem toegebracht door zijn ouders dan ook nog. Want die vinden Bert op zijn verjaardag oud genoeg geworden om hem iets te vertellen.

Hij is slechts een stripfiguur. Van papier.

Na deze modernistische grap stapt de maker van de strip bovendien zelf het verhaal in, met wat vrienden, in een parodie op de Matrix-films.


* click illustratie voor groter

En filmparodieën kleuren Dirkjan 10 toch al zo duidelijk. Zo is Bert een tijd ‘Dirty Bert’ — de goudeerlijke maar keiharde politieman die met getrokken wapen en grof geweld de ergste misstanden in de stad komt rechtzetten.

De voorkant van het boek verwijst naar de avonturen van Dirkjan die tot vechtmonnik wordt opgeleid, bij de oude meester Bok-mah. En of hiervoor nu de film Karate Kid is geplunderd of David Carradine’s TV-serie Kung Fu — de clichés over zo’n keiharde opleiding mogen bekend worden verondersteld. Daarop variëren kan heel prettig. En het treiteren van de lezer en diens verwachtingen levert slag op slag heel aardige humor op.

Mark Retera, Dirkjan 10
48 pagina’s
Silvester, 2005

Dirkjan 19 ~ Mark Retera

Het negentiende verzamelalbum van een jaartje Dirkjan staat in het teken van de misdaad. Opmerkelijk genoeg.

Of misschien is het dat de tekenaar en zijn schrijvers deze keer nog meer inspiratie vonden in Amerikaanse misdaadseries en -films dan mij duidelijk is. Ik kijk dat genre zo zelden. Kan iedereen nog zo schreeuwen daarmee meesterwerken aan hedendaagse cinematografie te missen.

Geweld, van het soort vooral waar zo veel Amerikaanse cultuuruitingen in grossieren, is voor mij geen vermaak. Punt.

Dus vind ik het zelfs nogal jammer dat Dirkjan en Bert in het laatste vervolgverhaal uit Dirkjan 19 ineens naar de foute kant zijn overgelopen. En daarin een lokaal misdaadimperium hebben overgenomen; waarbij het exploiteren van vrouwen hoort — na eerst nog bescheiden met ramkraken te zijn begonnen.

Weliswaar was er voorheen ook weleens wat. En stampten ze in vroegere albums met regelmaat kabouters kapot. Maar dat was toch een misdaad van een andere aard. Cartoongeweld.

Zo krijgt een mens dus zelfs meer zelfinzicht van het lezen van een stripboek vol melige grappen.

Gaat de grap over de executie van gevangenen met een elektrische stoel — zoals in het begin van het boek — dan is dat geen probleem. Ook al omdat Dirkjan en Bert dan cipiers zijn, en aan de goede kant staan van de wet; zelfs al deugt een wet niet die de doodstraf mogelijk maakt.

Maar nemen Dirkjan en Bert ineens de exploitatie over van ‘Casa Puta’ dan zit er voor het gevoel ineens iets volkomen scheef in de strip. Blijkbaar zijn de personages dus toch helden, aan wie geen afbreuk mag worden gedaan. Zelfs niet door de maker.

Overigens bevat ook dit album weer enkele grappen die mij hardop deden lachen — wat verder bijna niemand lukt, in geen enkel medium. De avonturen van Dirkjan van Gogh waren voor mij het beste wat dit album te bieden heeft.

Mark Retera kan het niet snel verkeerd doen bij mij. Al lukte hem dat ditmaal dus toch.

Mark Retera, Dirkjan 19
46 pagina’s
Mandarijn, 2013

[ * click voor groter, illustratie uit het besproken boek ]

Dirkjan 09 ~ Mark Retera

Humor hoeft zo heel moeilijk niet te zijn. Een simpele omdraaiing volstaat soms al om onbehoorlijk effect te hebben. Het negende stripalbum uit de reeks Dirkjan begint met avonturen van stoere gladiatoren, die ondertussen flink met elkaar tutten — als waren het huisvrouwen — en onderling tips uitwisselen, over hoe je het best bloedvlekken verwijdert in de was.

Dat eenvoudige procedé wordt dan herhaald en herhaald, tot een lach niet uitblijven kan.

 
En of dat ene uitstapje naar Romeinse tijden nog niet genoeg was, Asterix zelve heeft ook nog een opvallend optreden in dit boek.

In Dirkjan 9 staan dagstrips die ik al kende uit de krant indertijd. Het heugt me daarom niet dit album al eens gelezen te hebben. Waardoor de verrassing nu vaak een dubbele verrassing was. Niet alleen kon ik sommige grappen nu erg waarderen, er speelde ook mee dat ik me herinnerde eerder ook al eens erg te hebben moeten lachen om precies dezelfde clou.

Zo laat Superman zich van een opvallende kant zien in dit boek.

Vaste gasten als de smurfen en de kabouters komen ook weer langs.

Belangrijkste lange verhaal in het boek is evenwel gewijd aan het zomerkamp van de schoolkinderen die uit de serie bekend zijn. Waarbij DirkJan opvallend genoeg snel uit de vertelling verdwijnt. Hij was weliswaar als hopman mee, maar reist al gauw per taxi af. Ondanks alle insignes die hij verwierf als padvinder, lukte het hem nooit om dat ene simpele probleem op te lossen. Heimwee.

Dus wordt het Lord of the Flies onder de kinderen, nu deze het zonder leiding moeten doen. Daartoe heeft Frans-Josef — het jongetje op de kaft links, dat een dagboek begint getiteld Mijn kamp — het niet eens nodig om zijn leiderscapaciteiten aan te spreken. De hoogbegaafde Casimir is vanzelfsprekend kind van de rekening. En diens gruwelijke dood leidt zelfs tot een bezoek aan de hemel; waar dan weer een andere bekende uit de albumreeks voor God blijkt te spelen.

[ wordt vervolgd ]

Mark Retera, Dirkjan 9
48 pagina’s
Silvester, 2005

Dirkjan 08 ~ Mark Retera

Er schijnt een boek te zijn waarin de geschiedenis van Dirkjan wordt uitgelegd. Van hoe Mark Retera ooit begon door een strip te tekenen over studenten. En hoe van die studenten alleen de bierdrinkende Bert overbleef, toen andere bladen belangstelling kregen en er ook andere grappen moesten worden gemaakt dan over wat er te Nijmegen speelde.

Ik weet niet of ik heel benieuwd ben naar die geschiedenis; anders dan in de hoofdlijnen hierboven geschetst.

Voor mij zijn die negentien Dirkjan-albums van het moment al een rijk bezit. Want, zoals eerder geschreven, er bestaat geen strip die ik pas zo laat in mijn leven leerde kennen, en die toch nog zo geliefd werd.

Wel heb ik mij voor boeklog met een probleem opgezadeld door de oude albums in omgekeerde volgorde te behandelen. Dus is over Dirkjan 8 wel met zekerheid te schrijven dat in dit album de geniale scholier Casimir wordt geïntroduceerd. Terwijl ik me veel meer afvroeg of dit het eerste boek is waarin de schone Lulu voorkomt.

Geslaagde bijfiguren worden al gauw onderdeel van de vaste cast in Dirkjan. En getuige het veelvuldige optreden van Lulu in de albums later ontstond er met haar duidelijk behoefte aan een femme fatale in de strip.

In eerdere albums is het standaardmodel meestal een sloof van een huisvrouw; als er al vrouwen voorkomen in de grap.

Lulu werkt in een nachtclub, en trouwt met Fred, de uitsmijter daar en man van weinig woorden. Fred is dan ook een aap.

In Dirkjan 8 belanden Lulu en Fred onder meer met DirkJan en Bert op een onbewoond eiland. Daarbij bekwaamt Dirkjan zich vervolgens in relatiebemiddeling.

Dit album drijft toch al de spot met geestelijke hulpverlening omdat er ook een grote rol is weggelegd voor Doctor Pil — de van TV bekende psychiater, die een puinhoop van zijn eigen leven heeft gemaakt. Doctor Pil vindt wel het geluk, overigens.

Verder biedt dit album een Start Trek-episode, spelen veel grappen zich af op school, en verandert Dirkjan voor de verandering eens in graaf Dirkula.

Mark Retera, Dirkjan 8
48 pagina’s
Silvester, 2004

Dirkjan 07 ~ Mark Retera

In Dirkjan 7 raakt ons land — welk dat ook zijn mag — in oorlog met alle buurlanden. De minister-president wilde koffie, maar drukte per ongeluk op de verkeerde knop. Waarmee prompt alle aanwezige kruisrakketen werden afgeschoten.

Dat is dan éen grap in het boek. Waarvan de gevolgen gelukkig uit beeld blijven. Bovendien is ‘ons leger’ blijkbaar heel wel in staat om de buurlanden buiten te houden. Want in Den Haag blijft het verder rustig.

Die oorlogsgrap dient enkel ter illustratie van de macht die de schoolmeester mijnheer Van Druten toevalt, als hij de parlementsverkiezingen hackt, en met overmacht wint.

Er werd nog met stemcomputers gestemd indertijd. Die zijn inmiddels afgeschaft; want ze waren inderdaad te hacken. Verder zal het nooit iemand lukken om in Nederland coalitieland geheel onverwacht de absolute meerderheid te krijgen door éen verkiezing. Evenmin kunnen er kruisrakketen afgeschoten worden door per ongeluk éen enkel knopje in te drukken; als er dan niet al behoorlijk dreiging is.

Oftewel, ik zou sommige grappen nooit kunnen maken, omdat mijn rationaliteit me daarbij in de weg zit. Mijn verstand staat me wel toe om kleine afwijkingen van de werkelijkheid te signaleren, en die uit hun verband te trekken. Wat meestal ook niet zo heel moeilijk is. Maar ik zal nooit de anarchistische sprongen maken die Mark Retera en zijn companen wel telkens doen — ook al levert dat dan niet altijd een heel goede grap op.

Toch is die anarchie nodig om wel goede humor te krijgen. En ontbreekt het ook bij nogal wat professionele humoristen juist daaraan. Al is het nogal ingewikkeld wat ze doen, vanzelfsprekend. Want niet alleen moeten zij de werkelijkheid kennen; ze dienen eveneens te weten hoe daar in meerderheid over gedacht wordt; wat niet hetzelfde is — anders wordt de grap niet herkend. Om binnen zo’n stelsel de grenzen dan zo te overschrijven dat absurditeit ontstaat.

Het is kortom nogal wat simpeler om Dirkjan gewoon te lezen, dan na te denken over waarom deze strip mij altijd aan het lachen kan krijgen, en soms toch juist helemaal niet.

[ wordt vervolgd ]

Mark Retera, Dirkjan 7
45 pagina’s
Silvester, 2003

Dirkjan 06 ~ Mark Retera

Superman zoekt om werk in Dirkjan 6 — zoals hij dit trouwens ook in latere albums nog met regelmaat zal doen 1. En gelukkig wordt in deze strips dan een prettig logica gehanteerd. Superman is op de arbeidsmarkt ineens net zo’n sukkel als wij allemaal.

En ik vind dat prettig; omdat Amerikaanse strips over superhelden me nooit een tel geïnteresseerd hebben. Superkrachten zijn behoorlijk vervelend; al helemaal als ze de held onoverwinnelijk maken. Want dan gaat het verhaal er altijd over wat nu weer maakt dat de superkracht voor deze keer niet werkt.

In een later Dirkjan-album is er overigens wel éen strook waarin Superman alle medailles wint op de Olympische Spelen. Dat zij hem op dat moment gegund. Ik zie hem liever als schlemiel.

Dus, in plaats dat hij zijn Röntgenogen eens nuttig gebruikt door in de gezondheidszorg te gaan werken, wordt Superman in dit album kledingverkoper.

En wat later Jehova’s getuige.

Of medewerker in een call-center.

De meest tijdgebonden grappen in Dirkjan 6 lijken me ditmaal de verwijzingen naar Jackass — indertijd een TV-programma waarin de makers rare stunts probeerden; waaraan ze hadden kunnen overlijden. In dit stripalbum speelt de leraar mijnheer Van Druten ‘Jackass’ met zijn leerlingen.

Daardoor rees onder meer de vraag weer eens wat Mark Retera in het echte leven precies heeft tegen Frankie Sanders. Geen van de andere schoolkinderen wordt ooit met naam en toenaam genoemd. Maar die Frankie Sanders is het slachtoffer van nogal wat sadistische grappen. Moet ik dat als een wraakoefening zien?

Aan vervolgverhalen biedt DirkJan 6 onder meer een kerstvertelling. En er is zeemansverhaal, dat speelt op een schip, in 1670. Opvallender zijn evenwel de vele grappen over clowns, Jehova’s getuigen, en smurfen. Waarbij de laatsten ook wel eens getuige van Jesmurfa zijn.

Mark Retera, Dirkjan 6
47 pagina’s
Silvester, 2002
  1. zie bijvoorbeeld Dirkjan 19 []

Dirkjan 05 ~ Mark Retera

De latere Dirkjan-albums bieden meer scènes met Bert, zo viel me op. Maar, ik leerde de strip ook pas kennen toen deze bolle bierdrinkende huisgenoot al minstens gelijkwaardig was geworden aan Dirkjan. Dus is wat nu voelde als een gemis, uiteindelijk niet meer dan een momentopname in de ontwikkeling van een reeks.

In het album Dirkjan 5 was de hond Bello zeker in de eerste helft van het boek nog Dirkjan’s voornaamste metgezel. Ze gingen zelfs samen op vakantie; waar dat later toch echt niet meer gebeurt.

En hoewel vele striphelden vergezeld worden door een hond — en die hond daarbij dan zelfs een personage op zich wordt — past Bello van Dirkjan toch niet echt in het rijtje Snoopy, Bobbie, Idéfix.

In een strip waarin niets of niemand normaal is, valt het nogal op als abnormaal gedrag uitblijft. Dus hoe menselijk Bello zich verder ook gedragen mag. Het beest is domweg te gewoon om werkelijk te boeien.

Bert duikt in de tweede helft van Dirkjan 5 wel op, als de twee huisgenoten ineens samen een kasteel runnen; en ze daarbij telkens menen dat dit wordt aangevallen.

Het langste verhaal uit dit album gaat evenwel over Henkie Putter; het neefje van Dirkjan, dat nogal op zijn oom lijkt, en vaker in de albums voorkomt

Henkie’s achternaam verraadt al dat Mark Retera hiermee een parodie op Harry Potter maakte. Althans, dat vermoed ik. Mij is namelijk wel het bestaan van de Harry Potter-reeks bekend — van de boeken zowel als de films — van de inhoud van beide heb ik verder nooit kennis willen nemen. Dus had een parodie gemakkelijk dood kunnen slaan door een gebrek aan benul bij de lezer.

Alleen bestaat er slechts een gering tal aan mogelijke verhalen. De theorieën van Propp zijn me dan weer wel bekend. Dus waren Henkie Putter’s avonturen ook te volgen zonder verder te weten waarop deze zijn gebaseerd.

De jongen moest zijn school vertegenwoordigen in een interscholaire humor-wedstrijd. Maar door sabotage wordt zijn tekst verwisseld met die van een oudejaarsconference van Seth Gaaikema. Het publiek valt direct in slaap. Hoe redt de jongen zich?

[Kort na lezing van dit avontuur zou Seth Gaaikema overlijden. Toeval bestaat].

Mark Retera, Dirkjan 5
47 pagina’s
Silvester, 2002

Dirkjan 20 ~ Mark Retera

Meteen de eerste strook al in het album Dirkjan 20 zette mij tot nadenken aan.

Daarop is namelijk te zien dat Dirkjan een ringbaard draagt. En omdat hij voor de duur van dat verhaal dan even lid is van de Amish, betekent die baard dus dat hij een echtgenote heeft. Zoals trouwens ook uitgelegd wordt in die beginstrook. Mevrouw Dirkjan komt evenwel nooit in beeld.

Niet dat ik daar op hoopte overigens.

Wat later in het boek, als Dirkjan voor even Dirknan de barbaar is, heeft hij overduidelijk weer een vrouw. Plus een kind. Sterker nog, liefst drie van de grappen uit dat verhaal draaien nu net om het gegeven dat de opvallend stoere hoofdpersoon een sloverige echtgenote heeft met wie de huwelijksband knelt.

Ik herinner me geen eerdere scènes met een getrouwde Dirkjan. Wel dat zijn huisgenoot Bert voor het verhaal even vrouw en kinderen had. Maar Dirkjan leek me nu net een eeuwige vrijgezel te zijn. En blijven.

En ik verbaas me er dus over dat zo’n minieme afwijking van het stramien me dan opvalt. Dat Dirkjan door de albums heen werkelijk alles mag spelen, zonder dat ik daarover struikel. Het maakt daarbij niet uit of hij nu een beestje is dat zich nog ontwikkelen moet tot stripheld, of de baas van Superman is in een jeansshop. Hij mag zelfs ineens even massa’s spieren hebben, om een barbaar te spelen. Terwijl Dirkjan’s karakter dus wel met duidelijk omlijnde grenzen komt.

Oftewel, zelfs humor moet voor mij tot in alle consequenties kloppen. Wat daarmee heel goed verklaart dat ik zelf nooit humorist worden zal, en tegelijk nogal wat beroepsgrappenmakers te flauw en slecht vind voor woorden.

De stripreeks Dirkjan maakt me wel vrolijk, daarentegen. Ook al omdat ik weet dat deel 20 me na eerste lezing nog betrekkelijk weinig zegt. Echt leuk wordt dit album pas bij herlezing, over een tijdje.

Dirkjan 20 bevat onder meer avonturen bij de Amish, zijn voetbalcarrière op de sloffen van Voltreffer Vick, de al aangehaalde queeste van Dirknan de barbaar, een cruise, Batman op kampeervakantie, en het griezelige vervolgverhaal ‘De vloek van de Stoves’.

In dat laatste verhaal valt dan weer op dat Dirkjan een ooit razendknappe moeder had. Die dus in werkelijk geen tijd tot sloof verviel, volgens de grap over de tatoeage die Dirkjan als kleuter al liet zetten.

Mark Reters, Dirkjan 20
48 pagina’s
Mandarijn, 2014

Dirkjan 04 ~ Mark Retera

Belangrijkste constante tussen het pas verschenen album Dirkjan 20 en het vroege deel 4 uit 2000? Grappen telkens over de ergernissen bij het bioscoopbezoek, opvallend genoeg.

Dat er dan altijd iemand voor je zitten gaat. Zo vervelend.

Vanzelfsprekend zijn ook de personages Dirkjan en zijn huisgenoot Bert altijd nog hetzelfde, vijftien jaar later. Alleen trad Bert veel minder vaak op in de eerste verhalen. In de vroege albums was de hond Bello doorgaans Dirkjan’s voornaamste compagnon. Terwijl datzelfde dier tegenwoordig, in Dirkjan 20, hoogstens nog eens op de stoep mag schijten, met zijn baasje daar aan achter; het zakje voor de drol al gedienstig in aanslag.

Vroeger was het nog gewoon vrij kakken overal.

Dirkjan 4 is een album met kaboutergrappen in een apart katern. Wat ook al zo’n constante was uit de beginperiode van de strip, die later in belang afnam. Dirkjan heeft in het eerste album aan hem gewijd zelfs nog gevangen gezeten voor mishandeling van kabouters.

Ze smaakten dan ook heerlijk.

In latere albums was er eerder sprake van vreedzame coëxistentie met de kabouters, en werden vooral grappen gemaakt die voortkwamen uit het verschil in grootte met hen.

In Dirkjan 4 gaan Bello en hij onder meer op vakantie, om dan per ongeluk op de Zuidpool te belanden, alwaar er ook ijsberen zijn. En eskimo’s. Ik schreef al vaker nooit humorist te kunnen worden, want zulke fouten tegen de werkelijkheid pijnigen me gewoon. Ik kan mijn benul zelfs niet helemaal uitschakelen bij het lezen van een humorstrip.

De eskimo’s in de strip zien hun fout overigens in, en vertrekken richting het noorden.

Tegelijk komen er in het album ook buitenaardsen naar hier op expeditie, om zich onder meer te verwonderen over de betekenis van de vele hondendrollen op straat — en met zulke logica heb ik dan weer geen enkel probleem.

Mark Retera, Dirkjan 4
48 pagina’s
Silvester, 2000

Dirkjan 21 ~ Mark Retera

Is er nog te lachen om een stripreeks als Guust Flater? Die over een nietsnut van een kantoorbediende gaat, in een inmiddels onherkenbaar verleden? Van toen er nog geen computers waren op het werk? Blijven al die variaties binnen een uiteindelijk vrij klein kader nog leuk, op den duur?

En dan denk ik wel de humor nog te kunnen inzien van een Guust Flater-album. Of anders kan ik altijd nog naar Franquin’s ongeëvenaarde lijnvoering staren. Toch zijn deze boeken al lang niet meer de voor de hand liggende keuze als ik gewoon even prettige afleiding zoek in wat getekende plaatjes.

Liever lees ik dan éen van de inmiddels eenentwintig stripalbums van Dirkjan.

Het gegeven dat er tegenwoordig in oktober elk jaar een nieuw boek uitkomt, geeft die maand dan ook altijd net iets meer.

En vanzelfsprekend is er ook heel veel voorspelbaar aan deze strip. Zo werken humoristische strips nu eenmaal. Dirkjan blijft uitgesproken lelijk, en altijd even blij naïef, terwijl het bij zijn huisgenoot Bert zo vaak toch weer om diens zucht naar bier gaat. Tegelijk lijkt me de kracht van de Dirkjan-reeks dat deze verder werkelijk alle kanten op kan waaien.

De striphelden kunnen avonturen beleven in alle tijden, en daarbij elk historisch personage worden. Al krijgt dit personage vervolgens wel de standaard eigenschappen van een Dirkjan of Bert.

In album 21 zijn ze bijvoorbeeld ineens even Spanjaarden in de 16e eeuw die Zuid-Amerika nog te veroveren hebben.

Aan deel 21 vielen me voornamelijk twee dingen op. Ik merkte ineens dat niet alle afleveringen van de dagstrip — die in verschillende kranten verschijnt — de uitgave hebben gehaald. En enige mogelijkheid tot selectie lijkt me ook goed. Nadat de makers wel eerst alle mogelijke variaties op een grap hebben kunnen uitproberen vanzelfsprekend — in een krant valt dat niet op, waar dat wel zo is in een boek achter elkaar gezet.

Verder vielen me geen grappen op die verwezen naar een inmiddels achterhaalde actualiteit. Of het moest zijn dat de sociale media die de personages in de strip gebruiken over een tijd ingeruild zullen zijn voor een ander. In eerdere albums kwamen namelijk veel vaker grappen voor die merkwaardig snel zijn achtergebleven in de tijd. Dan moest ik bijvoorbeeld in een poppetje de artiest ‘Jim’ herkennen. Terwijl me niets bekend is over die Jim; omdat die bekend was geworden door TV-programma’s voor een publiek waartoe ik nooit behoord heb.

Of dan werd Balkenende ineens een personage. Terwijl niets een uitgave zo snel veroudert als het noemen van de naam van een even alom in de media aanwezige politicus — in de jaren voordat deze wel heel makkelijk switchte naar het internationale bedrijfsleven.

Nu ja, er is éen grap die ermee speelt dat de huizen verzakken in Groningen, door de gaswinning. Alleen is dat achtergrondkennis die de lezer zelf in mag vullen, geheel onnodig om de clou te begrijpen. En de schilderkunsten van Frank Visser komen aan bod; die momenteel enkel bekend is bij kijkers naar het TV-programma De rijdende rechter.

Humor ontstaat als er plots even merkbaar wordt afgeweken van een bestaande werkelijkheid. Alleen moet het publiek van de grappenmaker dan wel dus die werkelijkheid kennen, en mogelijk zelfs delen. Daar zit sowieso al een moeilijkheid.

Het dan allereerst in absurdisme zoeken, kon weleens het beste antwoord zijn op het probleem om grappig te blijven.

Mark Retera, Dirkjan 21
46 pagina’s
Mandarijn, 2015
[illustratie uit het besproken boek. click voor groter]

Dirkjan 01 ~ Mark Retera

Begin met iets, en het duurt een tijd voor er zekerheden zijn gekomen. En pas als er zulke patronen bestaan, wordt het mogelijk om daar dan creatief mee te spelen.

Ofwel, zou ik iemand moeten wijzen op het beste dat boeklog te bieden heeft dan is de kans niet groot dat ik daarbij logjes uit het beginjaar noem. Want toen moest alles nog uitgevonden worden. Daarentegen lag het niveau in 2014 soms verrassend hoog. Misschien omdat ik toen blij was boeklog na tien jaar te mogen afsluiten. Waarschijnlijk omdat negen jaar routine toen het schrijven zo hielp.

Netzomin is de eerste bundeling van de strip Dirkjan zo sterk als de delen later zouden worden. Te duidelijk wordt bijvoorbeeld ook zichtbaar dat de inhoud niet in éen aangesloten periode tot stand kwam. Het album lijkt een bloemlezing uit een grotere verzameling van wat Mark Retera zoal had gemaakt al. Zo zijn de personages in het begin van het boek net wat anders getekend dan dezelfde types aan het eind.

Bovendien is de juiste maat nog niet gevonden. Mark Retera en zijn helpers schieten te makkelijk van het ene uiterste in het andere. Het is niet genoeg dat Dirkjan en zijn huisgenoten last hebben van inwonende kabouters. Ze eten deze ook op.

Dirkjan belandt meteen in het begin van het boek ook al in de gevangenis om kabouterpesterij. Om daar slechts éen strook te verblijven. Want dan is het grote ontsnappen al begonnen.

Wordt hij veel later nog weer in een psychiatrische inrichting opgesloten.

Dirkjan 01 zal daarom het aardigst zijn voor lezers die de reeks al om omarmd hebben. Voor wie het aardig is om te zien dat de strip al vanaf het begin buitenaardse wezens opvoerde als personage. Of Opa Bokma. Of Bert. Die in de albums hierna ineens weer verdween, tot hij voor de serie uiteindelijk een even belangrijk personage als Dirkjan zou worden.

Mark Retera, Dirkjan 01
46 pagina’s
Big Balloon, 1996

click illustratie voor groot

Dirkjan 22 ~ Mark Retera

Oktober brengt elk jaar niet alleen een nieuw Dirkjan-album. Ik mag dan ook een paar recente uitgaven herlezen van mijzelf. Wat dan werkt als plezier verdubbelaar. Het duurt een jaar of drie, en dan kan ik zo’n uitgave bijna helemaal herlezen alsof het een eerste kennismaking was.

De eerste lezing van zo’n album zegt ook nog niet zo veel. Ik kan niet alles zien. De inhoud is dan te nieuw — ik lees de kranten of tijdschriften niet dagelijks waar Dirkjan in verschijnt.

Ditmaal viel me hoogstens op dat er een opvallend grote hoeveelheid aan de actualiteit gebonden grappen voor deze uitgave is geselecteerd. Zo was het blijkbaar nodig om ene Donald Tromp ineens leerling te maken van de Kutschool; waar onder meer al Jan Peter Balkenende en Geert Wilders hem voor gingen.

Eén van deze politici is inmiddels vrijwel vergeten. Dat het die andere twee toch vooral net zo moge vergaan.

Grappen over superhelden ontbraken dan weer bijna helemaal in dit boek. Op éen na, als De Hulk invalkracht is op diezelfde Kutschool.

Ook de smurfen miste ik node.

Aan langere verhalen is er éen over een bruiloft, met Bert als ceremoniemeester. En dezelfde Bert schopt het in een ander verhaal tot bondscoach van het Nederlands elftal.

Ondertussen deed e-commerce opvallend zijn intrede in de wereld van Dirkjan en Bert. Of dat computers inmiddels alles van je kunnen weten. Smartphones zijn er ineens. Selfie-sticks.

Opvallend genoeg viel het mij als fietser meteen op dat ook Mark Retera geen racefietsen tekenen kan. Die fiets op de voorplaat heeft wel een derailleur bijvoorbeeld, maar weer geen mogelijkheid om te schakelen. Bovendien worden de remkabels al sinds midden jaren tachtig weggewerkt onder het stuurlint, vanwege de aerodynamica.1

Bij de wegwedstrijd in de eigenlijke strip dan weer komt iedereen op baanfietsen aanzetten — zonder remhandels aan het stuur. De tekenaar heeft zich duidelijk gedocumenteerd. Dat scheelt.

Goed, zo’n plaatje verschijnt eerst in de krant. Op dat grove papier vallen subtiele details weg. En als Retera een auto tekent, kijk ik niet of die wel alle achteruitkijkspiegels heeft.

Hanna-Barbera gaven hun personages slechts drie vingers in de tekenfilms; want dat tekende zo veel makkelijker. Presenteer je informatie vlot in beeld, en je komt met bijna alles weg.

Realisme verwachten van een humoristisch bedoelde strip met karikaturaal getekende personages is dus onzinnig. Zo stoort het me ook niet in de grap hierboven dat Dirkjan niet gewoon zijn telefoon gebruikt om de foto van het Loch Ness-monster de wereld in te zenden, maar daartoe zelf naar de krant toe loopt.

Alleen werkt de fiets-test inmiddels dus voor mij als lakmoesproef voor tekenkwaliteit; waar veel anderen allereerst kijken of iemand vingers tekenen kan. En fietsen worden bijvoorbeeld vrijwel altijd te groot afgebeeld in verhouding tot het poppetje dat erop zit.

Ik zie namelijk altijd een circusbeer op een kinderfietsje rijden, als ik mijzelf op de fiets weerspiegeld zie in een grote winkelruit. Blijkbaar kleurt die frustratie dus ook mijn kijken naar wat anderen maken.

Mark Retera, Dirkjan 22
48 pagina’s
Mandarijn. 2016
  1. Overigens ontbreken de remmen dan weer. Net als de rechterachtervork. []

Dirkjan 03 ~ Mark Retera

Wie weleens een boek wil lezen, komt er niet altijd onderuit om zo’n uitgave eerst nog aan te schaffen. Bibliotheken hebben lang alles niet. Familie en vrienden al evenmin. En daarom koop ik nogal eens een titel met frisse tegenzin.

Liever geef ik mijn geld uit aan iets dat zich al bewezen heeft, dan aan iets onbekends; aan vage beloftes, die al te vaak gebroken werden.

Een boekenverzamelaar ben ik daarom niet. Zelfs al vertellen de boekenkasten in mijn huis wellicht een ander verhaal. En toch kan ook een zekere drang tot compleetheid me niet worden ontzegd. Als een schrijver indruk maakt, ligt het al gauw in de rede om meer te willen lezen van hem of haar. Ook als het daarbij dan om bijboeken gaat, niet om de hoofdboeken.

Dus enige verzamelaarsdrang is er wel. Wat vast op van alles wijst, psychologisch gezien. In een onzekere wereld, waarin de nieuwsmedia elke dag nieuwe doem prediken staat éen mens alleen vrijwel machteloos tegenover alles. Waar hij nog wel controle over heeft, is dan zoiets simpels als de hele reeks Dirkjan-strips lezen.

Dat is dan ook een dubbele ontsnappingstruc.

Deze reeks bevat bovendien geen delen die met tegenzin werden gekocht.

Aan Dirkjan 3 viel me op dat de strip zijn uiteindelijke ritme aan het krijgen is; zeker in vergelijking met de twee oer-albums ervoor. Al lagen toen, een kleine twintig jaar terug alweer, de accenten wat anders dan nu. Dit deel biedt nog opvallend veel grappen over kabouters, of buitenaardse wezens. Later werd dat anders. Ook mocht Dirkjan nog zelf voor superheld spelen. Later kwamen vele superhelden uit andere strips gezellig even een gastoptreden doen. En toch staan er geen grappen in die nu niet opnieuw in de krant gepubliceerd zouden kunnen worden.

Hoogstens valt op dat Bert nog niet zo vaak in de stroken voorkomt die samen een langer verhaaltje maken, dan in de latere boeken gebeurt. Of dat er nog amper vrouwen voorkomen in de strip.

En toegegeven, ondanks dat het Elfsteden-comité deze week de helm verplicht heeft bij het rijden van de tocht der tochten, zijn er al enige tijd geen actuele grappen meer te maken over het schaatsen op natuurijs. Anders dan in dit album gebeurt. De aarde warmt op. Zelfs de Noordpool moet het ineens met minder ijs doen. Een hele generatie kinderen snapt straks de clichés niet meer waar mee in dit stripboek wordt gespeeld.

Voordeel van een stripalbum als dit is verder dat er een simpele lakmoesproef bestaat om over de inhoud te oordelen. Moest ik daar weleens om lachen, of niet? Ondanks alles in de wereld waar ik niets aan kan doen en dat toch deprimeert? En ja hoor, dat gebeurde.

Mark Retera, Dirkjan 3
48 pagina’s
Big Balloon, 1999

Dirkjan 02 ~ Mark Retera

Dirkjan kan alles worden in zijn strip. Nu ja, bijna alles. Hij blijft een lelijke man. Vrouw is hij nooit. En ik merkte inmiddels ook dat het me ergert als hij om de grap ineens een misdadiger wordt — want die rol past dan blijkbaar evenmin bij hem.

En dat de hoofdpersoon van alles kan doen, biedt de makers van de strip grote vrijheid om de lach op te zoeken. Wat de albums van de reeks prettig onvoorspelbaar maakt. Waardoor ze enorm goed te herlezen zijn.

Daarmee ook valt bijvoorbeeld op hoe sleets de formules worden in andere stripreeksen. Altijd weer moet die toverdrank worden ingezet bij het vechten. Of steevast blijft er een teletijdmachine nodig om een andere omgeving te verkennen. Niets van dit al bij Dirkjan.

Onthouden gaat me misschien daarom wel behoorlijk slecht af. Over drie vier jaar zijn vrijwel alle grappen in een album als dit weer als nieuw.

En toch kan in een vroeg deel, zoals Dirkjan 2, ineens opvallen dat de strip meer dan éen sjabloon heeft. Zo geeft Dirkjan in dit album ineens les op een school, die toch duidelijk herkenbaar is als de onderwijsinstelling die later in de albumreeks officieel de Kutschool ging heten. Frankie Sanders blijkt zelfs dan daar al leerling te zijn.

Mijn sympathie gaat uit naar een schooljongen die van zijn makers niet ouder worden mag, en daardoor eeuwig veroordeeld is om les te volgen. Jaar in jaar uit. Nu al decennia lang.

Maar Van Druten, zoals de man later in de serie heet, is dan nog enkel een nerd met een overbijt, die geen vriendin kan krijgen. De rol van leraar aan de Kutschool, die dit personage later met zoveel verve zal neerzetten, onder meer, had hij in dit album nog niet. De juiste puzzelstukjes waren er daarmee wel, alleen lagen ze nog los.

Dirkjan de strip komt voort uit de studentenwereld. En aan een vroeg album als Dirkjan 2 valt dat op. De makers treden nog geen grote einden buiten de hen bekende wereld. Ze beseffen nog niet hoeveel vrijheid ze hebben. Want er wordt eens om een nieuwe huisgenoot gezocht. Dirkjan mag eens op vakantie van hen. Hij runt eens een pizzeria, en hij geeft dus eens les op school.

Opvallendste uitstapje in het boek is nog wel diens verblijf in een psychiatrische inrichting — die dan meer van een gevangenis heeft, zoals in de strip Lucky Luke voorkomt. Alleen verbleef Dirkjan in deel 1 van de strip ook al zowel in het gevang als in een inrichting.

Dirkjan 2 eindigt met een western-strip die eens niet in het krantenformaat staat van drie plaatjes per strook. En anders dan in Lucky Luke gaan er daarbij wel kogels door hoofden in beeld. Als stijlvariatie is zoiets aardig, en de makers zullen er ongetwijfeld veel werk in hebben gestoken. Toch is dus éen blijvend voorspelbare eigenschap van Dirkjan me wel zo lief: dat er in elke strook in het laatste plaatje een grap volgt.

Mark Retera, Dirkjan 2
48 pagina’s
Big Balloon, 1998

Dirkjan 23 ~ Mark Retera

Het Dirkjan-album voor de jaargang 2017 is nogal eens retro, zo viel me op. Grappige situaties die jaren terug al bedacht zijn, gingen de herkansing in met dan een nieuwe, en soms opvallend goede variant.

Met kinderen op kamp gaan, kwam bijvoorbeeld weer eens langs als verhaalidee. In de langste vertelling uit het album maakte Opa Bokma een reis naar zijn Verborgen verleden, zoals Dirkjan ook al eens overkwam. Zelfs de buitenaardse wezens kwamen weer even buurten.

Deze constatering is alleen geen kritiek. Want de makers van de strip hebben in de loop van de afgelopen decennia voldoende krankzinnigheid gemunt om daar niet ook zo af en toe uit te mogen recyclen en er weer iets nieuws van te creëren.

Verder maakte ‘Dirty Bert’ plots zijn rentree in dit album — daar waar Bert voor het laatst zo bruut met een grote revolver zwaaide in Dirkjan 10, uit 2005.

Toch. Hoeveel jonge lezertjes zouden nog direct de link kunnen leggen tussen dit personage en de Dirty Harry-films van Clint Eastwood? Want waarom zou iemand bijvoorbeeld nog naar oude trage meuk gaan kijken, als de nieuwe meuk zo veel flitsender en gewelddadiger is?

Dat Amerikanen overdreven gewelddadig kunnen reageren op iets, is natuurlijk een alom bekend gegeven in de recente geschiedenis. Alleen lijkt Bert me geen Amerikaan.

Een andere vraag die dit boek opriep: is Ben Cramer werkelijk nog altijd de meest bekende levende Ben in Nederland? Dat het telefoonmerk Ben niet werkt in die grap, dat begrijp ik ook nog net wel.

Toch moet het een enorme handicap zijn voor een humorist dat wij als Nederlanders almaar minder cultuur met elkaar gemeen hebben.

Al te nadrukkelijke verwijzingen naar de actualiteit van 2016/2017 zijn er gelukkig niet veel in het album. Zelfs al kan ik niet wachten tot het moment dat een grap waarin Facebook een rol speelt, onbegrijpelijk is geworden.

Maar dat Donald Trump de nieuwe president van de VS kon worden, blijft nog altijd een vrijwel ongeloofwaardig gegeven. En zou het niet mooi zijn als de vroegere Rijdende Rechter echt kon bemiddelen in het conflict tussen deze Trump en Kim Jong-un?

Ook krijgt Van Druten éen van de debuterende politici in het nieuwe parlement als leerling in zijn klas: die oude fat van het Forum voor Democratie; waar ze op zo’n nette manier aan fascisme doen — ze hebben er dan ook voor doorgeleerd.

En Van Druten rekent op de voor hem kenmerkende manier af met deze pupil. Waarmee hij opnieuw laat zien dat een loopbaan van vijfentwintig jaar in het onderwijs helemaal niet slopend hoeft te wezen voor leraren met nog wat eigen initiatief.

Toch waren het vooral de losse grappen, zo tussendoor, die in Dirkjan 23 de meeste indruk nalieten. En of zo veel terugkijken ook tot een vintage album heeft geleid, is me bij eerste kennismaking nog niet duidelijk. Hoogstens viel me weer op dat zo’n album als dit eigenlijk nooit tegenvalt. Wat een mirakel is op zich.

Mark Retera, Dirkjan 23
48 pagina’s
Mandarijn, 2017

Dirkjan 24 ~ Mark Retera

Tentenmaker De Waard ging begin augustus dit jaar failliet — en prompt werden er in de dagelijkse krantenstrip Dirkjan grapjes gemaakt over de wel heel ouderwetse degelijkheid van de De Waard-producten. Enkele voorbeelden daarvan zijn al opgenomen in dit album, Dirkjan 24. Dat is officieel uitgekomen op 2 oktober.

En dan kan ik me vergissen in de complexiteit van het maken van zo’n jaaroverzicht aan beste stroken, en dan zal het best dat er op de valreep nog een grap of wat kon worden ingeschoven, of verwisseld. Toch, in anderhalve maand even zo’n boek maken, drukken, en distribueren, is vlot.

Meest belegen grappen in dit album gaan waarschijnlijk over het bondscoachschap van Dick Advocaat. Van wie mij niet eens was opgevallen dat hij het Nederlands voetbalelftal weer eens had geleid, tot in de herfst van 2017. Al is een troost dat bijna niemand gemerkt dit gemerkt heeft, omdat dit elftal zo matig presteerde, aldus een grap ook in dit boek.

Advocaat werd in dit album getekend als een ei — of als Humpty Dumpty. En was dat dan misschien een metagrap van de makers?

Vroeger maakten ze nog weleens een heel nummer van zulke literaire of cultuurhistorische verwijzingen. Album 24 bood weinig van dat, al waren er wat losse grappen. Dat ene schilderij van Courbet kwam langs, en variaties op de films Alien en Once upon a time in the west.

De lezer, of plaatjeskijker, wordt verder geacht bekend te zijn met het TV-programma Temptation Island, of dat mannen zich tegenwoordig thuis niet meer uren afzonderen in het koude knutselschuurtje. In plaats daarvan worden luxe ‘mancaves’ ingericht.

Van de matigste reeks grappen, voor mij, staat de beginscène ook op het kaft afgebeeld. Wat doet vermoeden dat de makers de humor die daarmee ontstond juist wel heel geslaagd achten.

Opa Bokma bleek al mensen te hebben kunnen klonen lang voordat de reguliere wetenschap daar aan toe was. Gewoon, uit schilfers huid die hij van zijn bank plukte. Die klonen zijn vervolgens tot leven gewekt in een pop, als waren het rupsen of insectenlarven — vreemd overigens dat het Engels daar wel nog een apart woord voor heeft: chrysalis.

Alleen hebben de gekloonde mensen kleding aan die in deze kunstmatige placenta’s zitten.

Ongetwijfeld is dit gedaan om ze zo meteen te kunnen herkennen. Zo’n dagstrip heeft slechts drie plaatjes. Woekeren is dat met ruimte.

Mijn probleem wordt dan alleen dat grappen wel consequent moeten worden uitgevoerd. Klonen, van huidcellen, da’s best. Maar dat kleding dan tegelijk mee kloont, lijkt me sterk. En als de grap heel anders zit, en al die klonen hun placenta zien als permanente woonruimte is juist dat weer raar.

Professioneel grappenmaker zal ik daarom nooit worden. Mijn wereldbeeld zit nogal strikt in elkaar. En vanzelfsprekend is het vreemd om consequente logica te verlangen in een strip die doorgaans heel prettig ontregelt. Maar toch…

Mooiste aan het uitkomen van een nieuw album in oktober blijft overigens dat ik prompt ook enkele albums ga herlezen die de afgelopen jaren verschenen, om zo de lach te laten voortduren. Dat kan met deze albums. Daar worden ze niet minder van. Net als dat het nu geen enkel probleem was sommige grappen al te kennen van de website dirkjan.nl. Integendeel. Het bombardement met grappen, goed en slecht, fout en melig, kan me soms niet lang genoeg duren.

Mark Retera, Dirkjan 24
46 pagina’s
Mandarijn, 2018