deze boeklogjes vormen het dossier:

Mythische verhalen over boerenknechten

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Schrik van het westen ~ Max Brand

Frederick Schiller Faust heette de man, maar hij publiceerde honderden boeken onder verschillende pseudoniemen. Zoals Max Brand. Eerder stond ik elders al eens stil bij het gegeven hoezeer pulpboekjes als die van hem hebben bijgedragen om van mij een lezer te maken.

Faust stierf in 1944. Zijn kojbojboekjes spelen zich af in een tijdloos verleden even daarvoor, waarin paarden nog het belangrijkste vervoermiddel waren.

Ik had er even behoefte aan gedachteloos snel wat tussendoor te kunnen lezen. Om éen of andere reden ben ik op het moment in wel vijf boeken tegelijk bezig van meer dan 400 pagina’s. Die schieten niet op.

En Max Brand was heel niet slecht voor het hap-slik-doorlezen. Vooral de duidelijk Vlaamse vertaling uit het Engels was zonder meer plezant, omdat die mij nieuwe uitdrukkingen opleverde als:

Je deed het dus niet alleen om haar stiefvader een pad in de korf te zetten? [120]

Goed, een boekje als dit bestaat dan uit een schematisch verhaal, nogal veel dialoog, en opvallend weinig beschrijvingen. Daardoor heeft het vaart. Dat schema was in dit geval zelfs interessant te noemen — buitenwereld houdt jonge krachtpatser voor veel bedreigender dan hij is — en de ontknoping kwam nog vrij onverwacht.

Het is nu niet zo dat ik, zoals bij een Dick Francis, behoefte voel al die vijfhonderdzoveel boekjes van Faust te gaan lezen. Tegelijk had het allemaal veel erger gekund.

Max Brand, De schrik van het westen
144 pagina’s
Zuid Nederlandse Uitgeverij | Centrale Uitgeverij, 1973
Vertaling van: The Big Trail, 1956?

Eeuwige strijd ~ Zane Grey

Grey was een ongelukkige tandarts, die later miljonair werd door de verkoop van zijn boeken. Hij was éen van de eerste auteurs die hierin slaagde, moet daar dan altijd bij worden gezegd.

Bekend werd Zane Grey [1872 — 1939] om zijn verhalen over de Amerikaanse ‘frontier’ — die opschuivende grens tussen beschaving en wildernis. Daardoor hielp hij mee om het mythische beeld te vestigen van de cowboy als eenzame held. Daar was nu eenmaal behoefte aan. Het enorme land dat de Verenigde Staten ging heten, moest voor de blanke bewoners nog helemaal gevuld worden met verhalen.

De roman Boulder Dam [De eeuwige strijd] speelt zich wat later af in de tijd, ergens in het begin van de jaren 1930. Amerika is dan nog drooggelegd, er woedt een economische crisis, en in deze periode bouwden mensen aan een enorme dam in de Colorado rivier.

Als decor lijkt me dit geen slechte keuze. De omstandigheden op en rond de bouwplaats waren slecht. Vele arbeiders stierven, net als hun vrouwen en kinderen; omdat ze middenin éen van de heetste gebieden van het land moesten wonen.

Toch koos Zane Grey voor een ander verhaal. Hij laat een gesjeesde student daar een held zijn, door hem tot een bouwvakker te maken die zijn grenzen leert overwinnen. Dat gebeurt dan door hem meermaals sabotage aan de dam in aanbouw te laten voorkomen.

Geheel volgens de sjablonen van het pulpverhaal neemt de held daarop telkens de lof over zijn ingreep met grote bescheidenheid in ontvangst.

Eén van sabotagepogingen gebeurt atypisch genoeg door enkele communisten — die al betrapt worden voor ze schade kunnen aanrichten. Terwijl dezelfde lieden zo veel schade meer hadden kunnen veroorzaken, enkel door tot staking op te roepen tegen de leefomstandigheden; ware dit een geschiedenis geweest die zich in de werkelijke wereld had afgespeeld.

Zane Grey leende slechts wat aspecten uit die werkelijkheid. Het decor. De drooglegging, en daarmee het bestaan van dranksmokkelaars. De opkomst van Las Vegas als stad vol vermaak; en alle randverschijnselen die daar dan bijhoren. En hij liet zijn held een gesjeesde topsporter zijn. Wat me normaal niet vreselijk had geïnteresseerd. Ware het niet dat Grey voor hij tandarts werd nog geprobeerd heeft om een prof-honkballer te worden — daartoe aangezet door zijn successen in de sport tijdens zijn studie.
.
De biografie van deze schrijver uitzoeken, leverde namelijk interessanter leesmateriaal op dan zijn boek. Want in de VS hebben ze helaas een obsessie met onkreukbare superhelden, die dus in de kojbojboekjes zal zijn begonnen — lang nog voor er superhelden in de strips werden vereeuwigd. En mij interesseert het eendimensionale van die verhalen niet meer zo.

Ik stam nu eenmaal uit de Europese cultuur, waarin de hoofdpersoon in boeken, toneelstukken, en films, gauw eens een schlemiel is; met wie kan worden meegeleefd. Waarbij een verhaal niet altijd een happy ending heeft.

Maar dat ik van boeken als deze smulde als jonge tiener heeft verder geen uitleg. Volwassenheid komt nu eenmaal ook met het harde besef dat er geen helden bestaan. En dat jij je daarom beter geen helden maken kunt.

Zane Grey, De eeuwige strijd
144 pagina’s
Zuid-Nederlandse uitgeverij, 1973
vertaling door Hendrick van Diest van Boulder Dam, 1963