Reacties op: Als de bloem tot een groter oordeel dwingt http://eamelje.net/2009/04/09/als-de-bloem-tot-een-groter-oordeel-dwingt/ it is dochs oars Wed, 26 Jun 2019 06:58:59 +0000 hourly 1 Door: eamelje.nethttp://eamelje.net/2009/04/09/als-de-bloem-tot-een-groter-oordeel-dwingt/#comment-27281 Thu, 09 Apr 2009 20:26:27 +0000 http://eamelje.net/?p=5775#comment-27281 Het lijkt inderdaad wel of Komrij dat genre besprekingen heeft gemonopoliseerd — vorig jaar nog met de bundeling van honderd eerdere gedichtrecensies in Komrij’s canon.

Ik moet ook zeggen dat bij veel van de gedichten die ik bewonder er iets abstracts meespeelt, dat niet in een tekstuele bespreking te benaderen is. Dan gaat het toch om de muziek van de woorden; iets in klank en ritme dat directer en harder toeslaat dan woord en betekenis.

]]>
Door: Achille van den Brandenhttp://eamelje.net/2009/04/09/als-de-bloem-tot-een-groter-oordeel-dwingt/#comment-27280 Thu, 09 Apr 2009 18:41:58 +0000 http://eamelje.net/?p=5775#comment-27280 Eerlijk gezegd steekt het mezelf een beetje, dat ik het zo weinig over poëzie heb. Daar is inderdaad een deel schroom bij, om in nietszeggende veralgemening te vallen.

Daarnaast ben ik ervan overtuigd dat de enige juiste manier om over poëzie te spreken is, dat op basis van één gedicht te doen. Het dwingt de bespreker in detail te treden én de lezer kan te allen tijde controleren waar de bespreker het over heeft, in het integraal geciteerde gedicht.

Wat mij dus steeds opnieuw treft, is het grote gebrek aan dat type besprekingen — in de blogosfeer, maar ook in de traditionele poëziekritiek. Poëzie is jammer genoeg bij uitstek het genre dat zich leent voor ronkende beginselverklaringen en andere zelfvergroting. Daar heb ik nu werkelijk het schurft aan. Zelfs De Contrabas, een prima site, gaat voornamelijk over randfenomenen (nieuwe bundel van zus of zo, festivalletjes, puberachtige polemiekjes over de enige echte ware poëzie).

Ander voorbeeld: de reuring rond ‘Hotel New Flanders’, het eerste echte overzicht van de Vlaamse poëzie. Daarbij ging het vooral of er nu een Vlaamse poëzie bestaat of niet, en wie daar nu bij gerekend moet worden. Kan me niet bommen, die discussie. Wat me stoort aan de inleiding bij die bloemlezing is dat ook daarin weer geen enkel spoor van een concreet gedicht waar te nemen valt. Zal ik eens een stukje over schrijven.

Best gênant: al die gedichten, en niemand die ooit getuigenis aflegt over het lezen ervan. Over bundels, oeuvres, grote thema’s, roergangers, stromingen, dat wel. Maar gedichten?

]]>
Door: eamelje.nethttp://eamelje.net/2009/04/09/als-de-bloem-tot-een-groter-oordeel-dwingt/#comment-27279 Thu, 09 Apr 2009 15:53:59 +0000 http://eamelje.net/?p=5775#comment-27279 Ha, spreekt u zich eindelijk eens uit over de vele poëzie die u leest. Niet dat het onbegrijpelijk is dat Achille van den Branden daar nooit over gaat. Als poëzie een verheviging van een moment is in taal — om maar eens éen definitie te gebruiken — dan slaat dat de bespreker zo makkelijk met stomheid. Daar wel woorden aan willen wijden kost meer ruimte dan het gedicht, en is op zijn best een stamelende benadering van het gedicht direct al brengt.

De onthoudbare regel is maar een luttel aspect van wat poëzie interessant kan maken. Maar het is tenminste een benoembaar aspect. Dus overdrijf ik het hier wat. Uiteindelijk blijft het wonderbaarlijk wat taal soms uitrichten kan.

]]>
Door: Achille van den Brandenhttp://eamelje.net/2009/04/09/als-de-bloem-tot-een-groter-oordeel-dwingt/#comment-27278 Thu, 09 Apr 2009 14:08:15 +0000 http://eamelje.net/?p=5775#comment-27278 Altijd op zoek naar een representatieve flard wist ik bij Kossmann al snel ‘dit moet ‘m zijn’, uw stukje van zondag indachtig. Ik laat het toeval graag zijn werk doen.

Maar dat poëzie datgene is wat blijft hangen, gaat alvast niet op voor mij. Volgens die redenering zouden alle onverkwikkelijke radiodeuntjes die ik niet uit mijn kop krijg de enige echte muziek zijn.

Poëzie ligt net besloten in de uitnodiging tot herlezen, vind ik. Poëzie is voor mij (hoewel niet altijd, natuurlijk) een korte, verhevigde tekst die door zijn complexiteit juist aanspoort tot herlezen. Van goede gedichten blijven we praktisch nooit hele regels bij (kan ook aan mijn geheugen liggen) maar een sfeer, een beeld, een herinnering aan schoonheid. Om die sensatie opnieuw te beleven zit er maar één ding op: dat gedicht opnieuw lezen. In ‘In liefde bloeyende’ en ‘Trou moet blycken’ heeft Komrij dat mechanisme afdoende beschreven.

Niettemin ken ik de geneugten van het memoriseren — de ultieme manier om je een gedicht eigen te maken. Het is een kwartier fietsen naar mijn werk, een tijd die ik enkele jaren geleden trachtte te bekorten door lange gedichten van Claus na te zeggen. Zou ik weer eens moeten doen: ik betrap mezelf er nog steeds op ‘Envoi’ of ‘Ava Gardner’ te lippen op dode momenten. In de file, of wachtend op een trein met vertraging. De vreemde blikken van omstaanders beschouw ik als een aangenaam surplus. Wat een weelde moet het zijn als je, zoals Robert Benigni, de Divina Commedia uit het hoofd kent.

En zeer terecht is die verzuchting waar u een tijd geleden naar linkte van — wie was het, Clive James? — dat dichters zo weinig regels herhalen binnen een gedicht. Of ze zich schamen voor dat lompe, middeleeuwse procédé.

Mooie reeks van vier, trouwens.

]]>