Honderd meter

spriny final

Laatst, toen ik even met iemand praatte die heel wat uren met mij op de atletiekbaan had doorgebracht, kwam het gesprek op wat al dat sporten ons nu had gebracht.

Misschien had ik moeten zeggen dat mijn linkerknie inmiddels drie keer zo oud is als ikzelf, naar slijtage gerekend. Maar mijn spontane antwoord was het hardlopen me afstanden had leren schatten.

Ik weet hoe lang honderd meter is. En te vaak genoeg verbaast het me hoe weinig mensen werkelijk een besef van afstand hebben.

Honderd meter duurt trouwens een minuut, in mijn normale wandeltempo. Ooit kon ik dat ruim vijf keer zo snel. Maar ach, een goede sprinter was ik niet, en de tweehonderd meter lopen beviel me heel wat beter. Als die snel moest, hing ik zo lekker schuin in de bocht. En de centrifugaalkracht gaf me dan nog zo’n lekkere zwiep mee in de rug het rechte eind op.

Toch is er niets aan om naar de tweehonderd meter sprint te kijken op televisie. Iedereen loopt die in zijn eigen baan, waarvan sommige gunstiger zijn dan andere; het duurt een hele tijd voordat duidelijk is wie voorop ligt.

Misschien dat dit de grote aantrekkingskracht van de honderd meter sprint verklaart. Van iedere deelnemer is op ieder moment van de race duidelijk waar die is.

Voor mij zit het mooie van de honderd meter sprint in de psychologische oorlogsvoering tussen de deelnemers. Om hun uitstraling in de series; of alleen al dat ze eigenlijk een gespierder bovenlichaam hebben dan nuttig is.

De BBC liet gisteravond gelukkig bijna tien minuten lang de hele aanloop naar de sprintfinale van de mannen zien. Op het oog gebeurde er niets, dribbelden de atleten wat heen en weer, en maakten ze wat proefstartjes. Tegelijkertijd was de wedstrijd al drie kwartier eerder begonnen. Toen ze zich melden moesten, om met zijn allen in een klein kamertje op hun beurt te wachten.

En het is jammer dat televisieregisseurs zo veel beeldwisselingen maken, uit angst dat het publiek anders wegzapt. Mij had een statisch shot van de startblokken volstaan.

Want, zou er iemand stiekem het blok van een concurrent verplaatsen? Het gebeurt. Rochelde er soms iemand een flinke fluim op de plek waar een tegenstander zijn vingers neer zou zetten bij de start? Dat schijnt vrij normaal te zijn.

Nu toonde de televisie alleen hoe de atleten de hele tijd niet naar elkaar keken.

Enfin, uiteindelijk vindt de start dan plaats, en zo’n race is dan binnen tien seconden over. Maar dat vind ik allemaal zo boeiend niet meer [zie ook wat ik eerder vandaag schreef]. Het gaat me tegenwoordig puur om de emoties daarvoor, dat blote imponeergedrag van al die mannetjes. De aap mens.


[x]#738 fan maandag 23 augustus 2004 @ 17:56:58


© eamelje.net 2001-2019. Alle rechten voorbehouden