Lijkschouwing vi
“Koart pleit”, dat is de term die Omrop Fryslân gebruikt voor kort geding; zo’n spoedeisende civiele procedure waarin advocaten ineens procureurs heten, en een rechter als scheidsrechter tussen twee strijdende partijen optreedt.
“Koart geding” kan net zo goed. En is zelfs aanmerkelijk beter. Want achter dat woordje geding zit een hele geschiedenis die in het Fries onbelicht blijft.
Ding/thing/ting had ooit de betekenis van vergadering, waar dan ook rechtgesproken kon worden. En zo wordt het woord ook nu nog gebruikt, in verscheidene talen. Het IJslandse parlement heet Alþingi. Het Noorse dan weer Storting, ofwel grote vergadering. Het gerechtsgebouw in Oslo heet Tinghus.
Ook in het Nederlands leeft de juridische achtergrond van de term in afgeleide betekenis voort, in een werkwoord als “bedingen” of constructies als “dingen naar.” Beide vormen bestaan ook gewoon in het Fries.
Dit maakt het waarschijnlijk dat alleen omdat het Fries eind 15e eeuw ophield de taal van het gezag te zijn, en de wetboeken in het Nederlands zijn opgesteld, dat woordje geding nooit in de taal opgenomen. Alle woordvormen met ge- worden bijna steevast als vreemde smet gezien.
Ook het Woordenboek der Friese taal wijst door naar “pleit”; al kan het niet om een vermelding van geding heen, omdat Fedde Schurer het woord ooit zo gaaf in een gedicht gebruikte:
Grif wurdt ien dei de lêste
Yn dit koart geding
Wat ik met dit alles zeggen wil, is dat het moderne geschreven Fries bij nadere beschouwing zo vaak een kunstmatig bedachte taal blijkt te zijn. Omdat invloedrijke instellingen een duidelijke angst hebben om woorden te gebruiken die ook al zo in het Nederlands bestaan.
[x]#831 fan dinsdag 19 oktober 2004 @ 00:00:03
lieuwe op 19 oktober 2004 @ 11:32:24
Sizzen is neat, mar dwaan is een ding!