Nerd koopt volkscomputer i

De computer is voor mij in de eerste plaats gereedschap. En gereedschap hoeft maar éen eis te voldoen; het werk moet er makkelijker mee gaan. En dit valt met computers nog lang altijd niet mee.
Techniek is prachtig, maar alleen als die werkt. En omdat het met computers op zo veel niveaus mis kan gaan — van elektrische stormpjes op het moederbord tot trojaanse paarden in de e-mail — verkeert deze technologie goedbeschouwd nog in een vrij primitief stadium. Iets dat extra opvalt in retrospect; terugkijkend op de afgelopen vijfentwintig jaar die ik nu computers gebruik. Verbazingwekkend met hoeveel vreugde ik ooit een nu hopeloos ogend apparaat in gebruik nam.
Want dat is toch het rare aan die computer. Ik krijg toch altijd een band met zo’n ding die verder gaat dan de eerste blijheid over de aankoop. Dat was zelfs al zo voordat internet de computer ook tot een medium voor communicatie maakte. Gereedschap dat van nut is geweest bij het volbrengen van een taak, of een verplichting, wordt daarmee schijnbaar automatisch meteen ook nuttig gereedschap. Een wapen, in de strijd.
Van alle computers die ik ooit heb gehad, is de band met mijn laptops altijd het grootst geweest. Die reizen tenslotte overal mee naar toe. Daarop heeft zich mijn wereld samengevat. En in doodstille hotelkamers kunnen ze nog dubbel dienst doen als entertainmentcentrum ook. Zelfs toen een harde schijf van vier Gigabyte nog een luxe was, paste daar toch al voor dagen muziek op.
Vandaar dat ik binnen vijf minuten een nieuwe desktopcomputer kan kopen, en doorgaans de tijd neem voor er een nieuwe laptop komt. Weinig vervelender dan een apparaat mee te moeten slepen met net niet helemaal perfecte elementen, zoals een al te gauw zoemende koelingsfan, of een halfdove WiFi-kaart.
Eén storend element heb ik wel lang voor lief genomen. Een beetje laptop weegt altijd een kilo of drie. Of zeker vier, als je de beschermende tas meerekent, met de voeding daarin, en wat kabeltjeboel. En die luttele vier kilo gaan behoorlijk wegen, voor wie daar een dag mee zeulen moet.
Die laptop zadelt de zakelijke reiziger bovendien met het probleem op dat die het best in een rugzakje te vervoeren is, terwijl rugzakjes nog niet bij diens kostuum passen.
Nu waren er altijd wel lichtere laptops te koop, maar voor iedere honderd gram aan gewichtsverlies kosten die minstens honderd euro meer. En dat heb ik altijd zondegeld gevonden, voor een apparaat dat hoogstens twee à drie jaar meegaat. Voor minder koop je elke twaalf maanden een nieuwe zware.
Vandaar dat ik vorig jaar meteen enthousiast was over de introductie van de Asus EEE PC 4G. De eerste ‘netbook’. Omdat die lichtheid van gewicht en goedkoopte combineerde met simpelheid van constructie. Wat mooier dan een computer zonder bewegende delen?
Nu ja, een computer met een bruikbaar toetsenbord bijvoorbeeld. De eerste Asus bracht weliswaar veel, maar lang niet alles. Ik hoopte daarom dat de concurrentie goed naar de fouten zou kijken, en met iets beters zou komen. En daar wilde ik nog best een jaartje op wachten…
[x]#5028 fan woensdag 24 december 2008 @ 12:36:57