De mythe van de eerlijke winnaar | 3
De zwemster die het langst het wereldrecord op éen afstand wist te houden, was Willy den Ouden. Ze veroverde dit in 1934, verbeterde het nog een paar keer, tot 1;04,06 in 1936, om pas in 1956 door een ander overtroffen te worden.
Alleen was de verbetering toen door de Australische zwemster Dawn Fraser niet onomstreden.
Technische doping zou hebben meegewerkt.
Fraser zou haar record gezwommen hebben in een bad met zeewater. En zout water geeft zwemmers meer opwaartse druk dan drinkwater.
Opmerkelijk genoeg meldt de zwemfederatie Fina niets over de vereiste chemische samenstelling van het zwemwater, in zijn reglementen. En deze vrijheid zou dus door een ambitieuze zwembadexploitant aangewend kunnen worden om diens bad met speciaal racewater te vullen.
Als zeewater niet mag worden gebruikt, want iets zal die affaire Dawn Fraser toch wel opgeleverd hebben, is er vast wel een andere manier om water te maken met meer opwaartse druk dan kraanwater met een scheut chloor. En dus, om het snelste bad ter wereld te exploiteren.
Maar nee, nadenken over zulke oplossingen mag al niet eens, om het heilige verleden.
De zwemsport zou zichzelf inmiddels vernietigd hebben, volgens een artikel in Trouw.
[x]#6104 fan maandag 3 augustus 2009 @ 11:05:24