Vier is te veel

Weinig benadrukt hoe vluchtig het leven eigenlijk is, als de korte carrière die een sportheld heeft. Amper is zo iemand gedebuteerd, net een beetje bekend geworden, of het afscheid en de vergetelheid is alweer daar.

Deze dagen lijken de laatste wedstrijden te brengen van Marianne Timmer. Die nog éen keer aan de Olympische Spelen wilde meedoen, maar tien weken terug onderuit geschaatst werd, en daarbij haar hielbeen brak.

De meeste mensen die tien weken geleden een vergelijkbare breuk opliepen, zullen nu nog op krukken lopen. Zo niet de topsporter. Wedstrijden worden dan ook vooral gewonnen op geestkracht.

En heel soms maar door iets anders.

Die twee Olympische titels van Timmer in Nagano indertijd zeiden me niet zo veel. Het peloton was toen net over op de klapschaats, en de Nederlanders hadden daar een veel groter voordeel bij dan alle andere deelnemers. Omdat de klapschaats hier het eerst bij topatleten aansloeg; en dus ook de kennis het grootst was welke aanpassingen dit vroeg aan de schaatstechniek.

Knap was wel dat ze acht jaar later nog eens Olympisch kampioen werd. Alleen al omdat weinig sporters drie keer aan de Olympische Spelen meedoen; en een carrière zelden acht jaar of langer duurt.

Maar opvallend genoeg werd Marianne Timmer in 2006 niet eens genomineerd voor de titel beste sportvrouw van het jaar. De misschien wel meest opvallende prestatie van een Nederlandse sportvrouw ooit, werd niet bijzonder genoeg bevonden. Terwijl het zo veel makkelijker is om aan de top te komen, dan om daar te blijven.


[x]#6924 fan zaterdag 23 januari 2010 @ 13:48:54


© eamelje.net 2001-2019. Alle rechten voorbehouden