Tellegen i
Een man, bonkend op zijn gedachten:
‘Jullie maken mij altijd, altijd verdrietig!’
ging ze te lijf,en zij deinsden terug, trokken hun kraag op,
makten hun rug krom,
wat moesten ze doen?en die man liep langs een weg
en troostte zijn gedachten, betuigde zijn spijt aan zijn gedachten,
schaamde zich voor zijn gedachten,
beloofde ze alles, alles,in het licht van de ondergaande zon.
Toon Tellegen, Als we vlammen waren, 36.