Zo ver is de wetenschap ~ H. Bergman/H.J. Schoo (red.)

Schopenhauer schreef dat het kopen van boeken niet hetzelfde is als het zich eigen maken van de inhoud. Dit lijkt een dooddoener. En toch staat voor velen het hebben alvast maar gelijk aan het kennen. Ook ik heb me in jongere jaren schuldig gemaakt aan investeringen die zich wel nooit zullen uitbetalen. Zo kocht ik ooit in éen keer een paar strekkende meter aan Aula-pockets.

Het excuus luidde dat populair-wetenschappelijke boeken altijd nuttig zijn; al was het maar als naslagwerk. De ware reden was dat die pockets me een ouderwets dubbeltje per stuk kostten.

Van die vele tientallen boeken heb ik hoogstens een paar echt gelezen. Dit exemplaar heeft zeker vijftien jaar onaangeroerd onderin de kast gestaan. Tot ik door een radio-interview nieuwsgierig werd naar de in 2007 overleden H.J. Schoo.

Nu was H.J. Schoo slechts redacteur van deze bundel, en verder niet aanwezig. Maar wat is dit een rijk en feestelijk boek. En dan niet eens omdat het werd uitgegeven omdat de Aula-reeks op dat moment 25 jaar bestond. [Heeft de uitgever vorig jaar het 50-jarige jubileum gemist, trouwens?]

Dit boek bevat van een beknopt overzicht van wat er in 27 wetenschappelijke disciplines speelt, volgens een nauw daarbij betrokkene. Het is een werkelijk ideaal overzicht van waar al die universitaire faculteiten zich mee bezig houden. Met de nog open vragen, met de vele richtingenstrijdjes daarbij.

En goed, dan is misschien een klein nadeel dat het de stand van zaken toont van ruim 25 jaar geleden. Maar zo veel verandert er nu ook weer niet, in sommige disciplines.

Inspirerend vond ik bijvoorbeeld Else Barth’s indeling van de filosofie in verschillende ideaaltypen — die op zichzelf staand nooit voorkomen, maar in de combinaties met ander ideaaltypen alle stromingen in het veld beschrijven kan. Bescheidenheid over de pretenties van het vak ontbreekt overigens geheel.

  1. Filosofie gedefinieerd als ernstig zelfstandig nadenken over wat dan ook. […]
  2. Filosofie gedefinieerd als voorstadium van wetenschapsbeoefening. […]
  3. Filosofie als de weg ‘omhoog’. Anders gezegd: ‘de filosoof als de koning der wetenschappers’. […]
  4. Filosofie gedefinieerd als de studie van Grote Denkers. Oftewel: ‘de filosoof als pupil/adept’ […]
  5. Filosofie gedefinieerd als maatschappelijk bepaalde, theoretische ‘Überbau’ over belangrijke zaken […]
  6. Filosofie gedefinieerd als weg terug. Ofte wel: ‘de filosoof als hermeneut.'[…]
  7. Filosofie gedefinieerd als de weg vooruit. Of: ‘de filosoof als utopist’. […]
  8. Filosofie gedefinieerd als toegepaste kritische analyse. […]
  9. Filosofie gedefinieerd als synthese van de wetenschappen in hun huidige stand. Of: ‘de filosoof als integrator.’
  10. Filosofie gedefinieerd als beredeneerde Letztbegründung. Of: ‘de filosoof als grootmeester’. […]
  11. Filosofie gedefinieerd als intellectuele ophelderings- en renovatiedienst. Oftewel: ‘de filosoof als logicus,’ in de ruime zin van: analyserende én toetsende mededenker en criticus van oud en nieuw gedachtengoed, tevens slijter van betere denkvormen. […]
  12. Filosofie gedefinieerd als wetenschappelijk grondslagenonderzoek: ‘de filosoof als gespecialiseerde diepgraver.’ […]
  13. Filosofie gedefinieerd als (normatieve) metawetenschap […]
  14. Filosofie gedefinieerd als diachronische ideeëngeschiedenis: ‘de filosoof als genealoog.’ […]
  15. Filosofie gedefinieerd als onderzoek naar conceptuele dwarsverbindingen en logische structuren […]

Anderen hebben het wel over de pretenties van hun vak, om daar vervolgens vraagtekens bij te plaatsen.

Zo schreef J. Goudsblom over zijn vakgebied:

Waar het in de sociologie om gaat, is het inzicht in de problemen van het samenleven te bevorderen en de verwarring te verminderen die mensen telkens weer bevangt wanneer zij over deze problemen nadenken en discussiëren. Dit is geen geringe opgave. De problemen zijn ingewikkeld, en de verwarring is groot.

Jan Pen meldde:

De economen worden steeds knapper, maar ze krijgen steeds minder vat op de wereld waarin ze leven. Dat is de verwarrende indruk die men zou kunnen opdoen uit twee tegengestelde waarnemingen: een toenemende stroom van wetenschappelijke publikaties van hoge kwaliteit en een toenemende reeks van mislukkingen op het stuk van de economische politiek.

Ik kan helaas niet goed inschatten of dit boek me erg van nut zou zijn geweest voor ik een studie uitkoos. Dat zal wel niet. Studeren heeft toch ook veel met een wens tot het ontwikkelen van vaardigheden te maken — daar moet wel enige kans op zijn.

Misschien hebben al de beschrijvingen van al die wetenschappen vooral nut om Aula-pockets te verkopen. Maar dan nog vind ik het overzicht prachtig.

H. Bergman/H.J. Schoo (red.), Zo ver is de wetenschap
273 pagina’s
Uitgeverij Het Spectrum, 1982