Briefe an Georges ~ Veza und Elias Canetti

De Duitse kritiek was nogal opgetogen over dit brievenboek, toen het uitkwam in 2006. Jarenlang hadden Elias Canetti [1905 – 1994] en zijn vrouw Veza [1897 – 1963] gecorrespondeerd met diens jongste broer Georg. Maar deze brieven werden pas in 2003 ontdekt, in de nalatenschap van Georg Canetti [1911 – 1971]. Ze zouden een sensatie zijn.

Ik had intuïtief mijn twijfels over dat oordeel, en heb daarom rustig gewacht tot de goedkope paperback van dit boek beschikbaar kwam. Brievenboeken pakken doorgaans niet zo heel bijzonder uit. Dat de auteur een bepaalde status had, is belangrijker voor zo’n uitgave dan hoe hij of zij zich in brieven uitte. Biografische curiosa zijn het meestal, in plaats van wondertjes in de bibliografie.

Is er ook altijd het risico nog dat een literaire held ineens een bijzonder vervelend mens blijkt te zijn.

Tegelijk: schrijven is een gebrek. Blije mensen maken geen interessante boeken. Obsessies en frustraties zijn daar een krachtiger brandstof voor dan geluk. Auteurs kunnen daarom maar beter beoordeeld worden aan het beste wat ze hebben gemaakt.

Briefe an Georges bleek vooral een boek van Veza Canetti te zijn. Van de correspondentie is ook maar éen kant redelijk bewaard gebleven. Georg Canetti was niet zo’n brievenschrijver. In de bundel zijn alleen wat briefontwerpen van hem uit de beginperiode opgenomen, daterend uit de jaren dertig. Later moest hij regelmatig aangepord worden om toch eens wat terug te sturen.

Maar ook Elias Canetti schreef niet zo heel vaak. Bovendien zijn diens brieven aan de houterige kant. Doorgaans wenste hij Georg in net weer een andere bewoording sterkte met een zoveelste verblijf in een ziekenhuis. Bijna nooit staat er iets beklijvends in. Op de allerlaatste brief na dan, die door zijn openheid een grote uitzondering is op de rest van zijn correspondentie in dit boek.

Deze bundel bevat vooral brieven uit de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog. De periode 1933 – 1938 beslaat ruim honderd pagina’s. De oorlog is in een paar pagina’s voorbij, en de periode van augustus 1944 tot augustus 1948 neemt juist tweehonderdvijftig pagina’s in; en wordt daarmee van een veel te groot belang. Komen er daarna nog precies twee brieven uit 1959 in voor.

In de laatste daarvan schrijft Elias Canetti, na een eerste versie van Masse und Macht te hebben voltooid, dat dit boek hem zeker onsterfelijkheid zal verlenen. En dat is van grote betekenis.

Ich war fest entschlossen, mein Werk zu vollenden und mir dann das Leben zu nehmen.

Maar met de afronding van dat enorme project, waarin volgens Canetti de verwarring van de hele eeuw gevat is, kwam de redding. Hij wilde weer leven, en de anderen om hem heen ademruimte gunnen.

Heel de brievenbundel gaat tot op dat moment dan ook, zij het niet altijd direct, over wat Elias Canetti voor onmogelijk mens was om mee samen te zijn. Hij leed aan paranoïa, had regelmatig enorme depressies, en was hoogst onzeker. Hij was Veza ontrouw bovendien; wat zij in de brieven dan weer vergoelijkte, want de aandacht van een leuk meisje maakte Canetti tot een veel leuker mens om mee te leven. Minder intens.

Vrijwel heel het boek is daarmee vooral een illustratie van Veza’s grote eenzaamheid, in dat huwelijk, en in dat vreemde land; na de vlucht. Georg werd een steeds dankbaarder object om genegenheid op te projecteren.

Toch zal me aan al haar brieven weinig bijblijven, behalve genegenheid voor haar. En misschien wel alleen het kille feit uit de uitgebreide toelichting achterin, dat de Britse censor ook na de oorlog nog een tijd eiste dat alle brieven naar het buitenland in het Engels geschreven werden. Waardoor Veza zich bij alle problemen in haar leven ook nog eens niet in de eigen taal mocht uiten.

Elias Canetti trok zich overigens niets van die censuur aan. Maar die had een truc om brieven via Nieuw-Zeeland te versturen.

Dat de echtelieden soms ongerijmd veel voor elkaar geheim hielden, is ook een thema van het boek.

Veza und Elias Canetti, Briefe an Georges
Herausgegeben von Karen Lauer und Kristian Wachinger
420 pagina’s
Fischer Tachenbuch Verlag 2009, oorspronkelijk 2006