Klein digitaal verdriet ~ Antoine Compagnon

Belangrijker dan wat deze columns me te lezen gaven, was de reeks gedachten die er door in gang werden gezet. Zoals dat het maatschappelijk gezien vreemd is dat het tablet voor mij een veel nuttiger uitbreiding van mijn digitale mogelijkheden werd dan de smartphone, omdat er nu net zo’n massale verslaving bestaat aan dat kleinere scherm.

Of dat ik tot deze eeuw gewend was om uren werk te maken van een soepel werkend besturingssysteem, beter dan wat dan de maker had aangeleverd, en zulke verfijningen me allemaal geen zak meer interesseren. Als zo’n apparaat gewoon soepel informatie kan uitwisselen met andere apparaten, harde schijven, en clouddiensten, voldoet het al.

Antoine Compagnon [1950] is een Parijse literatuurhistoricus die in 2012 voor Franse versie van Huffington Post korte van ironie doordrenkte weblogs ging schrijven over zijn dagelijkse omgang met alle nieuwe technologie. Al die apparaten en software-toepassingen die zijn vrouw ‘zijn protheses’ noemt.

Van belang daarbij was, afgezien van Compagnon’s formuleringen, het perspectief van de schrijver. Want die was zeker geen ‘digital native’. Hij had, zoals zo velen meer, pas later in zijn leven de computer zien komen, of internet. Om nog te zwijgen over het gemak van alle digitaal ontsloten wijsheid meteen te kunnen oproepen op een scherm dat je altijd bij je draagt.

Dus was de auteur aanzienlijk minder nerdig dan ik mijn schrijvers over technologie normaliter graag zie.

Tegelijk viel de dankbaarheid op, van de onderzoeker die het allemaal nog zo heel anders had meegemaakt. Voor wie ooit langdurig in archieven heeft doorgebracht, zoals ook ik, uren wachtend om een stuk te kunnen inkijken dat mogelijk van nut kon zijn voor het lopende onderzoek, blijft er weinig zo fijn als de mogelijkheid om thuis in een paar minuten te kunnen weten of sommige informatie werkelijk bestaat of niet.

En sommige van Compagnon’s dilemma’s zijn de mijne geweest: verruil ik het abonnement op een papieren krant of tijdschrift voor een digitaal?

Maar over het lezen van een scherm van boeken versus het lezen van een papieren exemplaar had hij dan weer veel meer te zeggen dan mij ooit zal lukken. Ik ervaar namelijk geen wezenlijk verschil, en heb dit nooit gedaan. Behalve dan dat de aankoop van een elektronisch boek heel wat vlotter gaat dan het bestellen van een fysiek exemplaar.

Is er nog het sociologische aspect van dit boek, omdat zijn weblogs impliciet laten zien dat teksten over technologie eigenlijk nooit gaan over normale gebruikers, en wat die er aan hebben in hun dagelijkse leven.

En goed, dan betekent dat consumentenverhaal ook dat de grote, en nogal principiële vragen ontbreken bij Compagnon. Is zijn arbeidsproductiviteit bijvoorbeeld toegenomen, behalve dan dat nogal wat archiefbezoek inmiddels kan worden vermeden? Doet hij inmiddels zelf werk waar hij vroeger gewoon medewerkers voor had?

Enige echte probleem met Klein digitaal verdriet was uiteindelijk dat ook Antoine Compagnon er niet aan ontkwam de o zo voorspelbare anti-Powerpoint-column te schrijven die elke columnist overal ter wereld al eens geschreven heeft.

Antoine Compagnon, Klein digitaal verdriet
160 pagina’s
Athenaeum — Polak & Van Gennep, 2016
vertaling door Maartje de Kort van Petits spleens numériques, 2015