Raadselachtige verdwijning ~ Lars Gustafsson

Wat wij ‘ik’ noemen
is het meest onpersoonlijke dat wij bezitten:
stemmen van leraren,
de kleuterjuf met haar liniaal,
het fluitje in het al te luid weerkaatsend gymnastieklokaal.

Wat wij ‘dat’ noemen:
het orgasme, de plotselinge inval,
de woedeaanval die even bliksemsnel opdoemt
als de ingeving.
Dat alles is het meest persoonlijke wat wij bezitten.

Lars Gustafsson (vertaling J. Bernlef)

Ooit las ik het hierboven staande gedicht ergens in een bespreking, en het was raak. Ik nam ook meteen de moeite die regels over te typen in mijn elektronische aantekeningen. Dit zou goed komen. Een nieuwe ontdekking was gedaan.

omslag gustafsson

Ook het begeleidende schrijven van J. Bernlef die een keuze uit de gedichten van Gustafsson vertaalde, droeg alleen maar bij aan mijn verwachtingen. Belangstelling voor wetenschappelijke onderwerpen, signaleerde die.

Maar nee, ondanks die bijna tweehonderd pagina’s waren er maar een paar regels die tot me doordringen.

Tegelijkertijd besefte ik dezelfde slag een jaar of vier vijf geleden al eens gemaakt te hebben, en toen ook al voor niets. Mijn opvattingen over deze vertalingen van Gustafsson’s poëzie zijn in de tussentijd niet wezenlijk veranderd.

Lars Gustafsson, Een raadselachtige verdwijning
Een keuze uit de gedichten 1950 – 1996

196 pagina’s
Uitgeverij De Bezige Bij, 1999