Sunday ~ Craig Harline

Ooit was Nederland voor mij een onbeschaafd land omdat er op zondag geen kranten verschenen. Dat was in de tijd dat er dan enkel in de heel grote treinstations kiosken open gingen, en ik menigmaal ’s middags de moeite nam om daar de Observer te kopen of de Sunday Times van die dag. Dat waren mede om de reistijd dure kranten.

Niet alleen door internet ben ik die gewoonte kwijt geraakt.

Tegenwoordig is er zelfs op zondag vers brood te koop, met een beetje zoeken. Nog zo’n teken van hoogbeschaving, ooit. Zij het dat ik ook daartoe reizen moest, naar een buurgemeente. Het toeval plantte mij in een woongemeente neer waar de Gereformeerden massaal in de meerderheid zijn. Dus zal er hier op zondag nooit iets kunnen; omdat men hecht aan overgeleverde gewoonten; aan tradities die voor sommigen onwrikbaar wet zijn geworden.

En ondertussen dreigt er in alle winkelcentra leegstand, omdat ook politici aan een werkelijkheid vasthouden die zo niet meer bestaat.

Zoals immer is het bij het nadenken over een verschijnsel goed om er de geschiedenis op na te slaan. Historici zijn er namelijk doorgaans heel goed in om te laten zien dat gewoonten ooit enkel toevallig gevormd zijn, of dat manieren van doen een nogal lokaal karakter kunnen hebben.

En Sunday van de Amerikaanse historicus Craig Harline biedt ook veel over de betekenis van deze ene dag in de week. Deze rustdag voor de meesten in Europa en Noord-Amerika. Die voor zovelen zo heilige dag.

Harline ging daartoe wel wat met een hinkstapsprong door de geschiedenis heen. Begon hij nog bij de Babyloniërs, al gauw gaat het over de Nederlanden in de zeventiende eeuw — en daarmee de idee van godsdienstvrijheid — waarop de lezer alweer in het negentiende-eeuwse Frankrijk is aanbeland, het België van voor de Grote Oorlog wordt bezocht, en Engeland in de jaren twintig en dertig. Meeste aandacht gaat evenwel uit naar welke ontwikkelingen in de VS tijdens de jaren vijftig onze gewoonten nu nog bepalen.

Enerzijds maken deze reuzesprongen het boek zeer leesbaar — ook al omdat de auteur daarmee makkelijk de constanten kan aanwijzen in de geschiedenis. Altijd zijn er dominees of andere kerkbestuurders die de zondag claimen als een dag voor God alleen, steeds ook zijn er talloze anderen die het onzinnig vinden om zo strikt te zijn.

Volgens de Heidelbergse catechismus had ik mijn ideeën over deze uitgave overigens vandaag niet tot een boeklogje mogen uitwerken. Neem ik daarmee een standpunt in over zondagsrust? Dat moest haast wel…In de ogen van sommigen.

Anderzijds heeft Harline’s werkwijze iets willekeurigs. De vraag dringt zich op waarom hij nu net de bronnen benutte die hij heeft ingezet — hij is nogal verzot op het citeren van schrijvers. Ongetwijfeld omdat die krekt de saillante details brengen. Maar zeggen deze dan alles?

De zondag is misschien wel beter nog te beschrijven door na te gaan wat mensen over de maandag hebben geschreven, denk ik dan. Bijvoorbeeld. Als het leven pas echt weer verplichtingen krijgt. Voor de meesten.

Is er ook nog de mij wat te grote nadruk op de zondag als rustdag in het boek; want wat doen mensen tijdens bijvoorbeeld vakanties, of na het werk doordeweeks, anders dan op zondag? Omdat het kan zijn dat de ideeën van de auteur hierin gekleurd zijn door zijn Amerikaanse achtergrond. Nergens in de Westerse wereld werken de mensen langere dagen, en nemen ze minder vakantie dan in de VS. Sinds ik een historicus hoorde relativeren hoe hard de Middeleeuwers werkten — die hadden zo veel heiligen te vieren, daar viel met grote regelmaat een werkdag weg — vrees ik dat ideeën over de verhouding arbeid en rust gauw eens te simpel en schematisch uitvallen.

Craig Harline, Sunday
A History of the First Day from
Babylonia to the Super Bowl

450 pagina’s
Yale University Press 2011, oorspronkelijk 2007