Poging om in de waarheid te leven ~ Václav Havel

Waarom lees ik twintig jaar na de Fluwelen Revolutie alsnog dit klassiek geworden essay van Václac Havel? Dit dateert immers uit 1978; van toen Havel een gevangenisstraf uitzat. Toen het einde van de Communistische heilsleer eerder een wensdroom dan een waarschijnlijkheid leek.

Is het nu misschien eindelijk tijd geworden om me te verdiepen in de redenen waarom die leer niet deugde? Terwijl ik dit al wist toen ik de leeftijd kwam om zelfstandig na te denken?

Nu ja, de val van de Muur wordt groots gevierd dit jaar. En ook dat Herta Müller dit jaar de Nobelprijs voor literatuur kreeg, om haar boeken over het leven in Roemenië onder Ceausescu, lijkt me niet helemaal toevallig.

Twintig jaar is afstand genoeg om iets van een historische duiding te kunnen aanbrengen, over de betekenis van een gebeurtenis, ver weg. Er is sindsdien ook wel wat veranderd in eigen land. Sinds politici zijn gaan geloven dat ingewikkelde technologie, zoals databasebeheer, altijd feilloos werkt, en ook mijn eigen land steels een heel eind richting politiestaat opschoof. Het zijn nu geen spionnen meer, of handlangers die betaald worden om mijn gedragingen vast te leggen. Nee omgekeerd, ikzelf betaal iedereen die mij diensten levert daarbij ook om volautomatisch voor de overheid te registreren hóe ik deze diensten gebruik.

Tegelijk moet ik natuurlijk ernstig relativeren in een politiestaat te leven. In die zin heeft Havel’s essay wel degelijk nut. Mijn vrijheden zijn oneindig veel groter dan die van hem en zijn landgenoten in 1978. Dit valt ook des te meer op, omdat dit essay een veel kalmer geformuleerde aanklacht is als ik verwachtte. Wat dan weer kwam omdat Havel de ruimte nam zijn landgenoten uit te leggen wat er niet normaal was, aan wat zij als hoogst alledaagse verschijnselen herkend zullen hebben.

De beginselverklaring Charta 77, die mede door Havel werd opgesteld, maakte dat de ondertekenaars als oppositiegroep werden gezien. Maar volgens hem klopte dit niet. De oppositie is zoiets als wat een parlement heeft, waar de partijen die toevallig niet de macht dragen toch heel goed weten hoe het allemaal zou moeten. Charta 77 had deze pretentie niet. Er lag geen alternatief klaar voor het regeringsbeleid. Het voornaamste dat de ondertekenaars wilden, was met rust gelaten te worden, als zij deden wat ze wilden doen. Zoals, toneelstukken opvoeren die ze wilden zien, of naar de popmuziek luisteren die door hun vrienden werd gemaakt.

Havel legt in dit essay onder meer uit wat het betekent als zulke normale mensenrechten niet geëerbiedigd worden. Wat er gebeurt als een staatssysteem als onfeilbaar wordt beschouwd. Of wanneer handelingen of uitspraken eerst op hun politieke betekenis worden gewogen, en de inhoud er daarbij niet per se toe doet.

En ik denk ook dat dit de eeuwige waarheid van teksten als deze is — de waarschuwing hoe door dogma’s alles verkalkt, en dat het dus goed is om welke nieuwe dogmatiek ook zo snel mogelijk te leren herkennen.

Václav Havel, Poging om in de waarheid te leven
Essay over Charta 77

101 pagina’s
Van Gennep Kritiese Bibliotheek, 1986
vertaling van de Engelse vertaling door Tinke Davids