Sleur is een roofdier ~ D. Hooijer

De winnaar van de Libris Literatuur Prijs 2008 is dit — en in dier voege blijkbaar het beste Nederlandstalige boek dat er in 2007 uitkwam.

Ik waag het dat juryoordeel te betwijfelen.

Ik vond dit zeker in de eerste helft een vervelend boek, omdat de auteur alleen op een afstandelijke manier met mij leek te willen communiceren. Als ze daar al toe kwam. De eerste verhalen in Sleur is een roofdier bevatten wel erg weinig mededelingen die bijdragen aan de ontwikkeling. En de mededelingen die er wel toe deden, hebben dan ook nog vaak een vreemd autoritaire toon — van mij wordt dan geen enkele inleving gevraagd. De rest van de tekst waait alle kanten heen; die kan er staan, maar had met hetzelfde effect ook weggelaten kunnen worden.

Al had een schaarse grappig bedoelde zinswending er dan misschien niet geweest.

De tweede helft van het boek leek toegankelijker, maar bracht evenmin scènes of beelden die wilden beklijven. Alleen werd er tenminste nu zo af toe een reden gegeven om met enige verwachting de pagina om te slaan.

Met boeken als deze is het simpel. Als me er 48 uur na het lezen nog iets van bijstaat, hebben ze desondanks indruk gemaakt. Maar als ze zo snel al nauwelijks meer wat oproepen, was het zonde om tijd aan zo’n boek besteed te hebben.

Zoals nu.

Er bestaat een soort proza dat een normale lezer gevoeglijk over kan slaan, zonder ook maar een tel iets te missen. Helaas is dit het soort proza dat prijzen wint, omdat het jury’s met blindheid slaan kan — de tekst laat hen gissen, en daarbij vermoeden ze mirakels van de auteur. Taal kan ook enorme stofwolken opwerpen, waarachter van alles te vermoeden is, dat er niet hoeft te zijn.

Ik ben vrij allergisch voor dit procédé, zo blijkt.

D. Hooijer, Sleur is een roofdier
175 pagina’s
Uitgeverij G.A. van Oorschot, 2007