Boek en het badwater ~ Lisa Kuitert

De kwaliteit van een tekst kan merkwaardig genoeg nogal afhangen van de timing van de openbaarmaking. En het minste dat ik aan te merken heb op Het boek en het badwater is dat de publicatie me rijkelijk vroeg lijkt te komen. Zo is deze lofzang op het papieren boek me veel te eenzijdig benauwd.

Want hoelang leest de goegemeente nu helemaal van een scherm? Sinds de uitvinding van de iPad, en de daarop volgende hausse van tablet-computers? Dat is dan sinds 2010… Zes jaar op zijn best. Dus lijken me dat de ontwikkelingen die spelen nog amper begonnen zijn, laat staan al te zijn uitgekristalliseerd.

Ja, vanzelfsprekend waren er eerder ook losse schermen om van te lezen. eReaders genaamd. Een heel groot marktaandeel wisten deze apparaten hier alleen nooit te veroveren. Want waarom zou iemand ook een apparaat aanschaffen om daar enkel boeken van te lezen, terwijl er nog amper een infrastructuur was die deze titels verspreidde?

Ik geef toe, ik heb de wat bizarre neiging om ontwikkelingen altijd in een perspectief te willen zien. En Lisa Kuitert’s boek leest zo vreemd omdat zij het nu juist nalaat om de echt grote lijnen te schetsen — enkel komt er herhaald iets terug over de geschiedenis van het papieren boek. Alleen las ik daar al veel van dezelfde auteurs over als zij.

En Popper en andere wetenschapsfilosofen hebben vergeefs geleefd, voor Kuitert. Al wat zij doet in haar stukken is bewijsjes bijeengaren die haar het beste dienen. Terwijl ál dat bewijs voor niets zegt, als niet eens onderzocht is of er soms bewijs bestaat tegen haar bangste vermoedens.

De schrijver focust ook te zeer op het papieren boek alleen. En te veel in deze publicatie zit te zeer vast in het nu, en onderzoek van het moment. Ofwel, Het boek en het badwater mist relativering. En daarmee de echt nuttige inzichten.

Cultuurpessimisme heeft daarnaast als groot probleem dat de pessimist van dienst zo makkelijk een verleden kan beschrijven en verheerlijken dat nooit zo bestaan heeft. En Kuitert deed ook al niets om dit principe te ontkrachten.

Uitgeven kost tegenwoordig bijvoorbeeld minder dan ooit, om een heleboel verschillende redenen. Kuitert negeert al dit. Uitgevers gooien mede daarom veel meer op de markt dan hoeft, of zou moeten, ook al vanwege een merkwaardig gebrek, nog altijd, aan goede zakenmodellen.

Verder geldt, de geschiedenis van het papieren boek in Nederland lijkt me al niet te schrijven, vanwege een schrijnend gebrek aan inzichtelijk onderzoek. Belangstelling voor het onderwerp ontstond pas in de jaren tachtig van de twintigste eeuw. En hoogstens kan achteraf met heel veel moeite nog worden bepaald hoeveel originele titels er uitgekomen zijn in een jaar. En wat daarin dan het percentage literatuur was.

Maar alle uitgevers die ik sprak waren het erover eens dat heel veel boeken die verkocht werden de afgelopen decennia, waarschijnlijk nooit gelezen zijn. Het papieren boek was namelijk altijd zo’n leuk cadeau-artikel. Niet te duur. Intelligent zelfs, als dat je wens was. En je kun er zo leuk mee tonen de ontvanger voor vol aan te zien.

Verkoopcijfers zeggen daarmee lang niet alles. En de cijfers van de boekenverkoop moeten daarom zeker gewogen worden in een groter geheel der dingen: van wat gaven mensen in een zeker jaar aan luxegoederen uit, zoals geschenken? Toevallig valt de terugloop in het tal verkochte boeken nu dan ineens opvallend samen met een economische crisis.

Alle getob over de ontlezing van het moment valt of staat met de kennis over hoe we decennia geleden lazen. En daarover bestaat volgens mij enkel anekdotisch bewijs — zoals dat ik meen dat voor Saul Bellow en diens generatie taal en daarmee boeken een andere waarde hadden dan voor ons; alleen leefden zij in een hevige economische crisis waarin er voor hen ook werkelijk niets anders was.

Ik ben doorgaans niet van de voorspellingen, en al helemaal niet op het gebied van ICT, toch zou het me niet verbazen dat ook de boekenwereld de komende tien jaar een vergelijkbare zuivering doormaakt als er al is geweest in andere media- en entertainmentkanalen. Want ooit was ook daar slechts éen product leverbaar, waarover de leverancier alles bepaalde, en de klant slechts had te accepteren. En vervolgens bracht nieuwe technologie ineens wel een keuzevrijheid in.

Dat wrikte dan. Ontwrichtte zelfs.

Toen bleek ineens dat vrijwel alleen bejaarden nog naar de publieke omroep keken op het moment van uitzending, zoals naar Sesamstraat. Of dat jongeren het niet meer vanzelfsprekend achten om een krantenabonnementen te nemen. Of dat diensten die muziek naar keuze per stroom aanbieden al snel meer omzet maakten dan de verkopers van CD’s of DVD’s.

Van nogal wat soorten boeken lijkt me kortom dat die ooit toevallig even het best gedrukt op papier konden worden uitgegeven — voor een eeuw of wat. En ondertussen is van de encyclopedie absoluut duidelijk dat die online veel makkelijker actueel gehouden kan worden dan die op papier, en van vele andere genres en typen teksten zal een vergelijkbaar gebrek aan houdbaarheid nog wel blijken.

De Saskia Noorts van deze wereld hebben daarom nog even heel aardig aan hun boeken mogen verdienen. Haar teksten werden tot nu toe alleen wel op een traditionele en dure manier op de markt gebracht. Het e-boek, en de illegale kopieën daarvan in omloop, maakt nu tenminste duidelijk wat het publiek echt over heeft voor zulk hap-slik-weg-materiaal. Dat lijkt me geen ramp voor de cultuur als geheel, hoogstens voor Noort persoonlijk.

Ik heb toch ook het idee dat veel van de crisisstemming over het papieren boek wegkomt bij de uitgevers. Die nooit beter wisten dan om kookboeken uit te geven, of Saskia Noort en haar soort, voor de omzet. En die nu ineens moeten innoveren. Maar dit niet kunnen.

Lisa Kuitert heeft het in Het boek en het badwater dan wel telkens over boeken; volgens mij bedoelt ze daar toch echt allereerst literatuur mee. Haar boek werd samengesteld uit ergernis, omdat het papieren boek haar nu al te makkelijk werd afgeschreven. En vervolgens ontbrak me de grote greep op de materie, en een heldere betooglijn; ook al omdat de inhoud bestaat uit losstaand materiaal dat ze al eens eerder gebruikte elders.

Bleef het leesgenot dus helaas beperkt tot een aardige constatering van Kuitert hier en daar:

Volgens Parks hebben we simpelweg minder behoefte aan fictie en daardoor lezen we meer non-fictie. Fictie heeft lange tijd gefungeerd als uitlaatklep, om taboes mee te slechten. Wat in het werkelijke leven niet kan of mag, vindt via de verbeelding zijn uitweg. Maar in het werkelijk leven zijn er amper taboes meer–een levensdagboek zoals dat van Karl Ove Knausgård zou tweehonderd jaar geleden levensgevaarlijk zijn geweest om te publiceren. [130]

Lisa Kuitert, Het boek en het badwater
De betekenis van papieren boeken

186 pagina’s
Amsterdam University Press, 2015