Nieuwe wereld van Peter Stuyvesant ~ Lucas Ligtenberg

Er is familie van mij naar de VS vertrokken. Voorgoed, naar het schijnt. En er zijn ook familieleden die emigreerden en later toch weer naar Nederland kwamen, om daarop voor altijd hier te blijven.

En eigenlijk interesseert het verhaal van zulke spijtoptanten me meer dan van die nieuwe Amerikanen. Want, van wat ze hoopten dat hun nieuwe land geven zou, is wel een voorstelling te maken. Omdat hoop nu eenmaal leeft. Wat er tegenviel daar, en waarom er eventueel heimwee groeide, levert waarschijnlijk een veel pijnlijker geschiedenis op; waar waarschijnlijk niet eens direct over te praten zal zijn.

Eén op de zeven die vertrokken, keerden uiteindelijk weer terug, zo leerde dit boek me. En dat zijn er dan niet eens zó veel.

In De nieuwe wereld van Peter Stuyvesant bekijkt Lucas Lichtenberg verschillende emigratiegolven die er vanuit Nederland waren naar de VS. Van de eerste groepen die Nieuw Amsterdam zouden bevolken, tot de enkeling die tegenwoordig naar Amerika wil; bijvoorbeeld om daar op grote schaal koeien te gaan melken.

Zijn boek is alleen niet in balans. Het begint interessant, en zelf polemisch, want die relatief kleine Nederlandse kolonie aan de Oostkust van het land heeft een aanzienlijk grotere invloed gehad op de Amerikaanse cultuur dan historici doorgaans toegeven, aldus Ligtenberg. Maar wie geen Nederlands kan lezen, ontzegd zichzelf daarmee ook meteen de toegang tot nogal wat bronmateriaal; zoals traditioneel de Amerikaanse historici.

Hij haalt zelfs het Plakkaat van Verlatinghe erbij, om aan te geven dat die eerste witte Amerikanen nogal wat steun hadden aan de wetenschap dat het toch echt lonen kan om in opstand te komen tegen het wettelijk gezag, als die macht van een autocratische koning komt. Zie de Tachtigjarige Oorlog.

Grote invloed had ook het geloof van de geëmigreerde Nederlanders, en de Statenbijbel die ze meebrachten naar de VS. Die Bijbel maakte dat emigranten in de negentiende eeuw tot in de vierde generatie bleven vasthouden aan dat Nederlands als taal.

Daar kwam zelfs pas een eind aan door de Eerste Wereldoorlog, toen er vanuit de federale overheid een banvloek kwam op alles dat riekte naar Duitse cultuur. Toen alles Dutch daarmee evenzeer taboe zou worden; in éen moeite door; want wat was het verschil nu helemaal?

Ligtenberg’s boek liet me onder meer zien hoe vreemd geschiedenis eigenlijk in elkaar kan steken. Het verhaal van Nieuw Amsterdam wordt breed uitgemeten, wat terecht is omdat het boek daarin het interessantst is, hoewel die stad toch al redelijk gauw New York ging heten, en de Nederlanders er amper enkele decennia alles hebben bepaald. Waren dat nog heel weinig Nederlanders ook, hoogstens enige honderden.

Het kan dus best zijn dat er tijdens die latere emigratiegolven, zoals na de landbouwcrises in de negentiende eeuw, aanzienlijk meer Nederlanders naar de VS zijn vertrokken. Alleen kwamen die aan in een land dat al een land was, met een witte bevolking. Als deze latere emigranten al nog ergens invloed op kregen, was dat hoogstens lokale invloed. Ook al omdat Nederlanders volgens Ligtenberg de neiging hadden in den vreemde met vroegere streekgenoten bij elkaar te klitten.

En dus is het de schrijver misschien niet te verwijten dat het grote verhaal van dit boek wat uitdooft als de VS in de chronologie eenmaal zijn zelfstandigheid bevochten heeft op de Engelse kroon. Alleen, doordat deze uitgave vervolgens nogal triviale informatie brengt — bijvoorbeeld over de vele plaatsen die Amsterdam gingen heten in het land, waarvan het met geen daarvan ooit iets werd — lijkt Ligtenberg wel ineens te verliefd te zijn geworden op wat zijn research hem zoal opleverde; zonder dat de lezer daarmee dan nog per se gediend wordt.

Lucas Ligtenberg, De nieuwe wereld van Peter Stuyvesant
Nederlandse voetsporen in de Verenigde Staten

260 pagina’s
Fosfor, oorspronkelijk 1999