On Holiday ~ Orvar Löfgren

Zou het dan toch waar zijn dat vooral mijn landgenoten ineens nomaden worden tijdens hun vakantie? Hebben de Vlamingen en de Duitsers gelijk met hun eeuwige grappen over slome Hollandse caravans op de weg?

De monografie On Holiday doet vermoeden van wel. Want waar de Zweedse etnograaf belooft een geschiedenis te geven van het vakantievieren, valt toch op dat het in dit zeer gevulde boek nooit gaat over de tijdelijke drang tot rondtrekken ineens.

Laat staan over de vrijwillig gekozen verbanning van zovelen naar aanzienlijk primitiever leefomstandigheden.

Bij vakantie denkt Löfgren dus allereerst aan eenmalige en tijdelijke verplaatsing naar elders. Liefst naar zee, of een ander groot water. Waar het hele huishouden dan voor de zomer neerstrijkt, en alles dan net even iets anders draait dan gewoon thuis. Minder gekleed vooral.

Zweden met enig inkomen hebben ook bijna allemaal een zomerhuis ergens. Van hout. En gauw eens rood gekleurd.

Maar dat is dan tenminste nog iets unieks.

Toerisme werd wereldwijd tot een industrie.

Een ontwikkeling die al eeuwen langer gaande was dan ik wist, maar die toch pas echt ontstond toen de vliegreizen voor een massapubliek betaalbaar werden. En hier moet niet licht over gedacht worden. Tal van verschuivingen zijn lokaal het gevolg. Voorheen zo perifere gebieden konden ineens de economische motoren worden van een land. Want sommige landen, en zeker die aan de Middellandse Zee, leunen voor het merendeel van hun inkomsten op het verblijf daar van betalende visite.

Alleen voldoen industrieën het liefst aan een standaardsmaak; daar zit de omzet in — dus bieden ze allemaal meer van hetzelfde. Toen Löfgren zijn boek schreef bestond het reisbureau nog, en waren er folders te krijgen. Wat hem daaraan opviel, was dat alle vakantiebestemmingen hetzelfde leken te geven.

Strand. En zon.

LEGO vatte het tegenwoordig zo universele vakantiecliché ooit samen in setje 6410: Cabana Beach. Die Löfgren weliswaar beschrijft, en helaas niet als afbeelding opnam in het boek. Al heeft internet daar een antwoord op.

Het aardigst vond ik On Holiday in de terzijdes — misschien vanwege dat gebrek aan aandacht voor kampeervakanties. Zo blijken de Niagara watervallen al ruim twee eeuwen een geliefde vakantiebestemming te zijn. Zij het dat de eerste toeristen een wat merkwaardige voorkeur hadden voor souvenirs — zij groeven gauw eens botten op die waren achtergebleven op het slagveld uit de oorlog van 1812.

Ook de ontwikkeling van de ansichtkaart werd niet onvermeld gebleven. En de eeuwige vraag wat daar dan op moest. Want vakantie komt met tal van ongeschreven regels, waarvan het Orvar Löfgren gelukt is om enkele vast te leggen.

Zelfs de kunst van het zonnebaden moest ooit ontwikkeld worden — net als de notie dat een bruine huid voor iets anders stond dan armoede en lichamelijk werk buiten. In Zweden valt deze omslag na 1920. Voordien prezen de tijdschriften nog vooral middeltjes aan om bleek te blijven.

[ wordt vervolgd ]

Orvar Löfgren, On Holiday
A History of Vacationing

321 pagina’s
University of California Press, 1999