English Journey ~ J.B. Priestley

Als aan een boek van alles wordt toegedacht, zegt dat niet direct iets over de literaire kwaliteit, of de houdbaarheid. Uncle Tom’s Cabin [1852] mag dan de reputatie dragen een burgeroorlog veroorzaakt te hebben. Leesbaar bleek deze uitgave voor mij als volwassen lezer niet meer te zijn.

Aan English Journey van J.B. Priestley, uit 1934, worden zelfs twee significante politieke verschuivingen toegeschreven. Door het leed dat in zijn boek werd aangestipt, zou het Verenigd Koninkrijk er eindelijk werk van hebben gemaakt een verzorgingsstaat te worden. Want dit boek zou, vanwege de discussie die er over ontstond, mee hebben geholpen om Labour in 1935 voor het eerst de tweede partij te maken in het land. Wat vervolgens, bij de verkiezingen in 1945, zelfs tot een absolute meerderheid zou leiden.

Priestley had in het najaar van 1933 een rondreis door Engeland gemaakt. En zonder dat hij daarbij het woord ‘crisis’ gebruikte, of naar de beurskrach van 1929 verwees, wordt uit zijn beschrijvingen duidelijk dat het er dan op veel plaatsen niet zo goed voorstaat met het land.

Waar Engeland ooit de fabriek was voor de hele wereld, ligt de industrie dan al op vele plaatsen een tijd stil. Al had dat ook weleens onverwacht positieve bijeffecten.

When I was travelling in the Midlands on this journey, I met a woman I know who had just come back from the Blackburn district, which was her original home. She had not been back for years. “It’s awful,”she said. “They’ve got no work at all. And I hardly recognize the place. It’s all becoming clean. The smuts are wearing off because so few of the mills are working. The brick and stone are beginning to show through. I hardly knew the place.” [226]

English Journey had daarmee makkelijk als een prekerig boek kunnen uitpakken. Maar, dat bleek het nu juist niet te zijn. Dit is een reisboek, met wat extra accenten; en zelfs een onderkoelde humor. Terwijl J.B. Priestley toch oprecht geschokt was door de ongelijkheid die hij overal aantrof. Of over de geknakte levens van bijna iedereen zonder werk; die enkel nog de bedeling hadden om van te leven.

Bovendien leken hem vooral de mannen zwaar getroffen.

Was er eerst die grote oorlog geweest, die al zo onder hen had huisgehouden, werd het leven daarna zo snel alweer beroerd.

Het volstond de auteur daarbij om te beschrijven wat hij zag, en dat zo af en toe aan te vallen met citaten van de mensen die hem spraken. Vervolgens mag de lezer meestal zelf zijn conclusies trekken over de betekenis van alle observaties.

Van Priestley had ik nog niet eerder meer gelezen dan losse verhalen hier en daar. Hij viel ook altijd buiten de gebruikelijke literaire canons. Zijn romans en toneelstukken waren te succesvol in hun tijd; mede omdat hij zo helder en begrijpelijk schreef. Maar volgens kenners van het werk zou zijn non-fictie hem het best op zijn best als schrijver tonen.

En dat was waarschijnlijk waar.

Bovendien bleken tal van observaties over de ongelijkheid van toen nu nog net zo te gelden. Priestley’s opmerkingen over de onmogelijkheid van regionale kranten om te beschrijven wat er werkelijk speelde, had ik zo kunnen overnemen in mijn boeklogje over het recente There Is No Such Thing As a Free Press [2012].

Wie aan de ene kant lokale adverteerders te vriend moet houden voor de inkomsten, en anderzijds met draconische wetten voor smaad en laster heeft te maken, kan als medium alleen overleven door zelfcensuur.

Priestley’s rondreis is later door meerdere auteurs en documentairemakers overgedaan, meestal toen de industrie in Engeland al bijna helemaal verdwenen was. Want, dat effect heeft een boek als dit ook. Het lijkt zo’n simpel procedé wat J.B. Priestley hanteerde. Om gewoon ergens naar toe te reizen en daarbij te beschrijven wat je ziet.

Tegelijk moet je dan wel weten waarop te letten bij dat kijken.

En juist daar mankeert het vervolgens al te vaak aan.

J.B. Priestley, English Journey
with a contemporary perspective from Stuart Maconie

335 pagina’s
Great Northern Books 2012, oorspronkelijk 1934