Euro ~ Joseph E. Stiglitz

Nederland is beter geworden van de euro. Al zijn de fouten van deze gemeenschappelijke munt zo groot, dat het land nog aanzienlijk beter af zou zijn geweest door aan de eigen valuta vast te houden.

Zoals trouwens een hele menigte economen hier al voorspelde, voor de euro er kwam.

Joseph Stiglitz noemt Nederland overigens amper in zijn boek. Hij focust vooral op de Pyrrusoverwinning die de euro Duitsland heeft gebracht. Al gaat er nog meer aandacht uit naar de slachtoffers van de munt. Griekenland in het bijzonder. Krijgen de problemen in andere perifere landen als Spanje, Portugal, en Ierland eveneens aandacht; omdat de munt ook daar tot uitwassen leidde.

Prettig daarbij is dat dit boek niet per se voor een Europees publiek geschreven lijkt. Stiglitz schroomde niet om de meest basale gegevens uit te leggen over de EU en zijn lidstaten. En daar dan ook weleens een Amerikaanse draai aan te geven; bijvoorbeeld door op te merken dat de landen hier verzot zijn op het onderhouden van een verzorgingsstaat.

Wel is deze uitgave veel te dik, omdat de schrijver dezelfde basale informatie nogal eens herhaalt.

De euro heeft de ongelijkheid vergroot tussen de lidstaten van de EU, terwijl de Europese politici indertijd toch dachten dat door een gemeenschappelijke munt de landen juist meer op elkaar zouden gaan lijken. Gebleken is alleen dat hoogstens Nederland op Duitsland lijkt, met zijn arbeidspopulatie bijvoorbeeld die er genoegen mee neemt structureel onderbetaald te worden; en daar nooit eens tegen in opstand komt.

En toch zet Duitsland in alles de toon.

Is er bovendien het pijnlijke gegeven dat enkel de inwoners van de lidstaten hebben moeten opdraaien voor alle wanbeleid in de financiële sector; om bijvoorbeeld heel veel geld te lenen aan bedrijven die zo kredietwaardig niet waren. Dat in Spanje om deze reden een merkwaardige huizenzeepbel ontstond, was me overigens bekend. Dat in Griekenland niet de overheid verantwoordelijk was voor de schuldenberg daar, maar die veroorzaakt werd door ondernemingen — doorgaans buitenlandse bedrijven daarbij — wist ik dan weer niet.

En, de perifere landen kregen daarbij nog de schuld ook, met allerlei oneigenlijke argumenten, dat ze de euro dreigden laten stranden — een staaltje van slachtoffer beschimpen dat de auteur werkelijk te zot voor woorden vindt.

Want, wat Stiglitz heel goed doet in De euro is om uiteen te zetten waarom de uitgangspunten principieel al niet deugden achter de invoering van een gemeenschappelijke munt. Waarbij niet in het minst een probleem werd dat de betrokken politici totaal achterhaalde economische ideeën lijken te hebben aangehangen. Bovendien meenden ze heel goed de toekomst te kunnen voorspellen.

Signaleert Stiglitz ook nog een duidelijke neoliberale agenda achter de meeste van hun besluiten.

Was de uitleg ook nuttig over wat de VS dan heeft, en de EU niet, waardoor de dollar als gemeenschappelijke munt voor alle vijftig staten een succes kon worden.

Daar is er bijvoorbeeld wel een federale overheid die met subsidies economische malaises plaatselijk kan opvangen. De EU als instituut heeft een te miniem budget om zoiets zelfs te kunnen overwegen. Nog afgezien van de weerstand bij politici op nationaal niveau om beleid gedicteerd te krijgen uit Brussel.

Bovendien verhuizen Amerikanen rustig naar een andere staat als ze denken dat het daar beter is. Want ook dan blijven ze voor iedereen Amerikanen. Binnen de EU is zulke massamigratie ondenkbaar; alleen al omdat niemand zulke migranten allereerst als mede-Europeaan zal zien. Nationalisme wordt nog altijd in alle lidstaten gekoesterd, op vele niveaus.

Na de diagnose van de dodelijk zwakke patiënt euro biedt het boek bovendien vier methoden om tot verbetering te komen. Waarvan de vierde optie, gewoon door blijven modderen zoals steeds gebeurde, volgens Stiglitz verreweg de slechtste is.

Meest uitgebreid worden in het boek de stappen behandeld die nodig zijn om de EU meer éen te laten worden. Dat zou dan onder meer van Duitsland verlangen dat het ophoudt dat belachelijk grote handelsoverschot te koesteren.

De tweede optie is om het verlies te nemen, en de euro op te heffen, en om dan te zien dat er een hervorming van de financiële markten komt die de economie wel dient. Joseph Stiglitz merkt daarbij fijntjes op dat we de banken wel erg veel betalen voor dienstverlening die deze instellingen, door de ICT, vrijwel niets kost.

Een derde alternatief kan nog zijn om met verschillende soorten euro’s te gaan werken; waarbij de Griekse variant dan een ineens andere waarde heeft dan de Duitse.

Joseph E. Stiglitz, De euro
Hoe de gemeenschappelijke munt de toekomst van Europa bedreigt
Vertaald door Arian Verheij en Huub Stegeman
Met voorwoorden van Robert Went en Geert Noels
472 pagina’s
Athenaeum–Polak & Van Gennep, 2016