Er werd mij verteld, over Lucia de B. ~ Metta de Noo

De kille feiten over de schandalige rechtszaak tegen de verpleegkunde Lucia de Berk zijn inmiddels wel bekend. Zij kreeg in 2003 levenslang, en TBS, omdat ze vijf patiënten vermoord zou hebben, en had geprobeerd twee anderen om te brengen.

Maar in 2010 werd ze van alle blaam vrijgesproken, omdat er helemaal geen misdrijven hadden plaatsgevonden. In elk ziekenhuis gaan mensen dood. De statisticus Richard Gill stelt zelfs dat éen op de negen ervaren verpleegkundigen of artsen zo’n reeks aan sterfgevallen onder patiënten kan meemaken, als Lucia de Berk is overkomen.

Tegen haar werd in 2003 juist als bewijs aangevoerd, door een statisticus die helemaal geen deskundig statisticus bleek te zijn, dat er slechts een kans van 1 op 342 miljoen was op zo veel doden.

Dus wordt een voor mij vraag waarom de idiote verklaring van deze deskundige zo veel gewicht heeft gekregen. En waarom rechters zo blind tegen Lucia de Berk hebben gekozen. En wat dit dan weer zegt over de kwaliteit van de Nederlandse rechtspraak.

Er werd mij verteld, over Lucia de B. is éen van de boeken die inmiddels over de zaak werd geschreven. Er zullen vast nog meer volgen. Dit boek vertelt het persoonlijke verhaal van iemand die, haars ondanks, bij deze zaak betrokken raakte, in het geweer kwam, en een organisatie hielp oprichten om Lucia de Berk op een gecoördineerde manier steun te bieden.

Metta de Noo was verpleeghuisarts, en ging later leiding geven in de geestelijke gezondheidszorg. Voor haar woog steeds zwaarder dat ze het bewijs voor de aantijgingen tegen Lucia de B. moeilijk kon geloven. En als deze vrouw dus onschuldig was, zou haar veroordeling alle verpleegkundigen vogelvrij maken. Wie kan zich dan wel verweren tegen de aanklacht dat er een verband is tussen een reeks sterfgevallen op de werkplek, als iedereen per se dat verband wil zien, ook al bestaat het helemaal niet?

Pijnlijk detail voor de auteur is daarbij dat haar schoonzus betrokken was bij de aangifte die het ziekenhuis heeft gedaan van de moorden — die dus nooit hadden plaatsgevonden. En deze vrouw had zich in die periode een tijdje laten opnemen, om psychiatrische klachten.

Dit boek had enige redactie verdiend; zaken worden nogal eens herhaald; nieuwe hoofdstukken beginnen vaak in een nieuw jaar zonder dat daarbij meteen een jaartal genoemd wordt. Maar ik las het ook vooral om de waarnemingen van Metta de Noo. Zoals die over het medische onbenul bij de rechterlijke macht, waardoor getuige-deskundigen overdreven veel invloed kregen; en het er daarbij eerder om ging of deze een goede kennis was van iemand, dan of ze goede kennis bezaten.

Ook illustreert het boek pijnlijk wat hier vaker gesignaleerd is. Bewijzen of zaken die tegen iemands schuld pleiten, worden door rechters maar al te makkelijk genegeerd. En goed, dan is er in 90% van de rechtszaken geen twijfel over schuld of schuldige. Het gaat erom dat in de 10% van de andere zaken, die even wat moeilijker zijn, rechters kundigheid en vaardigheden ontberen.

Daardoor kan iemand hier levenslang krijgen, voor misdaden die niet eens hebben plaatsgevonden.

Metta de Noo, Er werd mij verteld, over Lucia de B.
De klok, de klepel, en de klokkenluider
Met een voorwoord van Maarten ’t Hart

334 pagina’s
Aspekt, 2010