Tobias en de dood ~ J. van Oudshoorn

Ooit had ik wel een zwak voor Nederlandse naturalisten. Voor hun van somberheid doortrokken romans en verhalen, zoals die verschenen in de eerste decennia van de twintigste eeuw. Ik heb toen zeker Van Oudshoorn gelezen, alleen weet ik niet meer of dit boek er bij was.

Wel weet ik dat latere auteurs zich nogal eens waarderend over Tobias en de dood hebben geuit. F.B. Hotz wijdde bijvoorbeeld een essaytje aan het boek, dat opgenomen werd in de bundel De vertegenwoordigers.

En ik heb nu toch ook maar herlezen wat Hotz aan de roman te prijzen vond. Mij liet deze klassieker uit de Nederlandse romankunst vrijwel geheel onverschillig.

Hotz vond vooral Van Oudshoorn’s taal goed. Omdat deze de juiste zinnen had laten staan om de werkelijkheid van het verhaal treffend mee te pakken. En ook was prettig dat Van Oudshoorn in staat bleek om een amusante schelmenroman te schrijven zonder daarbij te gaan moraliseren. Waardoor het boek leesbaar is gebleven.

Dit waren geen van beide kwaliteiten die mij nu het meest in de roman waren opgevallen.

Tobias en de dood gaat alleen maar over Tobias Termaete; die een bon-vivant is met zwarte snorren. In het boek komt hij op zo’n leeftijd dat hij eens moet nadenken over leven en dood. Tobias speculeert nogal makkelijk, met geld van een ander, of met haar genegenheid. Maar hij leidt op het oog toch een leventje waar geen armoede of gebrek in voorkomt.

De belangrijkste bedreiging in het boek lijkt een chantagepoging, om zijn omgang met een te jonge vrouw.

Van Oudshoorn behandelde de details van die chantagezaak prettig terloops. Net als gevolgen. En net als hij andere dramatische verhaalmogelijkheden — zoals de dood van Tobias’ eerste vrouw — laconiek afdeed.

Daar was goed mee te leven, ware het niet dat Van Oudshoorn dus zo ook toonde waar het hem wel om te doen was met het boek. En dat is enkel om die Tobias, en zijn angsten, te tonen uit het perspectief van een alwetende verteller.

Dit boeide me toch minder dan gehoopt.

Op een gegeven moment werd het prettig bij het lezen dat de hoofdstuktitels nog de conventie hadden om wat daarop volgde samen te vatten. Het werd zo mogelijk sommige stukken iets sneller te lezen dan bedoeld.

  1. Reisplannen. Tot ongerief van de juffrouw kan Tobias er niet toe komen om te vertrekken
     
  2. Kleine onaangename wederwaardigheden doen het Tobias raadzaam voorkomen overdag zijn kamers niet te verlaten
     
  3. Na lange tijd komt Tobias weer in beter gezelschap. Bedenkelijke gevolgen daarvan
     
  4. Een korte doch hevige ongesteldheid roept in Tobias vage toekomstplannen wakker

Etc.

J. van Oudshoorn, Tobias en de dood
288 pagina’s
Rainbow Klassiek 2006, oorspronkelijk 1925