Lekker tekenen ~ Siegfried Woldhek

Een paar jaar terug begon Siegfried Woldhek ineens portretten te tekenen op een iPad. Die zagen er aquarelachtig uit. Benieuwd of hij dat nog weleens doet, omdat ik slechts éen voordeel kan bedenken aan het tekenen op een computerscherm.

Er is geen enkele tactiele sensatie bij het werken met zo’n tablet — dat blijft dul krassen over plastic — maar tekenaars krijgen door die technologie ineens wel een vorm van controle die ontbreekt bij het werken op papier. Er komt ineens een undo-functie beschikbaar, om een foute stap uit te wissen. Of zelfs om meerdere stappen terug te gaan.

Maar wellicht scheelt zo’n functie enkel in het verbruik van papier.

Dat eeuwig blijven experimenteren past goed bij Woldhek, volgens het interview dat Jet Steinz hem afnam voor Lekker tekenen. Zij het dat hij zegt daarbij telkens te variëren binnen wat hem al bekend is:

er zijn niet veel portrettekenaars die zoveel verschillende technieken uitproberen als ik, en onderzoeken wat je behalve de geijkte toepassingen allemaal nog meer kunt met je materiaal. Ik zoek, zogezegd, meer de grenzen van het sonnet op dan dat ik een vrije dichtvorm introduceer.

Lekker tekenen is een relatief dun boek, dat tegelijk niet snel uit zal zijn — misschien wel nooit — omdat de voornaamste inhoud bestaat uit 24 lessen in het tekenen. En zo’n les kan ook uit een opdracht voor het leven bestaan; zoals om te blijven kijken hoe andere tekenaars te werk gaan; wat het best lukt om ze na te doen; en daarbij dus te voelen wat ze wilden.

Ik teken mijn hele leven al, ook al gebeurt dat dan niet altijd even intensief. Maar door die relatief lange ervaring komt het eigenlijk nooit voor dat me nog eens tekenlessen onder ogen komen die bedoeld zijn voor iedereen, dus ook de absolute beginner. En door een boek als dit wordt zo’n houding eigenlijk een vorm van arrogantie die verdere vooruitgang in de weg kan blijven staan.

Gelukkig daarom dat Woldhek’s lessen vorig jaar in de krant stonden — waarbij ze mij toen ook al intrigeerden. Hij heeft namelijk alles zelf moeten ontdekken, door te doen, en alleen dat al maakt zijn benadering anders dan de klassieke tekenlessen gauw eens zijn.

Het lekkerst tekende ik in mijn tienerjaren, door lachstripjes te maken. En volgens mij is mijn probleem met het lezen veel hedendaagse literatuur nog altijd dat er een fundamenteel verschil bestaat tussen jongeren die in hun onzekerheid poëzie wrochtten en later dikke romans schreven, of wie er lachstripjes gingen maken.

Door al dat striptekenen ooit hecht ik alleen nogal grote waarde aan lijnvoering. Geen betere tekenaars dan die met een expressieve lijn. Woldhek is in zijn lessen alleen nogal van de vlakken, en meldt dan bijvoorbeeld terloops een portret makkelijker gelijkend te krijgen door wat aan die vlakken te veranderen — en zelfs dat dit simpeler zou zijn dan om een lijn perfect neer te zetten.

Oftewel, Lekker tekenen wees me er vrij onbarmhartig op dat ik mijzelf altijd grote beperkingen heb opgelegd, en toch ook eens andere manieren van werken moet gaan proberen. En beter dan het aanwijzen van vooroordelen die zo fundamenteel zijn, kan een boek toch nauwelijks doen.

Siegfried Woldhek, Lekker tekenen
64 pagina’s
Podium, 2018

een les uit het boek, zoals die in NRC-Handelsblad stond