Mode ~ Lars Svendsen

Mode is een zeer gevarieerd verschijnsel, dat pretendeert betekenis te hebben; terwijl die er amper is. Zo luidt de conclusie van de Noorse filosoof Lars Svendsen na een verkennend onderzoek, waar hij een boek lang over deed.

Waarna hij de retorische vraag stelt of mode laat zien hoe wij onze belangstelling voor de buitenkant cultiveren; en daarmee dat onze identiteit almaar wankeler wordt; omdat de werkelijkheid steeds meer gefictionaliseerd raakt.

Ik besefte door dit boek onder meer heel anders te denken dan Svendsen over onderwerpen als mode, en daarmee smaak en veranderingen in smaak.

Dit komt door dé permanente vraag, bij al mijn lezen, wat nu precies normaal is, en waarom wij dat dan wel zo vinden. Want wat normaal is veranderd. En dat zelfs soms ongemerkt. Tot bij een terugblik ineens opvalt hoe anders het vroeger was of toeging.

Bovendien bestaan er verschillende snelheden in wat er zoal verandert. Waar onze kleding of kapsel er van jaar tot jaar anders uit kunnen zien, doen onze manieren dat niet. Of onze woningen. De manier waarop ons werk georganiseerd wordt. Of hoe de staatsinrichting in elkaar steekt.

Een groot deel van wat Svendsen als mode ziet — het eeuwig veranderen van wat vrouwen als kleding dragen — is voor mij bijvoorbeeld tegenwoordig een verschijnsel dat grotendeels samenhangt met marktwerking. Fabrikanten en winkels hebben er enig belang bij om telkens nieuwe producten te verkopen. Dus komt er telkens iets nieuws; waar dan de merkwaardige eigenschap aan kleeft dat dit nieuwe geacht wordt beter te zijn dan al wat al bestond.

Bovendien zorgt de markt er ook voor dat al het oude spul ineens volkomen lijkt te zijn verdwenen.

Dat gaat voor kleding dan net zo goed op, als voor telefoons, of tablets. Of voor wat nu het populairste sociale netwerk om berichtjes op uit te wisselen met naasten. Wat de massa aan consumenten verkiest, is grillig.

Ironisch genoeg was de filosoof overigens hier ook slechts even in de mode doordat hij een bestsellertje wist te schrijven over verveling.

Maar wat dan maakt waarom velen zo massaal van kledingstijl veranderen, of ineens allemaal dezelfde telefoon willen, blijft een raadsel. En als fabrikanten, met hun enorme economische belangen, dit raadsel al niet kunnen oplossen, lukt dat een filosoof al helemaal niet vanachter zijn bureau.

Dus mag ik Lars Svendsen niet te hard vallen dat zijn boek die hele economische component mist die op dit moment zo veel bepaalt. Of dat ook hij de irritante filosofentruc toepast om overal citaatjes vandaan te sprokkelen van andere denkers die hem goed voor zijn betoog uitkomen — terwijl al die denkers heel verschillende stromingen vertegenwoordigen.

Is dit essay ook nog tamelijk a-historisch.

Mijn lol bij het lezen van filosofen is voor een groot deel nu eenmaal de discussie die ik in gedachten voer bij het lezen van zo’n auteur. En op details bracht Lars Svendsen genoeg in om mij tot nadenken te stemmen.

Punt blijft alleen dat filosofen zo graag schermen met woorden als ‘betekenis’. Terwijl ik denk: probeer nu gewoon eerst eens zo goed mogelijk te beschrijven wat er precies speelt. Dat is al ingewikkeld genoeg. Voor het antwoord op waarom-vragen schiet onze kennis zo makkelijk tekort.

Een dooddoener als antwoord geven, zoals Svendsen in zijn conclusie doet, is geen antwoord geven.

Waarmee niet gezegd zij dat waarom-vragen niet gesteld zouden mogen worden.

Lars Svendsen, Mode
Een filosofisch essay

190 pagina’s
Ten Have, 2007
vertaling van: Mote; Et filosofisk essay, 2004