Vroegere inleidingen

Dus, oordeel niet. Beschrijf slechts uw reacties. Schrijf nooit over de auteur noch over zijn werk, slechts over uzelf in uw confrontatie met het werk of de auteur. Over uzelf heeft u het recht te spreken.
Witold Gombrowicz, uit zijn dagboek

 

Boeklog is een lopend feuilleton, over de boeken die ik net voor mijn plezier heb uitgelezen. Mijn persoonlijke reactie schrijf ik kort na afloop op, in éen snelle geut — zonder het per se altijd alleen over het boek te hebben. Die reactie is daarmee per definitie te kort, en te snel opgeschreven. Eén boeklogje op zichzelf zegt daarom soms niet zo veel. Dat is vaak niet meer dan een puzzelstukje in een groter verband, waarvan het geheel me zelf ook niet altijd even duidelijk is.

Een paar terugkerende thema’s zijn er absoluut.

Zo kom ik in boeklogjes over fictie vaak terug op de vraag wat ik nu goed schrijven acht. Of waarom er eigenlijk nauwelijks volledig geslaagde romans bestaan, terwijl haast elke verhalenbundel wel éen perfect verhaal bevat.

Poëzie zet me blijkbaar vooral aan tot de vraag waarom zo veel gedichten me volkomen onverschillig laten.

En verder lees ik regelmatig beschouwingen van tijdgenoten over wat er op het moment aan de hand is, in Nederland, of de wereld. Hun betogen overtuigen me daarbij lang niet altijd. Maar dit hoeft ook niet. Ik lees niet om bevestiging te vinden. Ik lees wel om de vragen die ik heb beter te kunnen formuleren.

Eén van de belangrijkste terugkerende vragen luidt: wat is normaal? En waarom is dit dan wel zo?

Wezenlijk is ook de kwestie: hoe weten we wat we weten?

Boeklog toont mijn bijna dagelijkse oefening in intellectuele zelfverdediging.

En zulk oefenen, dat zou een idee voor u kunnen zijn.

* op verzoek ben ik begonnen een aantal terugkerende thema’s in dossiers op te nemen

A.IJ. van den Berg
januari 2010/augustus 2010
 
meer over mij persoonlijk op: eamelje.net
meer over uw verwijten: Boeklog, tussen maker en publiek

versiering

zie ook:

  1. bekentenissen van een verwende lezer;
  2. bekentenissen van een snelle lezer;
  3. bekentenissen van een kritische lezer;
  4. bekentenissen van een onbevoegd recensent;
  5. niet iedereen is een criticus;
  6. vooroordelen;
  7. vertellen, en schrijven, heeft ook met techniek van doen;
  8. mijn leesgewoonten;
  9. boeklog, en de wens tot opinies;
  10. het verschijnsel heeft een naam, het heet concisie
  11. Boeklog, bij het komende lustrum
  12. Boeklog, en het eeuwige compromis
  13. In de herkansing ziet men soms wel opvallend veel meer
  14. 500 fictieboeken. Toch nog
  15. De perfecte boekrecensie
versiering

een eerdere inleiding, uit mei 2008:

Nu, duizend boekbesprekingen verder, wordt het tijd eens een nieuwe toelichting te schrijven op mijn boeklog.

Begin 2005 ben ik voor het eerst begonnen om dagelijks vast te leggen wat ik voor boeken heb uitgelezen. Dat was aanvankelijk een puur praktisch idee. Ik had dankzij mijn eamelje.net de waarde leren kennen van het opslaan van schijnbaar willekeurige informatie in een database. Zo werd me duidelijk dat ik in vier jaar tijd meermaals verrast dezelfde schrijver kan ontdekken, en dus ook weer vergeten. Door vast te leggen wat ik aan boeken las, hoopte ik bijvoorbeeld eindelijk eens te kunnen onthouden hoe sommige titels in mijn kasten waren beland. En ook, om zeker te weten of die ooit weleens waren gelezen.

Aanvankelijk was het niet de bedoeling om die gedachten publiek te maken. Boeklog was de eerste weken weinig meer dan de elektronische voortzetting van de aantekeningen die ik toch al maakte over boeken. Het voornaamste verschil was dat ineens alle boeken beschreven werden die ik las.

Van dat uitgangspunt ben ik iets terugkomen. Op boeklog wordt tegenwoordig alleen beschreven wat me gelukt is uit te lezen. Alle boeken krijgen vijftig pagina’s de kans van mij om zich te bewijzen, maar vele worden daarna weggelegd. Ik heb vervolgens niet zoveel zin om over de doorstane ellende te schrijven, dus gebeurt dat ook niet. Het schrijven van een boeklogje mag zeker niet meer tijd kosten dan het lezen van het boek; dat is een van mijn weinige principes.

Eigenlijk mag het schrijven van een boeklogje helemaal geen tijd kosten. Zeker in de eerste jaren streefde ik ernaar de logjes te schrijven zoals ik aan een vriend of vriendin over het boek zou vertellen. In grote halen, met duidelijke conclusies, snel klaar.

Maar inmiddels bent u in vrij grote getale gaan meelezen, en hebben uw e-mails me laten zien dat boeklog ook een belangrijke voorlichtende functie hebben kan. Dus doe ik tegenwoordig regelmatig iets meer moeite dan voorheen. Al worden de boeklogjes nog altijd snel, en in een geut uitgeschreven. Werk mag het nog altijd niet worden. Aantekeningen zijn het voor een artikel, nooit al het artikel zelf.

Tegelijk zijn alle logjes samen éen tekst, voor u me verwijten gaat weleens elementaire informatie te missen.

Een andere verschuiving sinds januari 2005 is dat ik iets meer moeite ben gaan doen om interessante boeken te vinden. Voorheen volstond het mij ’s avonds vaak genoeg om wat hoofdstukken te lezen in een oude favoriet. Maar het heeft niet veel zin om zes keer over hetzelfde boek te loggen in een paar jaar tijd. Nu probeer ik om van een geliefd auteur ook de boeken te lezen die niet meteen voorhanden zijn.

Door de betekenis die boeklog inmiddels ook heeft gekregen als naslagwerk, zal ik er nog wel even mee doorgaan. Al kan ik me ook voorstellen op een dag misschien de publieke toegang af te sluiten.

Ik merk wel dat het me vormt om telkens iets te moeten formuleren over wat ik uitlees. Bij het beoordelen een matig boek niet meer te kunnen volstaan met een drieletterige dooddoener. Zolang deze wat kritischer manier van kijken het me nog mogelijk maakt met plezier te lezen, ga ik er op deze manier mee door.

Sterker nog, nu me duidelijk is dat het me een kleine drieënhalf jaar kost om duizend titels te lezen, heb ik enorme spijt de vijfendertig jaar hiervoor niet beter te hebben gedocumenteerd.

A.IJ. van den Berg
mei 2008
 

versiering