Tegen beter weten in iv













Loe de Jong’s Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog zal ik nooit lezen. Dat werk bestaat uit te veel delen, maar meer nog is een bezwaar dat het niet biedt wat ik eventueel nog over die oorlog zou willen weten. Bovenal lijkt het mij te moralistisch, met z’n nogal absolute tweedeling in goed en fout.
De Jong’s levenswerk richt zich verder ook op een lezerspubliek dat ik niet ben. Tot dat publiek horen volgens mij de mensen die de Tweede Wereldoorlog bewust hebben meegemaakt, of die kind waren in die tijd en hen kennis daarover willen aanvullen.
Maar, de vis kent het water niet waarin die zwemt. Ik schreef daar eerder over. Geen historicus beschrijft van een tijd wat iedereen al weet daarover. Alleen weten latere generaties nu juist niet precies wat eerder normaal was.
‘Geschiedenis is een discussie zonder eind,’ schreef de historicus Geijl terecht. In andere woorden: elke generatie stelt weer subtiel andere vragen aan het verleden. En projecteert daarbij waarschijnlijk ook nieuwe misverstanden op wat ooit geweest is.
Uit dat onderzoek van het Nationaal Comité 4 en 5 mei bleek dat veel jongeren dachten dat de moslims ook wel vervolgd zouden zijn door de Nazi’s. Dit waarschijnlijk vanwege de situatie op dit moment. Terwijl de Grootmoefti van Jeruzalem nu juist de Endlösung zo van harte toejuichte indertijd.
Wat mij ergens wel zou interesseren over de periode 1930-1946 is de vraag hoe normaal het antisemitisme onder de Nederlandse bevolking toen was, bijvoorbeeld. Alleen lijkt me dat niet iets makkelijk te beantwoorden is, mede gezien het politiek correcte denken van nu over dit onderwerp, en de totem Holocaust. Onze woordenboeken zijn tegenwoordig gekuist van de meeste woorden of samenstellingen die denigrerend over Joden waren. Open publieke discussie over de politiek van Israël is vrijwel onmogelijk.
Maar dat de overlevenden van de concentratiekampen met niets terugkwamen in Nederland, en daar geen enkele opvang voor hen was, is toch ook vastgelegd. Neem bijvoorbeeld het boek U wordt door niemand verwacht, of reportages van programmamaakster Netty Rosenfeld.
En eveneens ik hoor en lees het toontje waarmee sommigen de kil bureaucratische besluiten van een minister Verdonk toejuichen. Eigen volk eerst blijft een sterke oeremotie.
Onze machthebbers staan niet voor niets boven ons, is ook al zo’n oeremotie die het kritisch denkvermogen uitschakelt.
Historica Nanda van der Zee publiceerde in 1997 de studie Om erger te voorkomen. Daarin staat, heel kort samengevat, dat het Koninklijk Huis Nederland schade had berokkend door in de meidagen van 1940 naar Groot-Brittannië te vluchten. Mede daardoor stelden de bezetters hier een civiel bestuur in, in plaats van een militair, waardoor de jodenvervolging zo veel erger werd dan elders.
Nogal wat historici vonden deze these niet kunnen, en uiten dit emotioneel. Dat hoort blijkbaar bij het onderwerp. Zo werd zij door iemand als Wilhelmina-biograaf Fasseur voor Mussert-aanhanger uitgemaakt.
Maar het antwoord proberen te vinden op waarom-vragen lijkt me nu net de elementaire taak voor historici. Helemaal als er verklaringen zijn die anderen bijna zestig jaar lang ongenoemd lieten.
Toen Ies Vuijsje vorige week Loe de Jong beschuldigde een slecht historicus te zijn, was ik vooral erg benieuwd naar zijn achtergrond. Was Vuijsje een leeftijdgenoot van mij, of misschien zelfs nog jonger? Maar het bleek een man van middelbare leeftijd te zijn, die in interviews aangaf onderzocht te hebben of het lijden van zijn ouders voorkomen had kunnen worden.
En volgens Vuijsje is dat zo. Men wist al vroeg in de oorlog dat de Joden naar vernietigingskampen verdwenen. En Vuijsje trekt daar de vergaande onclusie uit dat er veel meer gedaan had kunnen worden om levens te redden.
Ik vind dat uiteindelijk niet zo’n interessante stelling. Met alle kennis van nu de loop van de geschiedenis willen herschrijven, is heel menselijk natuurlijk. Achteraf kijkt eenieder de ezel in zijn kont. Maar dan verwijten gaan maken, haalt zo weinig uit. Daarom is de kwestie die Nanda van der Zee aan de orde stelde veel interessanter, al verklaart zij lang niet alles.
Vuijsje dacht een valide waarom-vraag te stellen. Maar nu ik zijn boek in handen heb gehad, blijkt dat weinig meer dan een opeenstapeling van feitjes die samen éen felle aanklacht willen vormen. Alleen zeggen honderden bewijsjes voor een bewering niets, als er niet bijvoorbeeld ook tegenstemmen worden opgenomen die uitleggen waarom zij dan van niets wisten.
Zie ook:
Tegen beter weten in
Tegen beter weten in ii
Tegen beter weten in iii
[x]#1784 fan zaterdag 29 april 2006 @ 16:51:16