Kurt Vonnegut Jr. [1922 – 2007] IM
Kurt Vonnegut is misschien de enige auteur die ik al las voor ik hem begreep, en nu nog altijd lees. Dat is een groot compliment aan zijn kwaliteiten als schrijver.
Vonnegut was in staat een dertien, veertienjarig jongetje te voorzien van de rare en grappige verhalen die hij zo zeer zocht — de plaatselijke bibliotheek had zijn boeken gelabeld als science fiction. Hun fout, maar mijn geluk.
Wat later mocht ik tot mijn verbazing een boek van hem op mijn lijst zetten, bij Engels. Slaughterhouse Five. Mijn leeshonger had ik toen al te vaak moeten stillen met erkend litteraire meesterwerken waar ik werkelijk niets aan vond. De ervaring was toen al dat de meeste hooggeprezen schrijvers me verveelden.
Alleen durfde ik dat nog niet toe te geven. Het lag vast aan mij. Dus dat Vonnegut, met al zijn rare verhaalwendingen, en zijn volkomen vrijheid van denken, ook als een serieus schrijver werd beschouwd, was bijna onbegrijpelijk.

Vonnegut heeft me nooit verveeld. Zelfs niet in zijn teleurstellende boeken, want het zijn niet allemaal meesterwerken die hij schreef. En ook verveelde hij niet toen ik zijn stem door-en-door had leren kennen.
In de bundel Fates Worse Than Death beschrijft Vonnegut terloops hoe hij in 1984 een mislukte zelfmoordpoging heeft gedaan, met drank en pillen. Vonnegut had zijn leven last van depressies, en kwam ook uit een familie die daarvoor aanleg had.
Hij maakte er des te hardere grappen om. Als tegengif.
En ik weet tegenwoordig vooral op die kant van zijn schrijfwerk te reageren. Er staat namelijk een straf op intelligentie, of levenservaring, en die is dat je zo veel gaat doorzien. In het bijzonder politici, en hun holle praatjes. Maar ook anderen. En dan moet je telkens meemaken dat bijna iedereen die praatjesmakers allemaal wel serieus neemt. Blijkbaar geen weerstand ontwikkelt tegen die retoriek en het bijbehorende holle geneuzel.
Zulk een realiteitszin leidt makkelijk tot illusieloosheid.
Maar dan is er iemand als Vonnegut, die dit mechanisme allang doorheeft, en in tal van boeken aangeeft wat er wel de moeite waard is om voor te leven.
Gewoon, om een beetje aardig te zijn voor een ander. En om grappen te vertellen.
Daarom, zoals hij zei:
I am, incidentally, Honorary President of the American Humanist Association, having succeeded the late, great science fiction writer Isaac Asimov in that totally functionless capacity. We had a memorial service for Isaac a few years back, and I spoke and said at one point, “Isaac is up in heaven now.” It was the funniest thing I could have said to an audience of humanists. I rolled them in the aisles. It was several minutes before order could be restored. And if I should ever die, God forbid, I hope you will say, “Kurt is up in heaven now.” That’s my favorite joke.
[x]#2672 fan zondag 15 april 2007 @ 22:04:40