Waarom schrijven…


















Ik publiceerde al over internet toen nog maar weinigen wisten wat daarmee bedoeld werd. Dit verplichte me dan altijd om minstens éen alinea aan uitleg op te nemen. Maar ik herinner me ook artikelen die bijna geheel uit achtergrondinformatie bestonden, op het luttele nieuwsfeitje na dan, dat er aanleiding toe gaf.

Dit gegeven maakte me vrij snel bewust van de betekenis van taal, en van mijn rol als journalist om het jargon van anderen — of dit nu marketinglui zijn, of politici — van de bluf en de valse pretenties te ontdoen.

Nu ben ik bij deze ontwikkelingen slechts een radertje in het geheel. Laat staan dat ik een sturende invloed zou hebben. Taal verandert voortdurend, en zeker niet alleen omdat journalisten gefilterd nieuwe begrippen introduceren. Actie leidt reactie, en omgekeerd. Pas toen het grote publiek begreep wat ‘downloaden’ was, en dit woord ook massaal ging gebruiken, kon ik het in mijn werk benutten. Zij het, dat dit nog altijd met tegenzin gebeurt.

Enfin. Toen ik me een paar jaar terug wat meer in het Fries verdiepte, viel me op dat dit zo vanzelfsprekende mechanisme aan taalvernieuwing ontbrak in de taal. Er zijn geen journalisten die de voortdurende veranderingen in de wereld uitleggen en toelichten in het Fries. Laat staan dat commentatoren, of literatoren, dit doen.

Friese non-fictie bestaat vooral uit beschouwingen over Friestalige fictie, of poëzie in de taal. En verder gaat het hoogstens nog net over ontwikkelingen in de provincie.

En waar in andere talen de woordenboeken vastleggen welk idioom er algemeen in gebruik is, geldt in Friesland iets omgekeerds, merkwaardig genoeg. Woordenboekenmakers kunnen er woorden bedenken waarvoor nog geen Fries equivalent bestond, en dan doen of dat ineens de juiste term is.

Daarom deed ik enig historisch en sociologisch onderzoek vorig jaar, naar ontwikkelingen als deze. Belangrijkste vraag daarbij was waarom het in zaken als taalbevordering altijd om de Friese literatuur alleen gaat, en zo zelden om alle andere aspecten om de taal op schrift levend te houden. Alsof literatuur ooit iets laat gebeuren in Nederland…

Daarbij kondigde ik aan mijn bevindingen als essay uit te willen brengen. Maar op dit voornemen kom ik nu publiekelijk terug.

Schrijven heeft vaak een groot nut voor mij. Omdat teksten nu eenmaal een vorm eisen, en dit tot logica dwingt. Terwijl wat ik aan ideeën in mijn hoofd heb, vaak een brij is, waarin soms verbanden bestaan die er in werkelijkheid niet zijn; of eenmaal in perspectief gezet niet houdbaar blijken.

Schrijven levert daarom vaak nieuwe inzichten op. Structurele inzichten ook. Soms wordt me zelfs pas duidelijk wat ik denk als het op schrift komt te staan.

En in die zin had het profijt om het essay te schrijven om mijn gedachten over de Friese taal aan te scherpen. Alleen blijft het daarbij. Het is namelijk heel makkelijk om cynisch te worden over het Fries, en de toekomst van die taal. En ik kom niet van dit cynisme los. Sterker nog, mijn ongeloof, en daarmee mijn neiging tot bijtende spot, en provocatie, werd alleen maar groter naarmate meer ideeën vaste vorm kregen. Daar heeft verder niemand iets aan.

Dus heb ik heel veel moeite gedaan om iets te schrijven dat alleen nut heeft voor mij. En dat is nieuw, gewend als ik ben op deadline te werken, voor publicatie elders. Nieuw, maar toch weer een stap.


[x]#6050 fan zondag 12 juli 2009 @ 20:28:49