Hooftprijs in de bejaardenbingo
De P.C. Hooftprijs vind ik een merkwaardige literaire prijs, omdat deze nogal eens wordt uitgereikt aan schrijvers die al enige decennia over hun piek heen zijn. De prijs lijkt daardoor eerder een exclusief soort bejaardenbingo, dan iets anders.
Dit jaar won H.J.A. Hofland de Hooftprijs voor essayistiek. En mijn theorette is dat hij voornamelijk won omdat eerder dit jaar Jan Blokker en Harry Mulisch doodgingen; want die waren namelijk van hetzelfde bouwjaar.
Hofland vind ik een merkwaardig auteur. Ik ben namelijk volkomen blind voor wat zijn kwaliteiten nu precies zouden zijn; zoals de boeklogjes over zijn werk al getuigen.
Met enige moeite wil ik nog best bekennen dat hij in zijn columns over de actualiteit toch altijd maar knap samenvat wat er in de Amerikaanse kranten stond over dat onderwerp.
En het merkwaardigste wat ik aan dat oeuvre van de man ontdekt heb, is dat hij zelfs in 1955 al ijverig ideetjes leende in de VS. Dat er sindsdien toch nooit eens iemand is geweest die volkomen heeft afgekraakt hoe Hofland telkens pronkt met andermans veren.
Hofland was ooit de hoofdredacteur van het Algemeen Handelsblad. Al werd die krant pas echt iets na de fusie met de Nieuwe Rotterdamsche Courant.
Hofland is desondanks al heel lang establishment.
En echte schrijvers peuteren aan het masker dat het establishment voorhoudt. Daar nu heb ik Hofland nog nooit op kunnen betrappen. Zelfs niet in Tegels lichten; dat ging namelijk pas achteraf over wat er mis was. Eerder.
[x]#8072 fan woensdag 15 december 2010 @ 08:00:00