Augustus
Te fietsen | week 37

Wat maakt fietsen in de zomer anders dan fietsen in elk ander jaargetijde? In grote lijnen zijn die verschillen vanzelfsprekend wel duidelijk. Maar laat me toch een poging doen om de tekenende details te vinden, die ik van de winter nu net niet meer zie.
Belangrijk lijkt me bijvoorbeeld het duidelijke welbehagen dat er is om buiten te zijn als de temperatuur een beetje aangenaam wordt. De mens blijft evolutionair volgens mij toch allereerst dat aapbeest uit de subtropen; dat daar geen kleren hoefde te dragen. Zomerse temperaturen zijn daarom het normaal waar niet bij nagedacht hoeft te worden.
Vooral de lange broek vind ik dan een straf om aan te hebben — tot in de herfst de lange broek ook weer gewoon is geworden. Elke slaaf heeft uiteindelijk uit noodzaak zijn ketenen lief.
Makkelijk is het eveneens in de winter om te vergeten hoe lang de dagen ’s zomers zijn, en welke vrijheid dit geeft. In juli is het zelfs nog mogelijk om na acht uur ’s avonds een heel eind te fietsen — dus na de werkdag, de thuiskomst, het eten, en de eerste ontspanning.
Toegegeven, in de laatste weken van augustus korten de dagen ineens opvallend snel. Maar ook dan blijft het mogelijk om bij thuiskomst om een uur of drie te besluiten nog even een honderd kilometertje te doen die dag.
Weliswaar vinden echte fietsers dat de lange afstand pas bij de tweehonderd kilometer begint. Maar mijn ideaal is in de praktijk toch eerder een ontspannen 3½ à 4 uur weg. Alles daaronder voelt als te kort. En bijna de moeite niet waard dus. Veel langer dan weer is me te veel van hetzelfde.
In de zomer tenminste.
’s Winters is er niets spontaans aan lange ritten. Die staan bij wijze van spreken in de agenda gepland.
[wordt vervolgd]
[x]#12018 fan vrijdag 25 september 2015 @ 13:36:25