Snelheid
Te fietsen | week 49

Van de zomer merkte ik voor het eerst op dat het mogelijk is om sneller te fietsen dan eigenlijk leuk is.

Het probleem daarbij was niet eens dat ik me lichamelijk bovenmatig aan het inspannen was, of dat mijn fiets moeilijker te hanteren werd — want bergaf rijden zonder fatsoenlijke remmen bijvoorbeeld is ook niet leuk, zoals ik op mijn eerste fietsvakantie merkte.

Nee, mijn snelheid dwong mij om me veel meer te concentreren op de weg en het overige verkeer daarop dan me lief was. Want alles wat nu nog ergens in de verte leek, was zo meteen al heel dichtbij.

En ik fiets toch allereerst om deel van het landschap uit te maken. Niet om er blind doorheen te jakkeren.

Maar zelfs door mijn manier van fietsen, en dan de lange niet heel snelle ritten vooral, ben ik inmiddels toch getraind geraakt. Een uur meer of minder in het zadel zegt me weinig meer. Zolang dat geen uur aan tegenwind is dan. En op een lichtgewicht fietsje, in strakke kleding, met een beetje rugwind, kan zelfs ik ineens vrij snel.

Zo snel dat ineens de 52 voor gebruikt moet worden, om een normaal beentempo aan te kunnen houden; terwijl het de afgelopen jaren mijn idee was dat alles op de 42 viel te doen. Dat het grote blad voor er enkel voor de sier op zat.

En vreemd is dan ook dat er steeds ruim tijd zat tussen de gedachte ‘ik vind zo snel helemaal niet leuk’ en de logische conclusie om iets rechter op te gaan zitten, en zo al vaart te minderen.

Zat ik een eindje verderop vaak toch weer op die hoge snelheid.


[x]#12144 fan donderdag 10 december 2015 @ 12:10:33