The Captive Mind | chapters VIII & IX
Czeslaw Miłosz

Miłosz oordeelt wel in zijn betoog, maar veroordeelt daarmee niet altijd.

Meest opvallend aan dit boek is misschien wel dat hij eerst vier hoofdstukken de tijd neemt om schrijvers te portretteren die het dialectisch materialisme omarmden — en die daarop veel minder goed zouden schrijven. Om ze vervolgens dan toch allereerst als slachtoffers te zien van de geschiedenis. Speelballetjes van machten en krachten groter dan zij.

Waren de omstandigheden anders geweest, dan hadden zij zo niet gedaan.

Voor Czeslaw Miłosz zelf was zijn poëzie een permanente ijkmeter. Daarmee kon hij niet ineens een ander dienen. Al helemaal niet met de beperkte mogelijkheden die het sociaal-realisme een kunstenaar bood. Dus volgde er dat verzoek om politieke asiel, in Frankrijk, in 1951 al.

Het laatste hoofdstuk van The Captive Mind bevat misschien wel de stevigste waarschuwing uit het boek van al. Daarin memoreert Miłosz wat er met de Baltische staten gebeurde na de Tweede Wereldoorlog. Die toen ineens hun vrijheid kwaad waren geraakt, en deelstaten waren geworden van de Sovjet-Unie.

Tot 1991.

En ja, juist door de abstracties in het betoog in de eerste hoofdstukken van het boek, en ook het laatste, kan The Captive Mind nog altijd dienen als antigif tegen propaganda. Omdat Milosz de mechanismen blootlegde van een autocratische macht, en zo duidelijk liet zien hoe mensen zich daaraan aanpasten.

Vertelde het gedrag van de massamedia in het tijdperk Trump trouwens ook al veel.

Boeklogje over deze uitgave volgt in het nieuwe jaar.

[ lees al mijn gedachten over The Captive Mind van Miłosz hier ]


[x]#13571 fan donderdag 28 december 2017 @ 14:06:10