Voorwaar
Te fietsen | week 14

De winters van dit decennium hebben me geleerd dat 8º Celsius aan gevoelstemperatuur een opvallende psychologische grens is op de fiets. Blijft het kouder, dan rijdt het nooit heel erg prettig. Alle vocht in de lucht maakt het dan klam, of te kil, helemaal met wat wind erbij. En dit maakt vrijwel steeds dat ik in mijzelf gekeerd rond rijdt.
Extravertie wordt pas mogelijk als het lijf zich niet geschrokken in de kleding schuil houdt.
Gelukkig kwamen de afgelopen weken, ondanks alle extra koude, ook weleens met korte perioden van misschien een paar uur, dat het bijna voorjaar leek. In de luwte tenminste. Vooruitgang is er voorwaar. En er was laatst zelfs een middag waarop de wegen er zo droog bij leken te liggen dat ik het voor het eerst dit jaar waagde op mijn echt snelle fiets te gaan rijden.
Zo eentje zonder spatborden, of andere balast.
En dan is het niet eens dat mijn topsnelheid zo veel hoger ligt op die fiets dan op de exemplaren die me het hele jaar ten dienste staan. Het lijkt alleen net of het op die fiets makkelijker is om op snelheid te komen, en het aanzienlijk minder moeite kost die vaart dan vast te houden ook.
’s Winters is het zo onvoorstelbaar dat ik ’s zomers in de avonden rustig ommetjes maak van veertig kilometer en meer, en dat dan amper een inspanning vind. Alleen dit al maakt dat de donkere jaargetijden me altijd te lang duren — zelfs al noemde het KNMI de winter 2017-2018 dan zacht.
[x]#13941 fan dinsdag 3 april 2018 @ 13:56:19