Homo ludens | IV, V, VI, VII, VIII
Johan Huizinga

Voornaamste associatie die Homo ludens oproept, is er opvallend genoeg éen met een boek dat in de tijd net iets daarvoor geschreven werd. Het standaardwerk Über den Prozeß der Zivilisation van Norbert Elias.

Grappig alleen al is dat de socioloog Elias in zijn werk heel wat meer historisch verantwoord bezig was dan de historicus Huizinga met diens nogal vrij-zwevende filosofietjes lukte — Huizinga bedreef duidelijk wetenschap zonder mogelijk bewijs.

Maar, beide hadden iets opgemerkt aan de samenleving en de cultuur waarin zij leefden. Dat er regels waren namelijk. En dat daar opmerkelijk aan was vooral dat lang niet al die regels opgeschreven stonden, en ook dat lang niet iedereen zich altijd en overal aan zulke afspraken hield.

De kern van de twee hierboven genoemde boeken lijkt me zo bezien aardig gelijk. Vervolgens verschilt nogal wat de auteurs met dat uitgangspunt hebben gedaan.

Elias zocht uit welke regels wij zijn gaan internaliseren, en welk gedrag daarmee ineens onbeschaafd werd gevonden, en welk beschaafd. Weinig mensen pissen tegenwoordig nog in een hoek van hun woonkamer, als ze moeten.

Huizinga vind ik tot nu toe nog vooral een soort postzegelverzamelaar, die overal kleurige bewijsjes vandaan plukt die goed in zijn betoog passen. Dus stonden er nu hoofdstukken op mijn leesmenu over het spelelement — en dus de ervaren spelregels — in de rechtspraak, in de krijg, in raadsels, in de poëzie, of in de verbeelding.

Dit boek moet wel een heel sterk slothoofdstuk krijgen, wil ik nog van meer overtuigd raken dan van Huizinga’s brede belezenheid en talenkennis.

[De eerste Nederlandse recensie van Über den Prozeß der Zivilisation verscheen overigens in 1940. Toch is voor mij een vraag of de beroemde Huizinga het werk van de toen nog vrijwel totaal onbekende Elias gekend kan hebben.]

[ lees hier al mijn gedachten bij Huizinga’s Homo ludens ]


[x]#14189 fan donderdag 7 juni 2018 @ 10:14:19