Ruim 1000 dagen werk | viii-xii 1992
Koos van Zomeren

Opmerkelijke ontdekking na een kleine tien jaar aan leesprojecten: het scheelt nogal om een boek als huiswerk te hebben dat fijn is om te lezen. Waarover ik me verheug er weer een eindje verder in te mogen gaan. Nu is het elke dag telkens toch even : há, fijn, er mag weer een maandje aan Koos.

Alleen hebben die leesprojecten uiteindelijk twee doelen. Het eerste is om een boek of reeks boeken te lezen die ik anders nooit uitgekregen had. En het tweede doel bestaat er uit om het makkelijker te maken daar vervolgens een boeklogje over te schrijven — doordat dit dan gebaseerd kan worden op de aantekeningen die ik al eens maakte. Zoals deze. Omdat het zo helpt om niet alle gedachten over zo’n boek in éen keer te moeten denken, bij het schrijven van een logje pas.

En een verzameling, of dit nu een bundel verhalen is of éen aan columns, leent zich slecht voor die laatste eis. Dat boeklogje. Wat dan liefst ook meteen mijn definitieve uitspraak over zo’n uitgave moest worden.

Zo ben ik nu, na de eerste jaargang te hebben gelezen van ‘Vandaag of Morgen’, nog vooral bezig geweest om constanten te destilleren uit die bijna tweehonderdvijftig losse tekstjes.

Waar heeft Van Zomeren een hekel aan, bijvoorbeeld?

Waarop een antwoord dan luidt: fietsers — want die gebruiken in de overvolle Randstad Holland nu net ook de paden waar hij wil lopen met zijn hond.

De zomer betekent ook ellende voor hem, helemaal als die eens heet is. Geef Van Zomeren liever weer waar hij zich op kleden moet.

Maar die wind, in de herfst en winter, vindt hij toch ook niet prettig. Waarop al snel een tekst volgt met Fernweh, want als het toch eens zachtjes sneeuwen mocht, welke plekjes in Nederland zou hij dan bezoeken?

[ Lees al mijn aantekeningen bij Ruim duizend dagen werk hier ]


[x]#14265 fan woensdag 27 juni 2018 @ 00:00:00