Pro Vent
illustratie van week 1

Bij een webwinkel waren de prijzen van de compressieshirts ineens zo ver gezakt dat een gewoon wit T-shirt er al duur bij leek. Het is nu eenmaal winter, en zulke shirts dienen allereerst om ’s zomers het teveel aan hitte zo gauw mogelijk van het lijf weg te leiden.

Dus plaatste ik een bestelling voor een mouwloos model, in mijn gewone maat. Om kort daarop een dermate klein doosje te ontvangen dat ik aan een grap dacht.

Daarop bleek dat het compressieshirt als kledingstuk nog het best te vergelijken is met een condoom. Wat dit betekent bij het aantrekken, of het dragen, behoeft verder geen uitleg.

Nee, laat de zomer nu maar komen. Ademloos zal ik er naar uitkijken.


Wafel
illustratie van week 2

Wie het woord mode gebruikt, heeft het daarbij meestal over kleding. Ik niet. Kleding interesseert me niet zo veel. Voor een man die doorgaans een jasje draagt of trui verandert er ook heel weinig van jaar tot jaar.

Mode hangt voor mij allereerst samen met eten. Omdat iets soms een tijd heel vaak gegeten wordt, en vervolgens tijden niet meer. Onafhankelijk van de seizoenen.

Momenteel staat er op mijn boodschappenlijstje vrijwel steeds dat ik Luikse wafels kopen moet — die in de winkel hier doorgaans suikerwafels heten. Omdat het vele suiker en het vet in die dingen me zo goed smaakt tijdens het fietsen.

Ook dat zal vast overgaan, een keer.


Hand in glove
illustratie van week 3

De meeste winters koop ik wel een nieuw paar handschoenen. Vaak zijn die van wol, want dat zou de meeste warmte geven. Of anders van een kunststof, zoals fleece, die van geretourneerde frisdrankflessen gemaakt schijnt te worden. Om dan toch altijd weer mijn oude paar leren handschoenen op te duikelen, en die voor alles te gebruiken.

Leer is tenminste waterdicht. Leer keert de wind. Leer is ideaal, al blijft misschien jammer dat er beest stierf voor mijn comfort.

Maar dat ik telkens toch nieuwe handschoenen koop, komt door éen elementair gebrek aan die leren handschoenen. Ze zijn te kort. Mijn polsen blijven onbedekt. En wat de winkels in de verkoop hebben aan leer is niet langer.


Ontkabeld
illustratie van week 4

Ineens kijk je op, en is alles veranderd. Ongemerkt. Gedachteloos.

Ik weet nog vrij goed wanneer de breedbandinternet in mijn leven kwam. Eind vorige eeuw. Omdat die overgang de prettige verandering meebracht dat ik voortaan niet meer hoefde in te bellen. Maar wanneer ik het bedrade netwerk thuis verving door een draadloos WiFi-net is me ontschoten. De functie van de verbinding veranderde namelijk niet. Ook al was de benodigde technologie heel anders.

Zo ging het ook met de vaste telefoon.

Ergens in een kast op zolder liggen daarom nog kilometers kabel, van allerlei aard. Ergens ook terug in de tijd nam ik de beslissing niet langer kabeltjes mee te sjouwen in mijn computertas.

Dat had nog als grote voordeel dat ik geen winkelalarm meer aanzette bij binnenkomst. Een opgerolde kabel in een tas maakte nogal wat antidiefstalvoorzieningen actief.

* door ziekte lig ik achter met het bijhouden van deze rubriek


Klasse B
illustratie van week 5

Ergens onderin mijn huis is een luikje dat éen keer per jaar een paar seconden open mag. Daaronder komt de waterleiding binnen, en wordt mijn verbruik bijgehouden met een meter van het aloude type Klasse B.

De meteropnemer komt altijd in de eerste weken van het nieuwe jaar. Of anders word ik in die periode wel gevraagd om mijn waterverbruik door te geven.

Dus is het altijd koud en winter als het luikje open gaat. En dan valt altijd op dat de waterleiding goed ingepakt is met krantenpapier. Want ik twijfel weleens of dat wel isolatie genoeg is, met temperaturen tot -20° in de nacht.

* door ziekte lig ik achter met het bijhouden van deze rubriek


Afgesloten
illustratie van week 6

Van de week brak me een sleutel in een fietsslot af. Dat was nog een vreemd gevoel. Ineens leek het of staal van de sleutel tussen mijn vingers vloeibaar werd. Want de sleutel draaide wel, maar het slot ging niet mee open.

Verder was er niet veel aan de hand. Ondanks de breuk stak er nog genoeg sleutel uit het slot om houvast te bieden. Ik had een Zwitsers zakmes bij me, met een tangetje waarmee het goed peuteren was. En de reservesleutel zat in mijn portemonnee.

Maar merkwaardig genoeg werkt het verstand bij mij dan toch zo dat onmiddellijk allerlei rampscenario’s opgesteld worden, en uitgewerkt. Ineens ook dook de wetenschap weer op dat discussloten helemaal niet zo goed tegen diefstal beschermen — iemand die regelmatig containers moest inklaren, had me ooit verteld dat de sleutels altijd zoek waren van de discussloten op die dingen. En dat een batterijboormachine steevast binnen een paar tellen soelaas bood.

Nu is het enige probleem nog dat ik geen reservesleutel meer heb.

Maar, hoeveel jaar ging de vorige mee? En kwam het probleem door gebrekkig onderhoud, of was het een freak-accident doordat de relatief warme sleutel in een ijskoud slot werd gewurmd?


Winterklaar
illustratie van week 7

Alleen in de sloten en vaarten drijft nog bovenmatig veel ijs. Maar verder was het wintertje van 2011-2012 toch vrij snel verdwenen. Veertien dagen kou. Met Siberische uitschieters naar beneden. Tien dagen opwinding om niets omdat er een Elfstedentocht mogelijk leek, volgens mediamensen die alle belang hadden bij een spektakel. En toen gewoon dooi. En regen. En een tuin die verpieterd aan het daglicht kwam toen de sneeuw verdwenen was, omdat het nog wel even zal duren voor er weer wat groeit.

Maar, hoogst merkwaardig dat een week terug mensen de Elfstedentocht dan maar op eigen gelegenheid reden.


Ongemonteerd
illustratie van week 8

Het rook ineens naar voorjaar de afgelopen week. En lente zet het éen en ander in gang. Zo moet ik inventaris maken van wat er zoal stuk ging of extra sleet deze winter. Omdat het nu eindelijk loont om al dat te vervangen.

En merkwaardig is dan dat vrijwel alles wat ik dan koop even uit de verpakking haal om te bekijken. Mij interesseert altijd hoe iets gemaakt werd. Zelfs achter de luttelste aankoop zit een proces van ontwerp en fabricatie. Maar na montage is het met de nieuwigheid meteen over. Het speciale gaat er altijd direct af. En ik moet meteen in mijn technische handboek aantekenen wanneer wat veranderde, om dat niet te vergeten.


… over alle wegen
illustratie van week 9

De routeplanner van de Fietsersbond is eindelijk af. Tenminste. De provincie Groningen is per 1 maart nu ook toegevoegd, wat al een aantal keren eerder zou, maar een groot tal straten in de stad Groningen blijkt het ding niet te kennen.

Toch kan dit uitmaken. Het ene beginadres in een plaats levert soms een heel ander route-advies op als het andere startpunt.

Want deze routeplanner wordt samengesteld door vrijwilligers. Waarvan te vermoeden is dat als ze een route aanbevelen die vervolgens ook goed fietsbaar zal blijken te zijn.

Bovendien is een profiel in te stellen, voor de routevoorkeur. En ‘autoluw’ levert dan een heel ander advies op als ‘kortste route’.

De routeplanner bevestigde overigens wat ik inmiddels zelf al had uitgevonden. Rijd ik naar Groningen, dan hoeft dat niet via de route van de vroegere tram, dicht langs het traject van de autoweg A7. Onderlangs, via plaatsen als Zevenhuizen, Roden, en Peize, is maar eventjes verder.


Lenen lenen
illustratie van week 10

Alles wat online staat, is vogelvrij. Dat was me bekend. Talloos zijn de mensen die een boeklogje van mij als eigen tekst presenteerden — wat een merkwaardige reden extra is om geen al te actuele en populaire boeken meer te bespreken.

Maar wat maandag in de uitzending van Pauw en Witteman gebeurde was nieuw. Een foto die ik in 2002 maakte, en online plaatste, op de laatste dag dat er met guldens betaald kon worden, was ineens minutenlang het decor van het programma.

Misschien moest ik eens naar de omroep schrijven, om te informeren wat hierover geregeld is.

En ik sta natuurlijk ook afgebeeld op die gulden. Dat wat donkerder gedeelte onderin weerspiegelt mij terwijl ik de foto nam.

gulden (36k image)

meer beelden»»


Lenen lenen ii
illustratie van week 10


ongecorrigeerd en slechts verkleind origineel

Ergens in oktober 2001 pakte ik vrij willekeurig twee guldens uit mijn zak, en legde ze op een vel kopieerpapier op mijn werktafel. Daar legde ik de gulden met het vlaggende leeuwtje naast, ontworpen door basisschoolleerling Tim van Melis — de enige munt nog steeds in mijn bezit.

Mijn werktafel krijgt licht uit het noorden. Dat is ongekleurd en streng.

Doel van de hele exercitie was toen niet meer dan om vast te leggen wat op het punt van verdwijnen stond. Zo heb ik indertijd ook van alle bankbiljetten in omloop scans gemaakt met een hoge resolutie.

Maar het metaal van munten leent zich beter voor foto’s dan voor de rechtstreekse belichting van een scanner. Reflecterend materiaal scant niet, het licht wordt slechts teruggekaatst.

Bovendien merkte ik dat het noorderlicht iets met de munten deed. De oneffenheden in het metaal werden daardoor nogal benadrukt. En dat leek me goed. Helemaal voor een valuta die zo meteen niet meer zou bestaan dan in de herinnering. Ook al omdat op stock-foto’s munten er altijd uitzien of ze net geslagen zijn. Terwijl muntgeld een gebruiksartikel is.

Dus, aan iedereen die meent dat een foto van een gulden maar een foto van een gulden is, en daarmee volstrekt inwisselbaar. U kunt niet kijken.

is een vervolg op: Lenen lenen


DSC-P1
illustratie van week 11

In de elfde jaargang de constatering dat er vele plannen waren voor het weblog die een zachte dood gestorven zijn. Zo was er vanaf het begin van eamelje.net het idee dat ik meer moest doen met beeld.

Dus kwam er een dure digitale camera. En in mijn gretigheid vergat ik mijn normale vuistregel om nooit het eerste model uit een nieuwe lijn producten te kopen. De klant wordt dan namelijk ook tester, of beter proefkonijn, voor de fabrikant. Mijn Sony DSC-P1 had vele problemen, zo zat er een duidelijke vertraging tussen het nemen van een foto en het vastleggen daarvan. Maar het vervelendst was nog wel dat het ding twee keer terug moest naar de maker om fundamentelere storingen.

Toch heb ik er nog een foto mee gemaakt die tien jaar later een talkshow op televisie zou halen.


Stuurpen
illustratie van week 12

Fietsen hebben tegenwoordig gauw eens een Ahead-stuurpen. Die zijn groot, en fors, maar stevig. Grootste nadeel is dat de sturen in dit systeem moeilijk hoger of lager zijn te zetten. En als dit gebeurt je met vulringen moet werken.

Ik stam uit een ander tijdperk, denk ik soms, van toen de stuurpennen nog smal waren, en wel in hoogte te verstellen waren omdat die zich met een wig klemzetten in het omhoog priemende deel van de vork. Een beetje stuurpen had bovendien een hoek, omlaag, waardoor ze iets extra’s elegants krijgen; eenmaal uit hun normale omgeving geïsoleerd. De Japanse firma Nitto maakt nog altijd prachtig gevormde ‘stems’, die zo mooi en zo prijzig zijn dat ze iets van sculpturen hebben.

Maar de stuurpen van het klassieke type, die ik dit weekend redde uit een oude fiets die in de weg stond, is lelijk. Het ding is gelast, en dus van staal. En die lassen zijn niet bijzonder mooi afgewerkt. Bovendien is het ene deel van de stuurpen dikker dan het andere.

Alleen was me al dat nooit eerder opgevallen, terwijl die stuurpen toch jaren onder handbereik was.

Kijken is een les die je nooit geleerd krijgt.


Kettingvraag
illustratie van week 13

Het is lente, het is lente. Onderhoud loont eindelijk aan alle instrumenten. Dus bekijk ik mijn fietsenstal, om te oordelen waar grote schoonmaak gewenst, en wat met een simpel schoonmaakbeurtje kan volstaan.

Nieuwe kettingen krijgen ze wel bijna allemaal. Maar sinds die verkocht worden met losse bevestigingsschakels is het vervangen nauwelijks nog werk te noemen. Kwestie van een paar minuten. Prettig karweitje.


Flodderschijfke
illustratie van week 14

Toen de eerste iMac uitkwam, in 1998, werd er nog schande van gesproken dat het apparaat geen floppy disks meer accepteerde. Want computers en floppies hoorden al decennia onverbrekelijk bij elkaar. Inmiddels zullen er miljoenen jongeren rondlopen die niet eens meer weten wat een floppy is. Of wat er mee kon. Het opslagmedium raakte zo rond de millenniumwisseling toch echt in onbruik.

Maar, omdat ik honderden floppy disks in bezit had, ooit, kom ik per ongeluk nog weleens éen tegen in huis. Die me er dan aan herinneren dat het ooit mogelijk was om een heel besturingsysteem te schrijven dat kleiner was dan 1,44 MegaByte. Die me tonen dat heldere etikettering zinvol was om snel de juiste floppy te kunnen vinden in een doos met tientallen andere.


Hic sunt leones
illustratie van week 15

Hoe het elektronische opslagmedium er ook uitziet, of hoe klein het formaat ook mag zijn, éen ding zal nooit veranderen. Eenmaal een beetje stuk is ook meestal alles stuk. Dus kan je er niet op vertrouwen dat éen digitale kopie van iets wel volstaat. Daarom is het onbegrijpelijk voor mij dat er nog mensen bestaan die nooit een back-up ergens van maken.

Even terug deed het flashkaartje in mijn fototoestel raar. Wilde ik het ding uitlezen dan sloeg prompt mijn computer op tilt. Dus dan wordt het zoeken online, naar de beste methode van aanpak. En dan zou het slechts helpen om het ding nog eens geheel te formatteren. Alleen staan er nog foto’s op die nog geen back-up hebben gekregen; en zullen juist die vernietigd worden bij het formatteren.

Dubben verandert dan niets aan de situatie.


Klap
illustratie van week 16

De kracht van een vijzel is zo dat alles kapot kan. Ook gietijzer.

Gietijzer is trouwens te hard en dus te bros om nog veel nut te hebben. Wel weegt het. En misschien maakt dan het gewicht op onnozele kopers de indruk iets te krijgen dat eeuwig goed blijft.


Werkloos
illustratie van week 20

Een fiets restaureren, betekent dat alle onderdelen even meer aandacht krijgen dan ze ooit hebben gehad. Om ze daarna weer te vergeten. Waarschijnlijk. Zolang ze geen problemen geven.

Dus poetste ik een ruim dertig oude achterderailleur. Voor zover dat ging. Er ging wat olie in de lagertjes van de geleidewieltjes. De veer werd eens beproefd.

Maar zo’n derailleur leeft niet zonder ketting. Al hoeft zo’n derailleur hoeft straks niets anders te doen dan steeds wat stapjes opzij te maken, om de ketting op een ander achtertandwiel te leggen.

Maar tot dan is het ding niets dan metaal dat gepoetst worden moet.


Powerlink
illustratie van week 21

Eén van de vaardigheden die ik me ooit eigen maakte, en nooit meer nodig zal hebben, is het heel voorzichtig ponsen van een fietsketting. Omdat hetzelfde pennetje dat er bijna uit gedreven werd ook weer teruggeduwd moest kunnen worden.

Tegenwoordig komen goede nieuwe fietskettingen met twee halve schakels, die even in elkaar gehaakt moeten worden. En dan, als het goed is, in het gelid blijven doordat de achterderailleur er van twee kanten aan trekt.

Bij SRAM heten deze halve schakels Powerlinks. En ze gaan eeuwig mee. Tot nader bericht. Van ketting tot ketting. Wat het onderhoud aan de kettingen bovendien een stuk makkelijker maakt, omdat die nu zonder moeite van de fiets te halen zijn.

Er is vooruitgang mogelijk gebleken. Dank u.