Weening en blickering der tanden

Hjoed is elts in Harrekiet
Betrapt. Al twee keer is me vandaag verweten niets over het wielercriterium in Surhuisterveen te hebben geschreven. Hoewel ik daar toch even rondgekeken heb dinsdagavond.
Maar wat valt er over te schrijven? Een criterium is geen wedstrijd; veeleer een soort feestelijk toneelspel van wielrenners in de openlucht, waarin van degene met het hoogste startgeld verwacht wordt dat die flink zijn best doet aanvallen op te zetten.
Van de drie duurste renners had er éen niet eens een fiets bij zich, waarop de plaatselijke wielerhandel uitkomst moest bieden.
En natuurlijk won de plaatselijke favoriet Pieter Weening, omdat hij sinds zijn winst in een touretappe een held is en daarom voor iedereen goed zichtbaar moest zijn.
Kijk, andere jaren was er ook dat criterium. Toen was er nog wel iets beschouwends te schrijven over de gewone straten in een dorp die ineens tot wedstrijdparcours promoveren. Over de bijbehorende kermis en de jonge meisjes die speciaal daarvoor hun mooiste nieuwe borsten hadden aangetrokken.
Nu kwamen er 35.000 mensen op die Weening af. Daartussen verdampte iedere gedachte al voor die in me op kwam.
Weening 37 tellen fan giele trui
Pieter Weening was woedend van de week, toen gemeld werd dat niet hij maar teamgenoot Bram Tankink de Tour de France mag rijden. Dat kan. Zo’n passie voor het vak staat hem misschien zelfs te prijzen.
Minder professioneel was dat hij zijn onvrede scheldend aan de media kenbaar maakte.
Bovendien, en dit is waar mijn sympathie voor mijn streekgenoot verdwijnt, was al weken duidelijk dat Weening niet naar de Tour zou. Dat zou al zijn tweede grote ronde van het jaar zijn geweest. Hij heeft de Giro d’Italia gereden, die dit jaar eveneens is gestart in Nederland.
Slechts omdat Laurens ten Dam zo ernstig viel in de Ronde van Zwitserland kwam er nog een plekje vrij in de Tour-equipe van Team Rabobank. Waarvoor dus twee gegadigden waren.
Eén daarvan reed ook de Ronde van Zwitserland, die als de klassieke voorbereidingskoers geldt voor de Tour de France, en leidde daarin enkele dagen het bergklassement. De ander, genaamd Pieter Weening, reed slechts naamloos mee in de Ster-Electra Toer.
Toen was er gisteren nog het Nationaal kampioenschap op de weg — de enige wedstrijd in het jaar die Team Rabobank niet mag verliezen, omdat het verreweg de meeste professionele wielrenners in Nederland onder contract heeft. In het peloton van 47 waren dat er ditmaal 19.
En Pieter Weening kwam ruim in beeld. Eerst in een opvallend energieverslindende ontsnapping. En later toen hij alleen voorop naar de finish snelde met de veel snellere Niki Terpstra, van een concurrerende ploeg. Waarbij ook hij meereed op kop, en zo de belangen van zijn ploeg niet bijzonder goed verdedigde.
Bovendien zette hij vlak voor de finish als eerste aan voor de eindsprint. Niki Terpstra was zo wel gedwongen te reageren, en Rabo-ploeggenoot Lars Boom, die na een enorme inhaalrace tot op tien meter was genaderd, werd meteen kansloos.
Pieter Weening eindigde als tweede in het Nationaal kampioenschap voor eliterenners met een contract.
Iets zegt met dat hij gisteren meer heeft verloren dan dat kampioenschap alleen.
[eerder over Weening [i], [ii]]
Geen mooiere wielerwedstrijden als de eendagsklassiekers. En toch hebben de grote rondes ook iets. Zelfs als de klassementsrenners berekenend rijden. Zelfs als er telkens massasprints zijn.
Het is moeilijk te definiëren wat dat iets dan precies is.
Mee zal wegen dat de rechtstreekse uitzendingen altijd aan het einde van de middag zijn. Als voor mij, gevoelsmatig, de werkdag erop zit, en alles wat dan afleiding biedt als een beloning kan voelen.
Bovendien hebben de meeste wielerwedstrijden éen voordeel. Als de wedstrijd niet boeit, is er altijd nog een landschap om naar te kijken.
En toen stierf er maandagmiddag ineens een wielrenner midden op straat. Waarbij een Italiaanse cameraman het nodig vond het creperen van dichtbij in beeld in te brengen.
Ik ben daar nog steeds van in de war.
En hoewel ik daarom ook gisteren nog weinig lust had om te kijken, kwam het er toch van, en zag ik streekgenoot Pieter Weening een putsch plegen, door alleen aan te komen, de etappe te winnen, en ook nog de leiderstrui te pakken.
Begrijpelijker wordt het er zo niet op.