Grond ~ Jan-Hendrik Bakker

Er zijn bundels en bundels. Verzamelingen van eerder gepubliceerd werk die achteraf nog eens tot een boek hebben geleid, en verzamelingen die aanmerkelijk bewuster zijn samengesteld.

Met Grond heeft Hendrik-Jan Bakker duidelijk als doel gehad dat de opgenomen stukken elkaar zouden versterken. Daardoor prijken journalistieke reportages naast essays over het denken van enkele filosofen die zich met hetzelfde onderwerp bezig hielden.

En toevallig werkte de mengeling wel aardig in dit boek. Al zijn er ook voorbeelden te geven van auteurs elders die zo’n melange van observerende journalistiek en abstracte ideeën aanmerkelijk soepeler verwerkten. Maar deze schrijver heeft in elk geval genoeg gezien om een boek te schrijven dat me tot nadenken stemde.

Bakker ging onder meer bezoek in een tuincentrum; zo’n winkel aan de rand van een stad die steeds meer tot lifestyle-centrum wordt. Hij kwam op een volkstuin, om daarbij te signaleren dat de tuinders die een eigen perceeltje huren gemiddeld snel ouder worden. Of om op te merken dat steeds meer gemeenten vinden dat zulke tuintjes wel erg dure bouwgrond in beslag nemen. Er was een reportage op een kerkhof. En ook Bakker signaleerde dat overal markten ontstaan waarop lokale producten worden aangeboden. Tegen iets hogere prijzen dan normaal, vanzelfsprekend.

En hij signaleert bovendien hoe merkwaardig de handel in grond was waar lokale overheden rijk mee dachten te worden.

Daarnaast staat dan bijvoorbeeld een beschouwing over de betekenis van ‘grond’ in het werk van de filosoof Heidegger. Zoals bekend een fanatiek Nazi; die ideeën aanhingen vol ‘Blut und Boden’.

Het is in dit opzicht hoogstens jammer dat hij de opkomst van een idee als ‘terroir’ niet mee heeft genomen. Want dat een product van dichtbij komt, is nog niet eens genoeg. De eigenschappen van de grond daar horen inmiddels ook tot de kwaliteit van de meest uiteenlopende producten. Bij wijn was ‘terroir’ altijd al een verkoopargument. Tegenwoordig wordt het begrip ook gebruikt bij groentes, zoals tomaten, of verwerkte waren als boter en kaas.

Eén van Bakker’s opmerkelijkste ideeën is dat wij Nederlanders niet zo veel hebben met ‘grond’ — in elk geval minder dan dat in landen als Duitsland leeft. Als daar grond onteigend moet worden voor de aanleg van zoiets als een weg levert dat veel heviger emoties op als hier, zo citeert hij een buitenlandse wetenschapper die hier woont.

Als reden voor deze relatieve onverschilligheid wordt dan gegeven dat het haast lijkt of Nederlanders altijd denken dat ze desnoods toch wel ergens anders weer nieuw land kunnen aanleggen.

Nu speelde er de laatste jaren nabij een groot en publiek uitgevochten conflict over de aanleg van een nieuwe weg. Dus dat van die onverschilligheid van Nederlanders geloof ik niet helemaal.

Tegelijk heb het afgelopen tijd wel iets gemerkt dat met Bakker’s ideeën parallel loopt. In een verstedelijkte omgeving wordt het moeilijk om een idee te krijgen over hoe het land erbij ligt. Zelfs het weer is een stad al anders — het plaveisel houdt warmte vast, om dat af te geven in de nacht.

Mij gingen de ogen vrij recent open doordat ik meer ben gaan fietsen. Mijn interne plattegrond van de wereld om mij heen werd een stuk rijker. Ik kijk ineens anders. Zij het dat ik liever niet afstap om in de grond te gaan woelen

Alle dagen echt buiten zijn, en dat voor langere tijd, spreekt nu eenmaal ook niet meer vanzelf. Nederland is half stad, en die verstedelijking begon er nogal wat vroeger dan elders.

Jan-Hendrik Bakker, Grond
Een pleidooi voor aards denken en een groene stad

334 pagina’s
Atlas, 2011