Herzzeit ~ Ingeborg Bachmann & Paul Celan

Wat verwachtte ik precies van deze brievenbundel? Niet heel veel, gezien mijn al eerder geformuleerde voorbehoud over brievenverzamelingen. Boeken als deze zijn vooral bronnenboeken. Het verhaal, zo dit er is, dat de brieven vertellen, komt pas tot leven met extra informatie van buiten.

Maar bij de brieven tussen Ingeborg Bachmann [1926 – 1973] en Paul Celan [1920 – 1970] waren er verschillende verhalen mogelijk. Zo waren zij ooit verliefd, om beiden dan later toch met een ander te gaan trouwen of samenwonen. Zo was zij de dochter van een man die al in 1932 partijlid werd van de NSDAP, en wist hij dat vrijwel zijn gehele Joodse familie door de Nazi’s was uitgemoord.

Verder kwamen beide jong aan hun eind. Celan deed zichzelf te kort, en Bachmann verbrandde zo in haar huis in Rome, dat ze daar in het ziekenhuis aan bezweek.

Meer dan deze hoofdlijnen kende ik niet. Plus dat Bachmann uiteindelijk met Max Frisch ging samenleven; en dat beide in elkaars boeken voorkomen.

In deze brievenverzameling staan ook de brieven die Frisch aan Celan schreef, en omgekeerd. Net als de correspondentie is opgenomen tussen Bachmann en Celan’s vrouw Gisèle Celan-Lestrange. Die compleetheid was mij aangenaam; net als dit hele boek prettig Deutschgründlich was, met alle noten en toelichtingen achterin.

Toch beslaat de briefwisseling tussen Ingeborg Bachmann en Paul Celan in dit boek niet meer dan honderdvijftig bladzijden. Dat is weinig. En helaas zijn de meeste brieven inhoudelijk ook weinig bijzonder. In veel worden afspraken gemaakt, voor komende ontmoetingen, waarbij soms een verlangen doorklinkt naar de ontmoeting. De lezer moet vervolgens maar raden wat er op zo een treffen plaatsvond.

De paar zinnen die altijd en overal geciteerd worden, waarin Bachmann schrijft meer van Celan te houden dan van het leven, zijn uitzonderlijk in hun directheid.

Wel speelden er in de decennia die de brieven bestrijken een paar vervelende zaken; waarbij vooral Celan zich opvallend gedroeg. Hem werd eens een literaire prijs onthouden. Zijn poëzie werd eens negatief besproken, waardoor hij meteen antisemitisme vermoedde bij de recensent.

Celan leek bovendien met Bachmann’s affectie te spelen. De brieven wekken de indruk dat hij haar even aantrok als hem dit goed uitkwam, zoals in het begin, en dat zij hem verder gauw weer onverschillig liet.

Opvallend is ook dit Bachmann tegen de al te hondse behandeling door Celan protesteerde — zo moest ze ineens een ring teruggeven — maar die brieven dan vaak niet verstuurde.

Naast dit biedt het boek een klein beetje meer inzicht, in hoe de Duitstalige literaire wereld zich na de Tweede Wereldoorlog reorganiseerde.

Over waarom het nu precies niets is geworden, tussen hem en haar, resteren de lezer slechts vermoedens. En misschien bestaat de attractie van deze verzameling eruit dat er zo veel te fantaseren blijft, over beide. Dit boek was in Duitsland een onverwacht succes, en had overdreven prijzende kritieken.

Ingeborg Bachmann
Paul Celan
Herzzeit
Der Briefwechsel

399 pagina’s
Suhrkamp 2009, oorspronkelijk 2008