Uren met Flaubert en andere herinneringen ~ Maxime Du Camp

Eenmaal een boek klassiek is — decennia na de eerste publicatie nog altijd gelezen wordt — lukt het nauwelijks meer om er inhoudelijk kritiek op te geven. Sterker nog, dan kunnen er inmiddels zelfs vele verdedigers zijn voor de gebreken ervan.

Toch zal ik Madame Bovary nooit meer inzien.

Ik las deze roman van Gustave Flaubert al twee keer, waarvan éen keer heel grondig — in een spontaan soort boekenclub met Amerikanen en Britten, online, jaren voordat de meeste mensen überhaupt idee hadden van wat internet was. En vooral die grondige lezing indertijd liet me zien dat Madame Bovary op tal van punten vrij moeizaam geschreven is. Dat er daarmee aanzienlijk vlottere negentiende-eeuwers bestaan, om nog eens beter te verkennen.

Dus was het interessant dat Uren met Flaubert en andere herinneringen juist begint met een kritiek op Madame Bovary.

Daarin waarschuwde Maxime Du Camp [1822 — 1897] zijn vriend Gustave Flaubert [1821 — 1880] dat er te veel overtolligs stond in het boek; waardoor de echte kwaliteit ondersneeuwde. Samensteller Edu Borger citeert dan gretig Du Camp’s advies dat een neutrale derde redacteur er voor een luttele honderd frank een veel betere roman van zou kunnen maken, door éen en ander gericht te schrappen.

Toch lijkt me dat Maxime Du Camp hiermee eerder verwees naar de juridische problemen die te verwachten waren, dan naar iets anders.

En tegen Madame Bovary rezen ook vele klachten; omdat het zo’n onzedelijk boek zou zijn. Tal van lezers wensten niet te geloven dat er in hun Frankrijk vrouwen voorkwamen die het heilige sacrament van het huwelijk zouden durven te schenden. De rechtszaak die daarop logischerwijs volgde om het boek verboden te krijgen, hielp vervolgens stevig mee aan de verkoop.

Ook die rechtszaak staat overigens nog redelijk uitgebreid beschreven in Uren met Flaubert…; Edu Borger’s bloemlezing uit Maxime Du Camp’s Souvenirs littéraires. En al schijnt Du Camp niet heel betrouwbaar te zijn geweest in dit soort verslagen — Madame Bovary is ondanks alle overbodigs dan ineens wel een geniaal boek — hij schreef deze belevenissen allemaal zeer leesbaar op — wat dit boek daarmee wel een uitgave maakt om nog eens naar terug te keren.

Du Camp leerde Flaubert kennen toen beiden nog rechten studeerden in Parijs, en maakte hem vervolgens nog zo’n veertig jaar mee. Hij zag daarmee hoe zijn vriend, nadat deze sjeesde als student, van een mooie zelfbewuste jonge man vrij plots veranderde in een kluizenaar die zich angstig in de provincie terugtrok om te schrijven. Hij nam ook waar hoe Flaubert’s ontwikkeling daardoor stil leek te gaan staan — want vertelde deze decennia later nog dezelfde anekdotes niet als waar ze zo om lachen konden in hun studietijd?

En het zijn ook zulke elementen waardoor deze Herinneringen opvallend veel interessanter dan de doorsnee in het genre. Beide mannen maakten elkaar op allerlei manieren mee, en bij Du Camp is er behalve bewondering voor zijn beroemde vriend toch ook mededogen en zelfs een kritische afstand. Een raadsel voor hem is bijvoorbeeld waarom Flaubert toch altijd met zo’n roze blik terug blikte op het verleden.

Gustave Flaubert had de reis door Egypte met Du Camp decennia later zo weer over willen doen., zo vertelde hij.

Maxime Du Camp herinnerde hem er vervolgens aan dat Flaubert tijdens deze reis telkens had geklaagd zich zo stierlijk te vervelen.

Maxime Du Camp, Uren met Flaubert en andere herinneringen
samengesteld, vertaald en van een voorwoord
voorzien door Edu Borger

243 pagina’s
De Arbeiderspers, 1996
privé-domein nr. 206