Klassieke literatuur ~ Jacqueline Klooster

Geen enkele reeks kan eeuwig helemaal perfect blijven. Klassieke literatuur van Jacqueline Klooster was het eerste Elementaire deeltje dat mij wat tegenviel. Al kwam die teleurstelling vooral doordat mijn verwachtingen niet helemaal uitkwamen. Dit was niet het boek dat ik zocht.

Want, op zich is het heel knap wat Jacqueline Klooster geprobeerd heeft. Wat wij als klassieke literatuur beschouwen, bestaat uit een grote reeks aan heel verschillende Griekse en Latijnse teksten, die in een periode van ongeveer duizend jaar zijn opgetekend. En zij vat in kort bestek chronologisch even samen wat er uit die tijd tussen de 8e eeuw voor Christus en de 2e eeuw AD allemaal aan interessants bewaard is gebleven.

Zo’n aanpak heeft dan als nadeel dat een enigszins al cultureel gevormde lezer nogal wat namen van overgeleverde auteurs al kent. Of dat Klooster de moeilijkheid had telkens weer nieuwe sprongen door de tijd te moeten maken. Omdat wat er kwam niet noodzakelijkerwijs hoefde voort te gaan op wat er daarvoor al was.

De chronologische benadering heeft wel weer als voordeel dat Jacqueline Klooster kon uitleggen waarom Tacitus anders schreef dan Herodotus, terwijl wij beide toch haast in éen adem als oer-historici zien.

Maar wat had ik dan van een inleiding verwacht in dit onderwerp?

Ik vermoed een uitgebreider metaverhaal. Waarin dan bijvoorbeeld een verklaring zou kunnen volgen over wat wij nu nog in die teksten zien.

Er ligt nu eenmaal het gegeven dat delen van de oud-Griekse en Romeinse cultuur als zo belangrijk worden gezien dat er zelfs nu nog een speciaal schooltype bestaat dat de kennis daarover noodzakelijke kennis acht. Het Gymnasium. Vanouds het instituut dat de elite opleidde in Nederland en in de omringende landen.

Mij intrigeert dus dat veel klassieke literatuur zo’n status heeft dat dus nooit bewezen hoeft te worden waarom die hoge status vanzelf spreekt, met alle bijbehorende eerbied daarmee annex.

Mijn nieuwsgierigheid wordt nu eenmaal gewekt door het ontbreken van verklaringen. Wanneer iets ‘is zoals het is’. Helemaal als het al eeuwen is zoals het is.

Ik bedoel, clichés als dat alle filosofie als een voetnoot te beschouwen is bij Plato zijn me bekend. Soortgelijke waarheden zullen er ook bestaan over het toneel. Of de retorica.

Alleen moet er toch materiaal zijn overgeleverd dat ons nu met afschuw zou vervullen? Vrijwel al die Griekse en Romeinse grootheden waren slavenhouders. Vrouwen waren hen minderwaardig, en kinderen stelden al helemaal niets voor. Mensen waren zij ook, alleen wel heel andere mensen dan wij ondertussen zijn geworden.

En wie op dit moment nog een ‘grote’ geschiedenis schrijft, laat de beschaving toch echt niet meer bij de oude Grieken beginnen.

Wellicht ook is het boek al geschreven waarin die oud-griekse stadstaten slechts een perifeer verhaal zijn in de geschiedenis van het Perzische Rijk — zij het een literair wel heel actieve uithoek.

Jacqueline Klooster, Klassieke literatuur
190 pagina’s
Amsterdam University Press, 2017