Woekeren met ruimte ~ Noud Köper

Mijn probleem met de Nederlandse politiek, en dan vooral met hoe de media daarover berichten, is dat de feiten zo zelden mogen spreken. De meeste debatten die aandacht krijgen, zijn te vaak schijndebatten. Discussies waaruit zorgvuldig wordt weggelaten wat er nu werkelijk speelt. Machtspelletjes en meer niet.

Zo is een frame dat momenteel te weinig tegenspraak krijgt dat ‘Europa’ de macht overneemt hier, en dat er geen grotere ramp denkbaar bestaat.

Er nog van afgezien dat deze probleemstelling redelijk onzinnig is – en slechts de aandacht afleidt — is daar simpel tegenover te stellen dat Nederlandse politici vooral rampen veroorzaken als er geen enkele invloed is van buitenaf.

Bekijk de sectoren waarover de EU nauwelijks iets te zeggen heeft, en zie een totaal gebrek aan sturing; waardoor alles ontspoort. De gezondheidszorg is niet meer te betalen. In het onderwijs wordt ook al steeds meer geld gestopt, alleen gaat daarvan almaar minder naar de leerling of student. Elk ICT-project van enige omvang dat de overheid begint, mislukt. En alle talent aan ruimtelijke ordening heeft Nederland alleen maar lelijker gemaakt, en ons opgescheept met onbewoonbare buitenwijken en lege verlopen bedrijventerreinen in elke gemeente.

In het boek Woekeren met ruimte werd gereconstrueerd hoe de ruimtelijke ordening hier de afgelopen decennia vorm kreeg. Dit alleen al maakt mij zeer dankbaar dat de auteur de moeite heeft willen nemen. Zo begrijp ik achter een heleboel slepende kwesties nu pas wat daarbij echt speelde — de nieuwsmedia bieden nu eenmaal in hun kippendrift zelden voldoende achtergrondinformatie.

Bovendien komt Noud Köper tot een zelfde conclusie als ik. Wat zijn boek niet per se beter maakt. Alleen is het altijd prettig als mijn vooroordelen waar blijken te zijn, enkel omdat ik mijn ervaringen met politici en overheden extrapoleerde naar een mij relatief onbekende sector.

Er is in Nederland geen sturing van bovenaf met enige visie of kwaliteit. En ondertussen draagt de Rijksoverheid steeds meer bevoegdheden over aan de markt, of aan lagere overheden als de provincies en gemeenten. Waar de ambtenaren en politici zich al helemaal niet bezig houden met zoiets als ‘een algemeen belang’.

‘De ruimtelijke ordening is failliet’, aldus Adriaan Geuze. ‘Ik weet dat er meer dan 100.000 mensen in werken, aan plannen, aan procedures, aan het uitrekenen, aan de statistiek. Een enorme industrie die zichzelf in stand houdt en werkelijk niks tot stand brengt. Volledig impotent, ontaard, een schijnwerkelijkheid. De virtuele wereld die niet overeen komt met wat er dagelijks gebeurt. […] [181]

Waar te veel koks bezig zijn, bederft de brij. Woekeren met ruimte legt netjes uit hoe de machten in Nederland gescheiden zijn, en hoe deze elkaar daardoor in de weg zitten. Zelfs ‘Ruimtelijke ordening’ valt niet alleen onder het ministerie dat altijd ‘Ruimtelijke ordening’ in de naam had. Daar hadden nog drie departementen van alles over te zeggen.

Werden ergens een wijk aan huizen gepland dan moest Verkeer & waterstaat nog nadenken over de wegen en de bussen of treinen.

Was er een keer een helder plan, kwam er altijd wel een politicus met extra eisen.

Op zijn minst leidde zo’n ingreep dan tot vertraging. Köper citeert:

‘Onze democratie en onze besluitsvormingsprocessen leiden ertoe dat er bij ieder groot project een ongelooflijk complex en tijdrovend traject moet worden doorlopen. Terwijl in het bedrijfsleven tijd een belangrijk economisch principe is, zie je dat bij de overheid nauwelijks. Voor de overheid speelt die kostenfactor tijd vreemd genoeg amper een rol. Daar gaat zorgvuldigheid boven effectiviteit.’ [101]

Aan de vele gesprekspartners van Köper valt alleen wel op dat daaronder geen van die zo zorgvuldige ambtenaren lijkt te zijn.

Hij lijkt een voorkeur te hebben gehad voor ‘machers’, met visie, die soms op slinkse wijze hun zin wisten door te zetten. Of die uiteindelijk hun plannen soms nog onverwacht zagen stranden. Politici meestal. Terwijl politici toch nooit de verleiding kunnen weerstaan om het verleden bij te kleuren in hun voordeel.

Feit blijft dat de Nederlandse politiek het liefst alle activiteiten in de Randstad concentreert, de middenklasse daar niet meer in de grote steden kan of wil wonen, de wegen er overvol zijn, de infrastructuur van het openbaar vervoer volstrekt niet voldoet, en er iets veranderen móet. De economische weerbaarheid van het land hangt daar vanaf

En zelfs dat gegeven heeft slechts tot het instellen van commissies en het schrijven van rapporten geleid.

Noud Köper, Woekeren met ruimte
Over de inrichting van Nederland
192 pagina’s
Business Contact, 2010