dit is het dossier:

Laurie Langenbach

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Al dat zweet ~ Laurie Langenbach

Heel het oeuvre van Laurie Langenbach [1947 – 1984] staat in de boekenkast bij mij. En hoewel dit maar een paar centimeter aan plankruimte vult — daarom ook niet per se weg hoeft — is de kans niet groot dat ik al die boeken nog eens ga lezen.

De merkwaardige dood van Langenbach, die al jong baarmoederhalskanker kreeg, en daarop in de spiritualiteit vluchtte in plaats een dokter te bezoeken, heeft invloed. Zelfs al mag een schrijver alleen op zijn of haar woorden beoordeeld worden, dan nog heb ik blijkbaar liever niet dat zo iemand in het leven volslagen idiote beslissingen neemt.

Laurie Langenbach schreef begin jaren tachtig columns voor de sportpagina’s van NRC Handelsblad. De voornaamste gimmick daarvan was dat zij aanvankelijk niets had met de sport.

Dat intellectuelen, of zij die zich zo noemen, zonder remming van sport mogen houden, is pas van veel later datum.

En helemaal lukte het Langenbach toch ook niet, om altijd de overstap te maken naar het ongeremde enthousiasme.

Daarnet keek ik naar Studio Sport. Voor de zoveelste keer zag ik dames en heren tegenover elkaar staan, met die verbeten wil om te winnen en het werd me zwaar te moede. Al dat zweet! Al die hartstocht! Waarvoor, zou ik haast willen vragen, pourquoi? [22]

De columns stammen uit een aanmerkelijk onschuldiger periode dan nu. Ruud Krol, de legendarische aanvoerder van voetbalclub Ajax, had nog gewoon een snackbar erbij. Langenbach werd verboden om een wielerwedstrijd vanuit de auto te volgen, omdat renners weleens een plas plegen onderweg, en het geen pas gaf als een dame dit zag. Sport leek in die jaren voor er commerciële televisie was, en het grote geld alles zou gaan verzieken, nog merkwaardig oer en dus puur.

In die zin zou het interessanter zijn wat iemand als Laurie Langenbach vandaag over topsport zou schrijven.

Hoewel. Zolang het maar echt over sporters of hun wedstrijden gaat. Beschouwinkjes over mensen aan de marge van alles, zoals een Mart Smeets, die ook toen al zo opvallend het televisiebeeld vulde, kan iedereen wel schrijven. En helaas had Laurie Langenbach vaker oog voor dit soort afgeleide verschijnselen dan voor strijd, en competitie.

Maar dat heeft allemaal zo weinig met sport te maken.

Laurie Langenbach, Al dat zweet
132 pagina’s
Uitgeverij Bert Bakker, 1983

Brieven, dagboeken en een geheime liefde ~ Laurie Langenbach

Heel het oeuvre van Laurie Langenbach staat bij mij in de kast, zo meldde ik hier ooit eerder. Om daar bij op te merken dat de kans niet heel groot was dat dit bescheiden tal boeken ooit nog herlezen zou worden.

Via een omweg herlas ik haar debuut nu dus toch. Die sleutelroman uit 1977, Een geheime liefde, werd namelijk veertig jaar later compleet herdrukt in dit deeltje privé-domein. Wat ook goed kan, om het zo hoge autobiografische gehalte van dat boek.

Laurie Langenbach was ooit smoor op de schaker Jan Timman. Alleen had deze man wel meer vrouwen om zich heen fladderen. Meer dan een nacht of wat samen hebben ze nooit gedeeld. De roman Een geheime liefde werd daarmee het verslag van haar gedachten over een onmogelijke obsessie voor die ene man — van wie de zelfs de voornaam nooit genoemd wordt in het boek.

Vrijwel geen recensent had indertijd iets prijzends te zeggen over de roman. Wat enerzijds gewoon kon zijn omdat Laurenbach pontificaal een portret van zichzelf op het omslag had laten zetten. Terwijl zeker de zo eigen toon van het boek niet werd gewaardeerd; die zou niet literair genoeg zijn geweest.

Alleen zijn de zeden inmiddels anders. In deze narcistische tijd, waarin het halen van ‘likes’ op de sociale media voor menigeen de voornaamste bevestiging is van het nut hunner bestaan, lijkt Laurie Langenbach’s roman ineens een pijnlijk eerlijke en haast afstandelijke zelfobservatie te zijn geworden.

Anno 2017 is voor mij niet meer exact te achterhalen wat me indertijd zo zeer aansprak in het werk van Laurie Langenbach [1947 — 1984] dat ik al haar boeken wilde hebben, toen die nog gewoon in de reguliere handel te verkrijgen waren. Zo hoog was mijn boekenbudget als tiener immers niet. Een uitgave moest zich daarom al bewezen hebben, wilde deze worden aangeschaft.

Het kan dus domweg ook zijn dat kopen wel moest, omdat de bibliotheek niet al haar werk op de plank had staan.

Laurenbach’s nogal persoonlijke toon moet me indertijd zeer hebben aangesproken, met al die twijfel enerzijds, naast haar duidelijke overtuigingen, plus het gegeven van haar redelijk exotische achtergrond. Ze groeide niet in Nederland op. En daarmee waren zelfs de verhalen over haar jeugd al opvallend anders dan de doorsnee standaard.

Want die toon, en daarmee de vermoedens met een interessant mens van doen te hebben, maakten vervolgens toch ook dat ik me ooit nogal door deze schrijver verraden voelde. Toen ze kanker kreeg, ontweek ze het reguliere medische circuit, wat haar daarmee ineens tot een ontiegelijk dom gansje maakte.

Een geheime liefde neemt de helft van het tal pagina’s in van dit deeltje privé-domein. Samensteller Rutger Vahl biedt daarnaast een korte levensbeschrijving, enkele series brieven, en wat dagboekbladen. Wie deze uitgave strikt lineair leest, stuit daarmee op het probleem vooraf nogal wat informatie aangereikt te krijgen over die debuutroman, en de ontvangst daarvan.

Ik was wel blij met dat extra materiaal. Omdat dit mijn beeld van deze schrijver aanvulde en verbeterde. En omdat ik bijvoorbeeld haar verhalenbundel Gevallen vrouwen nu wel durf te gaan herlezen — een boek dat me vroeger nog beter beviel dan Een geheime liefde.

Laurie Langenbach, Brieven, dagboeken en een geheime liefde
verzameld en toegelicht door Rutger Vahl
492 pagina’s
De Arbeiderspers, 2017
privé-domein nr. 292