Zes jaar vrijdagmiddag ~ Daniël Lohues

Het heugt me niet ooit een Dagblad van het Noorden gelezen te hebben. Die uitgave kwam ook pas op de markt toen het grote krantenlezen bij mij al even voorbij was.

Toegegeven, de liefde voor de voorganger, het Nieuwsblad van het Noorden, hield ook al niet over. Die ergerde me om precies dezelfde redenen als de Leeuwarder Courant, uit hetzelfde concern, en had daarbij nog het nadeel me niet vertrouwd te zijn.

Dus is me indertijd ontgaan dat met de komst van het Dagblad van het Noorden in 2002 de mij verder wel bekende muzikant Daniël Lohues daar een wekelijkse column in kreeg, van een kleine driehonderd woorden per keer.

Pas met de opkomst van sociale media werd er wel eens naar zo’n tekst verwezen — en die maakte dan altijd nieuwsgierig naar meer.

Dus is het een geluk dat er inmiddels twee bundels van Lohues’ columns zijn uitgebracht. Dit type uitgaven verkoopt namelijk doorgaans slecht. Mag de schrijver nog zo bekend zijn. Dus wordt bundeling met regelmaat nagelaten.

Toegegeven, als zulke auteurs het liefst telkens reageren op een brandende actualiteit van dat moment, verouderen hun teksten doorgaans ook snel. Dan moet het verbale vuurwerk wel heel grootst uitpakken wil zo’n bundel later nog eens kunnen boeien.

En de paar keer dat Lohues direct reageert op iets dat heel erg speelt op dat moment — doorgaans een terreuraanslag elders — schreef hij ook inderdaad zijn beste columns niet. Gelukkig waren dat er weinig.

Hij moet vooral de wereld beschouwen vanuit de rust van Erika-Zuid; de rand van een dorp in het Drentse veen, onder Emmen. Zelfs al kan hij ook daar vandaan niet alles opschrijven. Zijn herhaalde klacht in de eerste maanden van de column dat de glastuinbouw bij Emmen de nacht vernielt met al zijn kunstlicht, leverde hem nogal wat nare en felle reacties op. Dus verdwijnt het onderwerp uit zijn bijdragen.

Een columnist die het platteland als basis heeft, schrijft als vanzelfsprekend net wat andere verhalen dan al de stadsbewoners doen. Daar zit meer buitenleven in. Geen Amsterdammer zal een stukje wijden aan de gedachten die opkwamen terwijl hij of zij in de schaduw zat op het talud van de wijk naast hun huis.

Overigens bevindt Lohues zich in zijn columns ook met regelmaat in de VS — waarbij dan nooit uitgelegd wordt waarom of hoezo; wat ik een typerend en sympathiek trekje vind. De schrijver blijft dezelfde man, het decor waarin hij zich beweegt, ziet er dan alleen even heel anders uit.

En het is vooral de toon die deze columns maakt. Dat laconieke en onderkoelde dat Lohues vaak heeft — zelfs als hij over iets schrijft waar hij enthousiast over is, zoals dat stukje ieder jaar weer over de paasvuren zo meteen in de Saksische landstreken.

Daniël Lohues, Zes jaar vrijdagmiddag
320 pagina’s
Carrera, 2012