All Governments Lie! ~ Myra MacPherson

Opvallend aan All Governments Lie! vind ik dat het op zich een werkelijk voorbeeldige biografie is, maar dat Izzy Stone er iets te weinig zelf in aan het woord komt. Myra MacPherson beperkte zich tot het citeren van leuke zinnetjes — zoals de titel — of hoogstens alinea’s. Terwijl de kracht van Stone als journalist ook zat in hoe hij zijn stukken opbouwde. Nog afgezien van de inhoud, natuurlijk.

Nu is het geen straf om I.F. Stone [1907 — 1989] te herlezen om weer een gevoel te krijgen voor diens kwaliteiten. Van een biografie hoop ik alleen dat die me ook aspecten van iemands kunnen wijst, die me tot nu toe altijd ontgaan waren.

Maar in plaats van alleen de journalist, kreeg ik de man. En zijn familie. En gelukkig ook de tijd waarin hij leefde. Want, waar geen biografie de tijd mag missen waarin iemand functioneerde, geldt die eis helemaal voor de biografie van een journalist. Helemaal als die journalist voortdurend tegen het misbruik schreef dat de machtigen maakten van hun posities. Of als het een journalist betreft die telkens nieuws bracht dat andere media negeerden.

Opvallend aan Stone is dat er zelfs nu nog, twintig jaar na diens dood, smeurcampagnes tegen hem gevoerd worden. Het Wikipedia-artikel over hem gaat bijvoorbeeld erg diep in op de merkwaardige beschuldiging dat Stone gespioneerd zou hebben voor de Sovjet-Unie. [* Update 5 v 2009: meer over dit thema hier & hier].

De FBI volgde Stone’s gangen al nauwgezet sinds de jaren dertig, en kon nooit iets tegen hem vinden. Behalve dan dat de journalist te goed doorhad welke machtspelletjes J. Edgar Hoover speelde, zonder daarover te willen zwijgen. Dat irriteerde, en bleef de autoriteiten irriteren, zonder dat die daar iets anders tegenover konden stellen dan leugens, angstzaaierij, en het rondzingen van twijfels over Stone’s integriteit.

MacPherson gebruikte jammer genoeg opvallend vaak actuele verwijzingen naar lastercampagnes — zoals die tijdens de er verkiezingscampagnes in 2003 waren — om haar verhaal in dit opzicht te verduidelijken.

Verder past alleen maar bewondering voor dit boek.

Er gebeurde nogal wat tijdens Stone’s leven als actieve journalist. De beurskrach vond plaats, de crisis volgde, het Nazisme en fascisme kwamen op, Amerikaanse bedrijven collaboreerden met die regimes, ook toen er al een boycot was, de Tweede Wereldoorlog brak uit, Israël werd een zelfstandige staat. De Koude oorlog loeide op, de communistenhaat verspreidde zich ongehinderd in de VS, en terwijl er oorlog gevoerd werd in Korea en Vietnam, kwam er op papier eindelijk een einde aan de apartheid in Amerika.

Tegelijk boden de nieuwsmedia telkens geen of amper neutrale berichtgeving bij al deze ontwikkelingen. Op het tegenwicht van éen dappere man na dus. Die, nadat alle progressieve media failliet waren gegaan, in arren moede maar zijn eigen weekblad begon in 1953. I.F Stone’s Weekly. Elke week vier pagina’s, zonder advertenties.

MacPherson beschrijft al deze ontwikkelingen op een indrukwekkende manier. Gedoseerd, maar toch niet neerbuigend.

Bovendien geeft ze een heel genuanceerd beeld van Stone, door ook te tonen hoe hij faalde als vader. Of te laten zien dat geen assistent het ooit lang bij hem uithield, vanwege het vele dat Izzy vanzelfsprekend achtte. Assistenten hoorden de krant hebben gelezen voor ze aan hun werk begonnen, en hen moest daarij die ene bijzin zijn opgevallen in dat artikel op pagina 37.

Tegelijk wordt het raadsel hiermee alleen maar vergroot. Dat Stone slim was, spreekt voor zich. Dat hij hard werkte, eveneens. En toch blijft er de vraag hoe hij het al die decennia volhield om al die overheidsstukken te lezen die niemand anders doornam, en daarbij tussen de regels kon zien wat er werkelijk gezegd werd.

Myra MacPherson, All Governments Lie!
The Life and Times of
Rebel Journalist I.F. Stone
564 pagina’s
Scribner, 2006