Nederlandse onbehagen ~ Herman Pleij

Hoogleraar Pleij is inmiddels vaak genoeg te gast in talkshows geweest om tenminste éen deel van deze bundel essays overbodig te maken. Altijd als het gaat over Nederland en de Nederlandse identiteit mag hij komen zeggen dat hier zo’n collectieve dwang heerst om gewoon te moeten zijn.

Die observatie kennen we nu wel. Al is daar nu ook aan te koppelen dat onze media enkel in hokjes denken, waar altijd maar éen iemand inpast.

Blijven er van dit boek nog twee delen over: een wat persoonlijker getint gedeelte, en een over het onbehagen in de cultuur. Om de essays in dit laatste deel ging het mij. Pleij zou daar volgens de flaptekst namelijk gaan uitleggen dat Nederlanders niet kunnen schrijven.

Dat nu, is een mening die ik deel. Als het over fictie gaat tenminste. Kijk bijvoorbeeld maar eens bij de boeken die ik dit jaar en in 2005 goed genoeg vond om ze aan te bevelen.

Maar, bij mij is dat oordeel vooral een gevoel; een bijna instinctieve afkeer inmiddels tegen alle geneuzel en navelstaarderij. Ik hoopte argumenten te vernemen bij Pleij, maar die gaf hij me niet. Ook een hoogleraar Historische Nederlandse Letterkunde komt er blijkbaar mee weg slechts wat meninkjes te poneren zonder die te hoeven onderbouwen.

Toegegeven, volgens Pleij schiet iedereen hier te kort in kennis van wat er ooit in het Nederlands geschreven is. Maar als hij zelf al aangeeft dat maar weinig van al die eeuwen aan boeken de moeite waard zijn, waarom zouden we dan die moeite doen?

Bovendien hel ik veel meer over naar de mening van Kurt Vonnegut in deze, die stelde dat er twee soorten schrijvers zijn. Zij die vooral reageren op de geschiedenis van hun letterkunde tot dan toe, of zij die veel eerder direct reageren op het leven.

Net als Vonnegut prefereer ik boeken van de laatste soort.

Herman Pleij, Het Nederlandse onbehagen
186 pagina’s
Uitgeverij Prometheus © 1991, 2002