Letters ~ Ted Hughes

Uitgevers zijn cynisch genoeg om een zelfmoord te vieren. Vijftig jaar nadat Sylvia Hughes [1932 — 1963] zich vergaste — terwijl haar kinderen sliepen in de kamer daarnaast — verschijnt het ene boek na het andere dat dit feit memoreert.

Ik had dat tot dit weekend niet door.

Mij was slechts opgevallen dat het de De Arbeiderspers weer eens had behaagd een nieuw deeltje uit te geven in de sluimerende reeks privé-domein. Ik wil nooit vergeven worden heet dat boek. En heel aantrekkelijk kon ik deze uitgave niet vinden met de brieven van Ted Hughes.

Dat is weer eens zo’n bescheten bloemlezinkje uit een groter geheel. Het boek moet liefst € 45 kosten ook. Terwijl de originele brieven, in de eigen taal van Ted Hughes, online in een prachtuitgave voor ruim minder dan £10 zijn te krijgen.

Wist ik alleen niet dat ook de Letters van Ted Hughes een bloemlezing biedt. Volgens de samensteller is er vier keer meer aan correspondentie. Waarin telkens ook vele uitspraken zijn te vinden over schrijven, of poëzie.

Voornaamste reden om het boek te lezen, was dat nogal wat mensen online de taal prezen uit dat nieuwe deeltje privé-domein. Prachtige zinnen zouden er in de brieven staan.

Want, Ted Hughes is me tot nu toe voornamelijk een raadsel gebleken. Hij stelde éen van mijn favoriete poëziebundels ooit samen. Alleen staat daar vooral werk van anderen in. Zijn eigen dichtwerk liet me nooit echt binnen.

En door de brieven te lezen, lukt het me nu misschien wel eens te formuleren waarom. Zijn gedachteleven is me waarschijnlijk te vaag; of niet precies genoeg. Hughes had namelijk een tendens tot magisch denken. Zo hannest hij steeds met horoscopen.

Ook bestond hij het om Philip Larkin nog een wondergenezer aan te bevelen, terwijl deze met kanker in het ziekenhuis lag; kort voor diens dood. Al kan het vanzelfsprekend best zijn dat Hughes niet wist dat Larkin aan kanker leed.

Evenmin ben ik trouwens een groot liefhebber van het werk van Sylvia Hughes, dat gepubliceerd is onder haar meisjesnaam Sylvia Plath. Al kan het zijn dat ik afstand tot die teksten houd vanwege de hysterie die over haar gefnuikte genie losbarstte in de jaren ‘70.

Wat haar gedichten of die ene roman ook aan waarde mogen hebben, hun belang wordt door vele mensen al te zeer overdreven.

In de keuze van de samensteller uit de brieven van Ted Hughes zal onvermijdelijk enige nadruk hebben gelegen op dat huwelijk van amper zeven jaar en de nasleep; vanwege alle commerciële belang. De toelichting die Christopher Reid in het brievenboek gaf op de biografie van het echtpaar is alleen wat summier. Mij hielp het nogal om de brieven te kunnen plaatsen dat er nu even zo veel geschreven wordt over Plath, vanwege dat cynische jubileum.

Hughes ontmoette Plath in 1956, en ze trouwden vier maanden later. Sylvia Plath had nog een ander toen ze elkaar leerden kenden. Een relatie die gewoon voortduurde terwijl Hughes en Plath het bed al hadden gedeeld.

En Sylvia Plath heeft Ted Hughes voor het huwelijk nooit iets verteld over haar psychiatrische problemen — de zelfmoord in 1963 was niet de eerste poging om een eind aan haar leven te maken.

Uit het brievenboek komt vooral de overlast naar voren die de heiligverklaring opleverde van Sylvia Plath als feministisch icoon. Zo werd haar graf telkens geschonden. De naam die ze na haar huwelijk droeg — Hughes — werd bijvoorbeeld telkens van de steen gebikt. Maar zelfs dat Ted Hughes daarom vervolgens de autoriteiten verzocht de vindplaats van het graf niet al te duidelijk aan te geven, werd nog tegen hem gebruikt.

Over die andere relatie van Hughes, met Assia Wevill, bood het brievenboek minder dan ik hoopte. Want dat er die zelfmoord was Sylvia Plath in zijn leven is algemeen geweten. Minder bekend is dat zijn minnares Assia Wevill zich ook vergast heeft, in 1969, en daarbij het dochtertje doodde dat zij had met Ted Hughes.

Wevill was dan weer de vrouw waardoor Hughes en Plath gescheiden leefde op het moment van de zelfmoord.

Wat het brievenboek me vooral bood, bleken uitspraken te zijn over teksten, en over schrijven ook. Sommige brieven zijn spontane essays.

En prachtig is ook hoe hij zijn oudste dochter Frieda telkens met raad op weg helpt, als zij wil leren schrijven.

T.S. Eliot Said to me “There’s only one way a poet can develop his actual writing—apart from self-criticism & continual practice. And that is by reading other poetry aloud—and it doesn’t matter whether he understands it or not (i.e. even if it’s in another language.) What matters above all, is educating the ear.”
      What matters, is to connect your own voice with an infinite range of verbal cadences & sequences—and only endless actual experience of your ear can store all hat in your nervous system. The rest cab be left to your life & your character.

[17 May 1978]

Alleen. Het grootste plezier voor mij tijdens het lezen, is nadenken over wat de auteur beweert, en dan in discussie treden met hem of haar.

En op dit element scoorde het brievenboek niet hoog. Eén keer slechts had ik behoefte om Ted Hughes tegen te spreken. Op het moment dat hij stelt dat poëzie met een pen op papier moeten worden gezet, omdat alle regels die op een computer worden geschreven van een robot lijken te komen.

Maar goed, dit probleem kleeft nu net altijd aan lezen. Wat een te negeren of zelfs sympathiek trekje zal zijn als je iemand kent in persoon — zoals dat vage magische denken — is in boeken zo makkelijk te negeren niet.

Letters of Ted Hughes
selected and edited by Christopher Reid
784 pagina’s
Faber and Faber, 2009