Waterwolven ~ Cordula Rooijendijk

Het beste wat een geschiedenisboek kan doen, is om te tonen dat het verleden een stuk minder simpel in elkaar stak dan het doorgaans lijkt.

Zo wordt het droogleggen van al die meren in Noord-Holland in de zeventiende eeuw gauw eens gebracht als een simpel succesverhaal. Waarmee dan voor het gemak even alle lokale protesten genegeerd zijn die er indertijd altijd leefden tegen het droogmalen.

Water bood nu eenmaal in Nederland lang ook zo’n handige manier om ergens te komen. Om nog te zwijgen over de vele vis die er zwom in zulke meren.

En mede daarom duurde het een aanzienlijke tijd voor bijvoorbeeld Alkmaar er eindelijk in toestemde dat de omgeving tot polder werd gemaakt.

Zelfs in de negentiende eeuw nog, bij de drooglegging van de Haarlemmermeer, wilde Leiden daar per se niet in mee gaan.

Waterwolven van Cordula Rooijendijk biedt een Vaderlandse geschiedenis waarin de nadruk nu eens ligt op de voortdurende strijd tegen het water. Daaraan vielen me in zijn algemeenheid twee zaken op. Zo zijn er heel wat meer overstromingen en dijkdoorbraken geweest dan normaal in de geschiedenisboekjes vermeld worden. En bovendien lukte het lang niet altijd om tot een gezamenlijke beslissing te komen hoe het dan beter moest.

Schrikbarende voorbeelden uit dit boek zijn onder meer de eeuwen die het duurde voor het wat werd met de Hondsbossche zeewering, of het eindeloze getalm met de dijken langs de grote rivieren.

Cordula Rooijendijk koos er daarbij voor om deze geschiedenissen te vertellen aan de hand van de levensverhalen van enkele betrokkenen, die uiteindelijk een bepalende invloed hebben gehad. Jan Adriaanszoon Leeghwater en Cornelis Lely zijn daarbij wel de bekendste; alleen waren er in de loop der eeuwen nog zo veel meer mannen als hen. En nogal eens bleek het geloof een sterk bepalende rol te hebben gespeeld in deze levens.

Volledig is dit boek niet, voor zover geschiedenissen ooit volledig kunnen zijn — al zijn de keuzes van de schrijver doorgaans zeker te billijken. Maar ik vond het bijvoorbeeld vreemd om wel van alles te lezen over de rol van de Cisterciënzer monniken in het bedijken van Zeeland, terwijl deze orde toch ook in Noord-Nederland nogal wat verricht heeft.

Verder maakte de schrijver van het laatste hoofdstuk, in deze tijd aangekomen, een pamflet met een stevig pleidooi om Nederland goed te blijven beschermen tegen overstromingen. Daarbij komen dan onder meer de vele plannen langs die er het vorige decennium waren om allerlei kunstmatige eilanden aan te leggen voor de kust van Holland — wat de veiligheid geen sikkepit helpt.

En die subjectieve aanpak ineens was mede wat vreemd, juist omdat dit boek zo goed had uitlegd hoeveel onbenul en tegenwerking er altijd is geweest over goed doordachte plannen om de waterwolf te bestrijden.

Cordula Rooijendijk, Waterwolven
Een geschiedenis van stormvloeden, dijkenbouwers en droogmakers

408 pagina’s
Olympus Pockets 2011, oorspronkelijk 2009