Leven aan de onderkant ~ Theodore Dalrymple

Begin deze eeuw dook de cultuurpessimist Theodore Dalrymple steeds vaker in de Nederlandse media op. Zo leek het tenminste. En daarom meende ik dat de bundel Leven aan de onderkant zijn debuut was — geschreven na een werkzaam leven als gevangenisarts en dokter in een ziekenhuis in een achterstandsbuurt.

Maar Leven aan de onderkant was slechts zijn eersteling in het Nederlands. Dalrymple blijkt voordien al een hele rij boeken te hebben gepubliceerd, al dan niet onder datzelfde pseudoniem, die nooit vertaald werden.

Bij alles wat ik van hem las, houd ik toch twee vragen. De eerste bestaat er dan uit of de Britse situatie onverkort te vergelijken is met die in Nederland — zoals de bewerkers van zijn boeken graag hebben. Beide landen hanteren grof gezegd een heel ander soort marktkapitalisme; en het Rijnlandse model in Nederland ging veel meer uit van welzijn van de mensen dan van blinde winstmaximalisatie; zoals bij de Angelsaksen.

Een tweede bezwaar lijkt me dat het lezen van Dalrymple over de kwaliteiten van zijn patiënten, of juist het gebrek aan intelligentie bij hen, is als het lezen van wat een prostituee over de mannelijke psyche heeft te melden. Niet dat ik twijfel aan de observaties, de vraag blijft alleen steeds hoe representatief het waargenomen gedrag is voor de hele bevolking. Rookt iedereen te veel? Heeft iedereen tatoeages? Slaagt werkelijk geen man erin zijn vrouw niet te mishandelen?

Ik geloof bijvoorbeeld nooit dat honderd procent van de bevolking in de achterstandswijken in de gevangenis belandt, of geregeld het ziekenhuis moet opzoeken.

Alleen die twijfel al zou me in ogen van Dalrymple tot zo’n verwend stuk progressief maken, die blind is voor de werkelijkheid. Maar tegelijkertijd deel ik nu juist het prinicipe achter zijn systeemkritiek. Het instellen van instituties, of die nu om het sociaal werk gaan, of onderwijs, lijkt me allereerst bedoeld om de omgang met grote groepen mensen op haast industriële wijze te regelen. Dat is ook het makkelijkst.

Dus zeg ik dat school zelden doet wat onderwijs zou moeten doen. Dus schrijft Dalrymple dat een systeem van sociale zekerheid, dat iedereen maar uitkeringen verstrekt, de mensen dom en apathisch houdt; zonder dat zij dit doorhebben.

Is het vervolgens nog een hele stap om met goede alternatieven te komen. Zo die er zijn. En kritiek hebben op het systeem zoals dat er is, blijft dan niet meer dan een beginnetje.

Theodore Dalrymple, Leven aan de onderkant
Het systeem dat de onderklasse instandhoudt

271 pagina’s
Spectrum 2004,
vertaling door Chris Rutenfrans van Life at the Bottom, 2001